Maandag 5 februari 2024

Gebed
Ik doe een beroep op U Heer; U, de Vader van onze Heer Jezus Christus. Oneindig barmhartig als U bent, is het Uw wil dat wij U beter leren kennen. U hebt de hemel en de aarde gemaakt, U heerst over alles wat is. U bent de ware, enige God; er is geen andere god boven U. Door onze Heer Jezus Christus en het geschenk van de Heilige Geest, vraag ik U dat iedereen die mijn woorden leest gezegend mag worden en in Uw aanwezigheid mag lopen. Want U alleen bent God; laat hen dus kracht putten uit Uw woorden en laat hen gevrijwaard blijven van elke leer die ketters, areligieus of goddeloos is.
Irenaeus van Lyon (ca. 130-202)

 Overdenking

* Mensen zijn onredelijk, onlogisch en egoïstisch
en toch … blijf van ze houden.
* Mensen zullen je beschuldigen van egoïsme en zelfgewin terwijl je juist het goede zoekt.
En toch … blijf naar het goede zoeken.
* Als je succesvol bent staan de huichelaars voor de deur en krijg je te maken met echte vijanden.
En toch … blijf vasthouden en vecht door.
* Alle goede en oprechte dingen van vandaag
zijn morgen alweer vergeten.
En toch … Blijf die goede en oprechte dingen doen.
* De wereld houdt van succes
en lijkt alleen de welvarende mensen de hand te reiken.
En toch … maak ook plaats voor de mislukkeling.
* Vermoeid, ontmoedigd en gebroken? Houd je vast aan Jezus.
Want toch … heeft God alles in Zijn hand en die handen zijn jij en ik in een kille wereld zonder geloof.

Naar een bespiegeling van Moeder Theresa.

De dichter Francis Browne vertelt in een kort gedicht over een groep mannen die op hun pelgrimstochten door het leven vermoeid en ontmoedigd ergens aan de kust waren gaan zitten en elkaar daar vertelden over de zware tochten die ze hadden meegemaakt. Het was geen aangenaam gesprek. Eén van hen sprak met trillende lippen over een schip dat in de duistere diepten van het water gezonken was met al zijn spulletjes en hij had niets meer over. Een ander sprak met tranen over het verlies van een mooi en jong gezicht in de duistere diepten van een grote stad. Iemand anders rouwde om een verloren jeugd, terwijl weer een ander rusteloos naar verre heuvels uit het verleden staarde en praatte over de tijd dat het leven hem nog zo mooi had geleken. Er waren verhalen over verloren goud, over vrienden die geen vrienden bleken te zijn maar harteloze dieven waren geweest van geld en eer, en er was een man die prevelde over een graf waardoor hij eenzaam op de kust was achtergebleven.

Maar toen ze bijna allen hun woord hadden gedaan
Ging de laatste pelgrim staan

‘Tís waar, gij allen zijt bekend met pijn en smart
Maar mijn verdriet is toch het ergst van allemaal
want het geloof is weggeslopen uit mijn hart
En er rest mij slechts een hart zo leeg en kaal.

De andere pelgrims keken gans verschrikt
En hielden terstond op met al hun klagen
want een leven zonder hoop waarin ‘t geloof zo is verstikt
Is echt het zwaarste kruis dat een mens kan dragen

We plengen tranen van medelijden als we horen over mensen die geld of vrienden hebben verloren, of hebben geleden onder andere tegenslagen in het leven; maar er is niemand met wie we zo’n medelijden zouden moeten hebben als met hen die het kostbare geloof van hun jonge jaren hebben weggedaan; die niet meer geloven in een persoonlijke, liefhebbende God. Het verlies van een gelovig hart is het ergste verlies dat een mens kan overkomen.
J.R. Miller

Als wij ons geld verliezen, verliezen we veel. Ook het verlies van onze gezondheid is een vreselijk verlies. Maar als de wereld zijn geloof verliest, hebben wij nog altijd Jezus, en Jezus is alles wat wij nodig hebben.

Deze week nieuw op de site
Stel je eens voor dat Jezus bij je op de bank in de huiskamer zat en tegen je zou zeggen: “Maak je maar geen zorgen, want Ik ga overal met je heen en Ik bescherm je.” Zou er dan nog enige reden zijn voor angst?
Lees meer

Er is een zekere stroming in de westerse wereld dat geloof niet meer dan een hersenschim blijkt te zijn, een drogbeeld dat niet serieus genomen moet worden. “We geloven toch ook niet in Sinterklaas?”
Lees meer

Het verhaal van de Christus kan misschien wel het best worden samengevat in één haast onbegrijpelijke zin: “Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten…”
Lees meer

Spreuk van de week
Deze wereld mijn thuis? Denk het maar niet. Deze wereld is het land van de stervenden; de volgende wereld is pas het land van de levenden.
Tryon Edwards

 “Geloof is blind,” zegt de spotter. In zekere zin heeft die spotter gelijk. Geloof is blind, behalve naar boven. Echt geloof is blind voor onmogelijkheden en doof voor twijfel. Het luistert alleen naar God.
Samuel Gordon

 Een man moet weten wanneer hij moet bidden; het is misschien wat laat om te gaan bidden voor roeispanen als je bootje al stuurloos bij de rand van de waterval is aangekomen.
The Country Parson (The Monthly Religious Magazine, 1863)

 De ziel van iemand die God liefheeft zwemt altijd in vreugde, houdt steeds vakantie en is voortdurend in de stemming om te zingen.
John of the Cross

Om over na te denken
In de winter, als het kwik tot ver onder nul gedaald is, zie ik vaak afgebroken boomtakken die het ijs niet aankonden en zijn afgeknapt. Dat doet me denken aan zoveel mensen die ik gebogen door het leven zie gaan, verpletterd door hun ellende. Maar af en toe ontmoet ik iemand die zingt in de kou. Zo iemand die een blije geest heeft ondanks de verdrukking. Als ik dat zie dan dank ik God voor die persoon, want er is geen lied zo schoon als een lied dat gezongen wordt in het duister.

 

En het geeft ook mij nieuwe moed. Zo herinner ik me het verhaal over de vrouw die, toen haar enige kind stierf, in vervoering opkeek naar de hemel, met het gezicht als van een engel en zei: “Ik geef je vreugde, mijn lieveling.”

Die ene zin is mij het hele leven bijgebleven en verkwikt en vertroost me iedere keer weer als ik eraan denk.

–Henry Ward Beecher

Jesaja schrijft: “Wie heeft onze prediking geloofd, en aan Wien is de arm des Heeren geopenbaard?” De Engelse aalmoezenier van Oliver Cromwell, Thomas Manton (1620-1677) schreef een preek over de belemmeringen die mensen ervan weerhouden te geloven. Samengevat waren dit zijn belangrijkste punten:

  1. Onwetendheid. Mensen horen wel over Christus, maar kennen Hem niet.
  2. Lichtzinnigheid en luiheid; mensen vinden het wel goed zo.
  3. Een valse zekerheid. De natuurlijke mens vindt zichzelf goed genoeg zonder Hem.
  4. Geen waardering voor Christus. Zoals we onze eigen ‘echte’ noden niet zien, zo zien we ook Zijn ‘echte’ waarde niet.
  5. Een aanmatigende verwaandheid dat we Christus allang kennen.
  6. Hardheid van hart.
  7. Een diepgeworteld vertrouwen in eigen kunnen.
  8. Angst dat God ontstemd over ons is.
  9. Menselijke logica en aardse redeneringen.
  10. Manton

***

Draag altijd wat stilte in je mee. Wees stil en kalm in je eigen geest en gemoed en laat ook je gedachten tot rust komen. Dan zul je het belang inzien en de aantrekkingskracht van God voelen om je geest op Hem te richten; Hij, de Heer van wie het leven komt. Hier vind je de kracht om alle stormen van het leven te bedwingen.

George Fox

Eens op een mooie lentedag besloot een zwerm wilde kraaien om zich te goed te doen aan het jonge graan van een boer. Dat was het jaar daarvoor ook al gebeurd en dat zou de boer niet nog eens gebeuren. Dus pakte hij zijn geweer en rende naar buiten om de kraaien de stuipen op het lijf te jagen. Dat lukte goed, want na twee schoten waren de beesten allemaal in paniek verdwenen. De boer stapte tevreden het veld op om te zien of hij wat van die boefjes te pakken had genomen. En ja hoor, een van die beesten lag er levenloos bij, maar toen, tot zijn schrik, zag hij dat hij ook Polly, zijn sprekende huispapegaai, had geraakt. Dat beest was zo tam dat het altijd vrij mocht rondvliegen, maar klaarblijkelijk was de papegaai op deze morgen naar buiten gevlogen om met de kraaien te spelen. Gelukkig was het maar een schampschot, maar dat was natuurlijk niet de bedoeling geweest.

Toen de man met de papegaai tegen zijn borst geklemd weer naar de boerderij terugliep stoven zijn kinderen het huis uit en schreeuwden het uit van woede. “Welke onverlaat heeft er op Polly geschoten?”

De boer krabde zich achter zijn oren, niet wetende hoe hij dit ongeval het beste aan zijn kroost kon uitleggen. Maar toen kraste Polly opeens: “Slecht gezelschap. Slecht gezelschap.”

Dat was een waar woord. De boer moest er om lachen en terwijl hij de kinderen vertelde wat er gebeurd was, bedacht hij dat hij de kinderen iets kon leren. “Polly bevond zich in slecht gezelschap, kinderen,” zei de boer. “En slecht gezelschap is altijd gevaarlijk.”

In de Spreuken 4:13 lezen we: “Doe niet mee met oneerlijke mensen. Ga niet het slechte pad op. Blijf bij hen vandaan, ga niet met hen mee.”

Bijbelstudie
Korte Bijbelse overdenking met passages uit de Bijbel
Lees meer

 Uit het archief van Spurgeon
Het is niet de zonde zoals wij die zien die op Christus werd gelegd, maar de zonde zoals God die ziet. Het gaat hier niet om dat vage idee dat soms in ons leeft dat wij ergens iets verkeerd hebben gedaan, maar het gaat om het kwaad in al haar duistere aspecten zoals God het ziet en weet dat het is; het kwaad dat in ieder mens leeft in al haar onverbloemde afschuwelijkheid. Jezus heeft die last gedragen en weggedaan. Dat kleine onbelangrijke witte leugentje dat ons dwars zit is slechts het topje van de ijsberg, maar Jezus heeft het allemaal gedragen.

De wereld vindt het maar grote onzin. Deze huidige tijd is zo lichtzinnig dat als iemand van de Verlosser houdt en praat over zonde of slechtigheid, hij al snel een fanatiekeling wordt genoemd en als hij de machten van het kwaad haat is hij een dweper waar je voor moet oppassen.

Uit de schatkist van het verleden
Of de Griekse filosoof Socrates (469-399 v.Chr.) in de God geloofde die hemel en aarde schiep is niet met zekerheid te zeggen. Maar hij heeft wel iets heel bijzonders gezegd over de volmaakte mens. Nadat hij had verwoord wat hij dacht over een mens met een perfect karakter, een waarlijk deugdzaam man en hoe zo’n mens zich zou gedragen, zei hij onder meer het volgende: “De handelswijze van zo’n mens zal heel anders zijn dan die van de mensen om hem heen. Zo’n mens zal zo sterk optreden tegen de menselijke slechtheid en het kwaad in het algemeen dat hij niet geliefd maar gehaat zal worden. Zijn pogingen om de mensheid te hervormen of te veranderen zullen hem niet in dank worden afgenomen en hij zal veracht en verworpen worden. Het merendeel van de mensen zal zo’n mens eenvoudigweg niet kunnen verdragen. Die zijn te koppig en te onwillig om werkelijk te luisteren en zullen zo’n mens beschimpen, vervolgen en uiteindelijk ter dood brengen als een vijand van hun vrede.”

Dat klinkt verdacht veel als het levensverhaal van Jezus.
John Newton (1725-1807)

Dat is grappig
Karel had een kat, Coco genaamd, waar hij heel veel van hield. Maar helaas moest Karel op reis voor zaken en dus liet hij Coco achter bij Pimmetje, zijn broer die bij moeder woonde.

Toen hij die avond naar huis belde om te vragen hoe het met Coco ging antwoordde Pimmetje ongevoelig: “Die kat? Die is dood. Zo dood als een pier.”

Karel ontstak in woede omdat Pimmetje hem zulk nieuws op zo’n manier vertelde. “Wat ben je nou voor een broer? Je weet hoeveel ik van Coco de kat hield. Je had kunnen zeggen: ‘Karel, het spijt me, maar Coco is op het dak geklommen en komt er niet meer af. Morgen komt de brandweer om te helpen.’ Dan had ik morgen weer gebeld en dan had je me kunnen zeggen: ‘Karel, de brandweer heeft de kat gered, maar daarbij heeft ze een botje in haar poot gebroken. Ze ligt nu in het kattenziekenhuis aan de beademing, maar het gaat goed.’ En dan, de volgende dag had je het vreselijke nieuws voorzichtig kunnen vertellen. ‘Karel, lieve broer …  Het spijt me, maar Coco is aan zijn verwondingen overleden, maar ze voelde geen pijn en is rustig gestorven.’

“Tsjonge jonge,” antwoordde Pimmetje schuldbewust. “Je hebt echt gelijk. Had ik nooit zo moeten doen. Vergeef me alsjeblieft.”

Een paar weken later belde Karel zijn broer opnieuw. Na een tijdje over koetjes en kalfjes te hebben gesproken vroeg Karel: “Zeg Pimmetje, hoe gaat het met moeder?”

“O, moeder?” antwoordde Pimmetje, “Gaat best wel goed. Alleen … eh … ze zit op het dak, en we krijgen haar niet naar beneden… Morgen komt de brandweer.”

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier