Geloof, een waanidee?

Er is een zekere stroming in de westerse wereld, vooral in de academische wereld, die steeds sterker wordt, die onze maatschappij steeds verder begint te doordringen en die het geloof in God categorisch verwerpt en zelfs belachelijk probeert te maken.  Volgens deze stroming is geloof niet meer dan een hersenschim, een drogbeeld dat niet serieus genomen moet worden. “We geloven toch ook niet in Sinterklaas?”

Dit is een deel van de geestelijke strijd waar wij als kinderen van God mee te maken krijgen, maar een strijd die we met liefde en wijsheid niet uit de weg zouden mogen gaan. Paulus schrijft in Romeinen 1:20-21:

‘Want Gods eeuwige kracht en goddelijkheid zijn te zien in de natuur. Dat is altijd al zo geweest, vanaf het moment dat de aarde werd gemaakt. Maar ze wíllen God niet kennen. Daarom hebben ze geen excuus dat ze God niet dienen. Ze hadden God dus kunnen kennen door naar de natuur te kijken. Maar tóch hebben ze Hem niet de eer gegeven waar Hij recht op heeft. Ze zijn Hem niet dankbaar geweest. Ze hebben voor alles liever hun eigen verklaring gezocht. Zo is het donker geworden in hun onverstandige hart.’

Geloof als een misvatting
Een van de meest uitgesproken voorstanders van dit idee is wellicht de atheïst Richard Dawkins die in zijn boek ‘God als misvatting,’ schrijft dat het geloof in God een waanidee is. Sterker nog, hij zegt dat geloof in God gevaarlijk en schadelijk is voor een gezond en gelukkig leven. Het begrip ‘waanidee’ is een begrip uit de psychiatrie en betekent zoveel als een hardnekkige en valse overtuiging die sterk en tegengesteld bewijs van dat idee verwerpt en ontkent.

Is dat ook zo?
De christelijke wiskundige John Lennox, voorvechter van het geloof, heeft daar een ander idee over en verwijst daarbij naar een uitspraak van Professor Andrew Sims; voormalig voorzitter van de Royal Society of Psychiatrists, die schrijft: “Het gunstige effect van religieus geloof en spiritualiteit is een van de best bewaarde geheimen in de psychiatrie en de geneeskunde in het algemeen. Als Dawkins gelijk zou hebben zou de psychiatrie zeker ontdekt hebben dat religie schadelijk is voor de geestelijke gezondheid en zou het algemeen bekend nieuws zijn. In tegendeel, Sims vertelt ons juist dat een groot onderzoek in het American Journal of Public Health erop wijst dat onderzoek op dit gebied religieuze betrokkenheid juist sterk correleert met welzijn, geluk, tevredenheid, hoop, optimisme, een sneller herstel van depressies, en meer.

Misschien kunnen we de bewering van Dawkins beter omdraaien en suggereren dat juist het atheïsme blijft volharden in het waanidee dat God niet bestaat ondanks zoveel feiten die juist naar het bestaan van een Schepper verwijzen.”

Het lijkt er dus op dat er mensen zijn die ons voor de gek proberen te houden door te beweren dat de wetenschap ons laat zien dat geloof overbodig is geworden terwijl de wetenschap dit idee in de verste verte niet steunt.

Sigmund Freud
Een andere persoon die geassocieerd wordt met het idee dat God een waanidee is, is de ons welbekende Sigmund Freud (1856-1939) die volhoudt dat geloof in God niet meer is dan een troostende illusie, een vlucht voor de realiteit. De Duitse psychiater Manfred Lütz schreef er een bestseller over waarin hij stelt dat Freuds argumenten juist tonen dat het atheïsme een troostende waan is, en een verlangen om God op een dag niet te hoeven ontmoeten en zo dus geen verantwoording te hoeven afleggen voor het leven dat men geleefd heeft.

Het marxisme nam deze Freudiaanse opvatting echter gretig over, door te stellen dat religie de opium van het volk was. Maar mensen die de onderdrukking van het leven onder een marxistisch totalitair bewind aan den lijve hebben ervaren, begrijpen maar al te goed waar deze filosofie toe kan leiden.

De Poolse Nobelprijswinnaar voor Literatuur; Czesław Miłosz schreef: “Een echte opium voor het volk is het geloof dat er na de dood niets komt. Het is een enorm troostrijke gedachte dat we voor onze zonden, onze hebzucht, lafheid en moorden uiteindelijk niet veroordeeld zullen worden, want er is na dit leven niets; helemaal niets.”

God als Sinterklaas of de kerstman
Veel ongelovige mensen maken graag de vergelijking met de tandenfee. Geloven in God is voor hen hetzelfde als een geloof in Sinterklaas of het kerstmannetje. In een interview in de Guardian zei de inmiddels overleden wetenschapper Stephen Hawking: “Er is geen hemel, en geen hiernamaals … dat is een sprookje voor mensen die bang zijn in het donker.” Toen de eerdergenoemde wiskundige John Lennox werd gevraagd daarop te reageren zei hij: “Atheïsme is een sprookje voor mensen die bang zijn voor het licht. Op een keer werd ik tijdens een groot debat door een wetenschapper uitgedaagd met het Sinterklaas-argument. Om duidelijk te maken hoe kortzichtig deze stelling was, vroeg ik het publiek om de hand op te steken als ze als volwassenen in Sinterklaas waren gaan geloven. Niemand stak zijn hand op. Toen vroeg ik om de hand op te steken als er iemand was die als volwassene in God was gaan geloven. Honderden handen schoten omhoog.”

Wellicht is de grootste reden dat mensen niet in de God van de Bijbel willen geloven het feit dat ze niet goed begrijpen waar het om gaat en God niet persoonlijk kennen. Geloof in God heeft in wezen niets te maken met religie, maar alles met een relatie. Het is onze persoonlijke relatie met God die het verschil maakt. Zoals een oude Christen zei: “Ik weet dat God leeft want ik heb vanochtend nog uitgebreid met Hem gesproken.”

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier