Maandag 8 juli 2024
Gebed
Iedere dag
O Heer, bid ik drie dingen:
Dat ik U duidelijker mag zien,
Dat ik meer van U leer houden,
Dat ik dichter bij U blijf …
Dat ik U duidelijker mag zien:
Er staat in de Bijbel dat God Geest is. Hij is onzichtbaar en toch kunnen we Hem zien in Jezus, in de liefde die mensen met elkaar delen, en in de schoonheid van deze wereld.
Dat ik meer van U leer houden:
“Laten wij Zijn aangezicht tegemoet gaan met een loflied. Ik kan God mijn liefde tonen door me bij Hem terug te trekken en Hem te danken voor al die zegeningen. Ons leven is rijk, rijker dan dat van de welvarendste bankier zonder geloof. “Dit is de dag die de Heere gemaakt heeft, laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn.” (Psalm 118:24)
Dat ik dichter bij U blijf:
Als ik naar Hem opkijk in de stilte van die kostbare gemeenschap met Hem alleen en met Hem over mijn leven en Zijn hoop voor mij praat en luister, groei ik geestelijk en voel ik Zijn zorgzame aanwezigheid steeds beter aan. Dan wordt het volgen en liefhebben van de Herder mijn steun.
Ik kom in de tuin gans alleen
De dauw ligt nog vers op de rozen
En de stem die ‘k hoor
met mijn eigen oor
is van Hem die bij mij wil verpozen.
En Hij loopt met mij
en Hij praat met mij,
Hij trekt mij dicht tegen Zich aan
en zegt me dat ik altijd met Hem mag gaan.
O, de vreugde die Hij me daar geeft
heeft geen ander ooit eerder beleefd.
Naar een lied van Charles Austin Miles (1868-1946)
Er is een schilderij dat “De Engel van Troost” heet. Op het schilderij staat een vrouw geschilderd die op de rotsen zit en uitkijkt over de zee. Overal om haar heen is troosteloosheid; er is geen boom op de sombere kust te zien, er zijn geen bloemen en alles is naargeestig en donker. Er zijn alleen rotsen, woedende golven en haar troosteloze, wanhopige uitdrukking. Er is klaarblijkelijk iets in haar leven gebeurd, waardoor de schatten van haar hart in het water zijn verdwenen.
Maar daar, haar schouder bijna aanrakend en zwevend over haar gebogen vorm, is een engel. Het hemelse wezen is gekleed in het wit, en tokkelt zachtjes op een harp. De vrouw heeft echter niets in de gaten. Zij heeft het te druk met haar smart. Weet de rouwende vrouw echt niet hoe dichtbij de engel wel is? Hoort ze de hemelse muziek dan niet? Nee, ze zit daar op die kale rotsen in stomme onbewogenheid, verdrietig en eenzaam. En dat terwijl Gods engel van troost, een dienaar van hoop, zo nabij is en prachtige, aanmoedigende muziek speelt om haar pijn te verlichten. Geldt dit beeld niet voor veel bedroefden?
Voor zoveel hongerige levens, die wanhopig verlangen naar zegeningen die maar niet lijken te komen? En zo zitten we allemaal soms op die rotsen terwijl we in de ellende staren. Maar op zulke momenten nemen we de geschenken die de gewone dagen brengen niet aan. In onze dwaze verbijstering dat het leven niet altijd zo gaat als wij dat zouden willen weigeren we de schoonheid te zien die het leven ons telkens weer wil brengen. Engelen komen naar ons toe, in alledaagse of onaantrekkelijke vermomming, wandelen en praten met ons, maar we willen het niet horen of zien en blijven vasthouden aan onze smarten. We herkennen de waarde niet van de goede dingen die er nog steeds zijn; vrienden, gebeurtenissen, hoe klein ook, met een rijkdom aan kostbare liefde en bijna oneindige behulpzaamheid. En zo gaan we verder, zonder de ware hulp te pakken die naast ons staat. We zouden er goed aan doen om te bidden dat onze ogen geopend mogen worden, zodat we de engelen kunnen zien die God stuurt om onze levens te zegenen.
Uit: Glimpses through the Window of Life
Deze week nieuw op de site
In de oorspronkelijke Bijbelvertaling van de passage: “Gij omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend” wordt een verrassend beeld geschetst dat de moeite waard is om te bestuderen.
Klik hier om verder te lezen
Aan welke stem geven wij de prioriteit? Zijn wij doof, of sluiten wij ons af voor de stem van Hem die zich boven al het menselijke lawaai uit laat horen? Onze echte zaligheid en ons ware geluk ligt hierin dat wij het God toestaan om tot ons hart te spreken.
Klik hier om verder te lezen
Spreuk van de week
Ik ben een eendagsschepsel, op doortocht door het leven als een pijl die door de lucht vliegt. Ik ben een geest, ik kom bij God vandaan en ik ga weer naar Hem terug. Ik wil maar één ding weten: de weg naar de hemel.
John Wesley
De wereld is slechts een grote herberg waar we maar een paar nachten verblijven voordat we weer weggaan; het is dwaas om onze zinnen op die herberg te zetten en helemaal te vergeten dat we een echt thuis hebben.
Thomas Watson
Al lang geleden heb Ik tegen je gezegd, Jeruzalem, dat Ik altijd van je heb gehouden. Ik zal ook voor eeuwig van je blijven houden. Daarom heb Ik ook altijd voor je gezorgd.
Jeremia 31:3
Veilig in de armen van Jezus, veilig aan Zijn tedere borst, Overschaduwd door Zijn liefde, vindt mijn ziel zachte rust.
Fanny Crosby, 1868
Om over na te denken
Mijn ziel, waarom zou je je leven toch vastpinnen op de dingen van de tijd als er zoveel meer te ontdekken valt en er zo’n geweldige wereld bestaat die tot je roept? En waarom zou je steeds klagen over je beperkte middelen terwijl God je de sleutel heeft gegeven tot Zijn hemelse schatkamer met haar onbeperkte krachten en rijkdommen?
Laat je oog toch rusten op Jezus!
Hoe meer je naar Hem kijkt, des te dierbaarder Hij wordt en des te langer je wilt kijken.
Hoe meer je kijkt, des te meer kracht je ontvangt. Hoe meer je met Hem omgaat – des te kostbaarder Zijn gezelschap voor je wordt. Spreek veel tot Jezus. Dat is nooit tevergeefs. De naam van Jezus zal voor jou zijn “als kruidbedden en zoete bloemen.” (Kronieken 5:13.) De fluisteringen van de Geest, die je vertellen over genade en vrede, zullen je oor verfrissen en je hart doen dansen. Mijn ziel, deze genoegens zullen je nooit in de steek laten!
Niet zoals de muziek van deze wereld, die was en er niet meer is. Niet zoals een groot feest van gisteren, dat nu voorbij is en voor eeuwig ligt weggesloten in een grijs verleden. Niet zoals de prachtige bloemen die eens zo lieflijk geurden, maar nu verlept moeten worden weggegooid. En niet zoals dat prachtige landschap dat je eens zult achterlaten en zal verdwijnen in de glorie van het eeuwige rijk van God. Mijn ziel, houd je toch vast aan de overtuiging en de zekerheid dat je Verlosser, je Vriend en je Trooster altijd bij je is, nu en tot in alle eeuwigheid en altijd dezelfde is!
Wij zijn voorbestemd om gevechten te leveren en de strijd aan te gaan met de leugens van het duister, maar soms worden we ontmoedigd en denken we dat we nooit kunnen winnen. De vijand is zo sterk. Maar dan realiseren we ons opeens dat er iemand naast ons op het slagveld staat die met ons meevecht. De Bijbel heeft het daar ook over als die ons leert: “Door Hem zijn we meer dan overwinnaars.”
Als we met angst en beven op onze helper hadden gewacht en hadden geweigerd het slagveld op te gaan voordat wij zeker wisten dat God alles voor ons zou opknappen en natuurlijk op de manier die wij wilden, zouden we vermoedelijk voor niets op de helper gewacht hebben. Die komt doorgaans pas op het moment dat wij besluiten om in de aanval te gaan. God staat klaar om Zijn rijkste zegen over je uit te gieten, maar Hij wil dat wij op geloof het gevecht beginnen. “Ga uit met vrijmoedige vastberadenheid en neem wat van jou is. Ik ben begonnen te geven… Begin nu met de strijd en eis de overwinning op.” Geloof dat voorwaarts gaat, overwint
J.R. Miller (1840–1912)
Uit het archief van Spurgeon
Ziekte kan ons overkomen, maar de Heer heeft ons iets beloofd: Hij zal ons de genade geven om hem te dragen. Armoede en tegenslag? Ook zoiets kan een kind van God overkomen. Maar ook hier geldt dat Hij ons de genade zal geven wanneer dat nodig is. Zijn Woord staat vast en Hij is nooit ook maar een fractie te laat. Uiteindelijk komt zelfs de lichamelijke dood. Ook dat is niets om je echt zorgen over te maken, want God heeft de genade ervoor klaarliggen. Zijn genade is als een prachtig brandende kaars die onze donkerste uren verlicht.
Hoe gezegend is het als de jaren verstrijken en de bladeren van ons leven beginnen te vallen en we dan kunnen rusten op Zijn beloften en kunnen genieten van Zijn onveranderlijke Woord: “De Heer zal genade geven.”
Daily Light
Gods boek dat in de rotsen is geschreven is oud, zeer oud. De Bijbel is het oudste boek dat er bestaat en tegelijkertijd ook nog steeds het nieuwste boek. De Bijbel reikt heel ver terug in de oudheid. Hij gaat niet alleen terug tot het begin van deze aardse wereld, maar tot in de eeuwigheid. Vanuit de voorbije eeuwigheid bestrijkt de majestueuze reikwijdte van de Bijbel het hele scala van het zijn en reikt hij tot in de toekomstige eeuwigheid. Het is het boek van de eeuwigheid en daarin liggen de grootsheid en sublimiteit van de grote onbekende toekomst en het machtige plan van de Schepper.
Charles Naylor
Klik hier voor een korte Bijbelstudie uit Daily Light
Schepping
* Voordat er een Melkweg was – was God er.
* Voordat er sterrenstelsels, zonnestelsels, sterrenbeelden en nevels waren was God er.
* Voordat Mercurius, Venus en Mars in hun baan waren gezet was God er.
* Voordat Polaris boven de Noordpool was bevestigd was God er.
* Voordat Orion een gordel had en Saturnus zijn ringen was God er; in principe helemaal alleen, maar volmaakt, tevreden en glorieus in Zijn bestaan als de eeuwige ‘Ik ben’!
* Zelfs voordat engelen, duivels en mensen bestonden, was God er.
Hier is waar het om gaat: Als we de dingen goed willen begrijpen, moeten we niet bij de mens beginnen, maar bij God, want Hij is het begin van alle dingen. Het is dwaasheid als we met onze wijsheid en ons doen en laten bij de mens beginnen, want de mens is slechts een schepsel; een voortbrengsel van de Schepper. We moeten teruggaan en beginnen waar de Bijbel begint, en die begint bij God.
Uit de schatkist van het verleden
Een korte passage uit een preek uit 1857 gegeven door Ebenezer Rogers twee dagen na een vreselijk ongeluk met een stoomboot waarin 560 mensen verdronken.
Zit God niet meer op de troon of is Hij wellicht op vakantie? Natuurlijk niet. God zit nog steeds soeverein op Zijn troon. De wereld haalt daar zijn schouders over op en gelooft het niet, maar alle krachten en processen van de natuur zijn slechts dienaren van God die doen wat Hij wil. Boven het gebrul van de oceaan, boven het gekerm van de storm, boven zelfs het geschreeuw van verdrinkende mensen uit – klinkt die machtige stem van de Almachtige, die op overweldigende majesteitelijke toon zegt: “Wees stil en weet dat Ik God ben!” Psalm 46:10
Laten we boven deze taferelen van ogenschijnlijke wanorde en willekeur een soevereine God aanroepen, een God van wijsheid, een God van macht, een God van liefde, die alles weet, het einde van begin af aan ziet en alle dingen ordent naar de raad van Zijn wil. Dat is het geloof dat Hij in ons wil vormen en met zo’n geloof hebben we een ankerplaats voor ons leven, een plaats waar we ons kunnen verbergen in de toren van Zijn aanwezigheid en waar we omhoog kunnen kijken te midden van schokkende gebeurtenissen en zeggen: “Zo is het, Vader, want zo schijnt het goed in Uw ogen!” Wie zou zich niet durven onderwerpen aan lijden en tegenslag als die mens er werkelijk van overtuigd zou zijn dat er een plan achter het lijden zit dat ontworpen werd door een wijs, rechtvaardig en goed Wezen, wiens oneindige wijsheid Hem in staat stelde om dingen te bedenken die ontworpen werden voor ons uiteindelijke geluk? Het was deze overtuiging die Jezus zelf in staat stelde de bittere beker die de Vader hem te drinken gaf tot op de laatste druppel leeg te drinken.
Er is een soevereine God die op de golven vaart en de stormen leidt die al onze afgoden wegvagen en die het leven boven alles meer dan de moeite waard maakt. Mensen zijn voortdurend geneigd om te vergeten dat er wel degelijk een soevereine God in de hemelen is voor wie iedereen moet buigen en aan wie iedereen rekenschap zal moeten afleggen.
Een glimlach …
In een warm gezinnetje was moeder komen te overlijden en vader en zijn driejarige dochtertje bleven ontzet en ontdaan achter. Het leek wel alsof het licht in hun leven was uitgegaan. De avond na de begrafenis bracht de bedroefde vader zijn dochtertje naar bed en probeerde hij onhandig de knoopjes van haar nachtjaponnetje dicht te doen. Terwijl hij daar mee bezig was sloegen opeens alle stoppen van de elektriciteit door. Het was aardedonker in huis.
“Ik ga even naar de kelder om te zien of ik het licht weer aan kan krijgen, schatje,” sprak hij zachtjes tot zijn kind. “Blijf hier maar stilletjes liggen, want ik ben zo weer terug!”
Maar dat arme schaap was bang en onzeker na alles wat er gebeurd was en smeekte pappa om haar mee te nemen naar de kelder. De vader nam het kind voorzichtig in zijn armen en samen gingen ze door het donker op onderzoek uit.
Het meisje klemde zich stevig vast aan haar vader en zei opeens: “Het is zo verschrikkelijk donker pappa, maar ik ben niet bang, want jij bent bij mij!” De tranen sprongen in de ogen van de vader toen hij dat hoorde. Toen zei hij zacht: “Ja, lieverd. Het is echt heel donker, maar ik ben ook niet bang, want mijn Vader draagt me ook!” God zei: “Ik zal altijd voor u zorgen; Ik zal u nooit in de steek laten.”
Dat is grappig
Een voorganger ziet een bord buiten een huis met de tekst: “Sprekende hond te koop”. Geïntrigeerd loopt hij naar binnen. Een sprekende hond? Daar moet hij meer van weten. Binnen stuit hij op een woest uitziende pitbull die hem argwanend aanstaart. “Jij kunt spreken?” vraagt hij aan de hond. “Iets voor mijn kerk, misschien?”
“Zeker,” antwoordt de hond. “En ik heb mijn talenten goed gebruikt.”
“Wat heb je dan gedaan?” vraagt hij aan de hond.
“Ik ben eigenlijk een soort zendeling,” zegt de hond. “Altijd liefdadigheidsprojecten. Bejaardentehuizen om de bibberende, oude mensen lief te hebben, werk in de sloppenwijken waar ik mandjes met eten aan de armen rondbreng, en projecten op de basisschool om onschuldige kinderen te inspireren met een goede moraal. Toen ik nog een pup was, heb ik in de Alpen gewoond waar ik verloren bergbeklimmers veilig terugbracht na een lawine, en nog veel meer. Nee, ik zou voor uw kerk heel wat kunnen betekenen.”
De voorganger is verbijsterd. Hij vraagt de eigenaar van de hond: “Waarom zou je in ‘s hemelsnaam zo’n geweldige hond weg willen doen? Je bent gek. Die hond is goud waard.”
“Helemaal niet,” zegt de eigenaar. “Dat beest is een ras-leugenaar. Hij heeft niets van dat alles gedaan. Op zijn cv staat alleen maar dat hij graag kippen doodt en de hele buurt opjaagt met zijn slobberende kaken. U mag hem gratis meenemen, als ik er maar van af ben.”