Maandag 8 januari 2024
Een gebed
Ik vraag U niet om kennis voor de weg van morgen,
Mij te koesteren in een bed van speels gemak.
Ik vraag U niet om dagen zonder zorgen,
Mij te leiden tot de top van het hemeldak.
Heel eenvoudig wil ik U slechts vragen
Of ik altijd bij U thuis verblijven mag,
Of U mij helpen wilt de last te dragen
Als een trouwe knecht tot aan Uw grote dag.
O, Heer, U bent nu dichter bij mij en ik ken U beter dan Uw eerste discipelen toen U met hen door de velden van het Joodse land liep. Door Uw Geest bent U als de leven gevende adem van mijn bestaan en een constante vriend die mij niet verlaat of verloochent. U bent de zoon van God; het Licht der wereld. Helpt U mij om gestadig in Uw licht te wandelen en iedere stap op mijn pad in oprecht geloof af te leggen. Dan zal ik niet struikelen of de weg kwijtraken. Uw vriendschap is beter dan het gezelschap van prinsen en vorsten en Uw leiding is helderder dan het licht van de maan en de sterren. Helpt U mij om U onwankelbaar te volgen, ook al leidt het pad dat U met mij wilt gaan naar de tuin van het lijden en het kruis, want ik weet dat al Uw wegen uiteindelijk zullen leiden naar de eeuwige dageraad en de onbedorven glorie van het hemelse licht.
Naar een gebed van J.Wilmot Mahood (1864-1955)
Er bestaat een mythe over de manier waarop de vogels in het begin van de schepping hun vleugels kregen. Volgens het verhaal maakte God ze eerst zonder vleugels, waarna hij de vleugels boetseerde en ze voor de vleugelloze vogels neerlegde. “Kom vogels, neem die lasten op je en draag ze,” zei Hij tegen de vogels, die verbouwereerd toekeken. De vogels hadden daar eerst niet zo veel zin in. Ze hadden tenslotte al een mooi verenkleed dat glom in het morgenlicht en ze konden prachtig zingen. Wat voor zin had die extra last?
“Dat zijn je vleugels,” zei God geduldig. “Die heb je nodig om te vliegen.”
De vogels aarzelden. Die last zag er zwaar en ongemakkelijk uit. Maar toch, als de Schepper iets zegt kun je maar beter gehoorzamen en dus stapten ze tenslotte naar voren en een voor een namen ze de vleugels op en legden die op hun vogelschouders.
Even leek de last zwaar en moeilijk te dragen. Maar de vleugels groeiden aan hun kleine lichaampjes vast en al snel ontdekten ze hoe ze hun vleugels konden uitslaan en er een hele nieuwe wereld voor hen openging. De lasten werden vleugels en brachten hen geluk en vrijheid.
Het is natuurlijk maar een gelijkenis, maar zeker de moeite waard om over na te denken. In zekere zin zijn ook wij als die vleugelloze vogels, en God legt taken en plichten voor ons neer die er zwaar en ongemakkelijk uitzien. Maar het zijn juist die lasten die ons gaan helpen om te worden opgetild, ons kennis te geven over God en ons naar de hemel te dragen.
We kijken bijna allemaal met een gevoel van onbehagen naar onze lasten en deinzen ervoor terug. Maar als we ze optillen en ze om ons hart binden, veranderen ze in vleugels die ons helpen om naar God toe te vliegen. Er bestaan geen lasten en plichten die niet veranderen in een zegen als we die opgewekt en met liefde in ons hart dragen. Het is Gods bedoeling dat onze taken onze helpers zijn en geen hindernissen die wij koste wat kost moeten vermijden.
J.H. Jowett
Deze week nieuw op de site
“De Here zal u leiden.” Denk daar eens over na. Het leiden wordt niet gedaan door een engel maar door de Heer zelf. Mozes zei: “‘Als U niet Zelf meegaat, laat ons dan niet vertrekken.” Christen, God heeft jou in je aardse pelgrimstocht niet overgelaten aan de leiding van een engel: Hijzelf leidt de weg.
Lees meer
In de hemel zullen wij weer verenigd worden met onze geliefden en andere kinderen van God. Maar die hereniging zal natuurlijk niet beperkt blijven tot de kleine kring van mensen uit ons huidige leven. We behoren tot een veel grotere familie dan die waarmee we nu het leven doorbrengen.
Lees meer
De vrijgevochten predikant ging met pensioen en toen hij op het punt stond met de trein te vertrekken nam een van de ouderlingen afscheid en overhandigde hem een cadeau. De oude predikant was in zijn nopjes. Een cadeautje, daar hield hij wel van.
Lees meer
Spreuk van de week
Het is verbazingwekkend hoe sterk we worden als we beginnen te begrijpen wat voor zwakkelingen we eigenlijk zijn!
François Fénelon
God is er. Waar we ook zijn, daar is God ook. Er is geen plaats, waar ook ter wereld of in welke situatie of welke omstandigheid ook, waar Hij niet is.
W. Tozer
Er zijn mensen die zichzelf verkopen aan de duivel, maar er zijn anderen die het niet veel beter doen: Die verhuren zichzelf per dag.
Onbekend
Een christen die op geloof met God wandelt, aanvaardt alle omstandigheden als zijnde van God. Hij dankt God op de dagen dat alles goed gaat, hij dankt God als alles slecht gaat en hij dankt God voor alles daar ergens tussenin. Kortom, hij dankt God of hij er nu zin in heeft of niet.
Erwin W. Lutzer
Om over na te denken
Wie kan de berg van de Here beklimmen en binnengaan in de plaats waar Hij woont? Wie kan voor de Here staan? Alleen zij die schone handen en zuivere harten hebben, die zich niet inlaten met oneerlijkheid en leugens.
Psalm 24:3,4
Wanneer iemand dorst heeft, maakt het hem of haar weinig uit of het water in een gewone aarden beker of in een gouden kruik wordt aangeboden. Als iemand erg hongerig is en je hem brood brengt, maakt het hem echt niet uit of je het op een zilveren schaal of op een houten dienblad brengt.
Zo kan de genade van Christus net zo goed gedragen worden in het hart van een gewone visser als in dat van een geleerd mens; maar waar het om gaat is de staat van het hart. Is je hart schoon? Christus zal de zegen van het eeuwige leven niet naar verloren mensen kunnen sturen door levens die niet schoongewassen zijn. Hij zal ons het machtige werk van het Evangelie niet kunnen toevertrouwen als onze harten onrein en vervuild zijn door onze eigen plannen, ons eigen inzicht, en ons verlangen om stiekem een eigen koninkrijkje op te zetten.
Voordat we een waarachtig licht kunnen zijn moeten wij onze voeten van de verkeerde paden hebben afgewend en zelf de goddelijke wegen bewandelen. Alleen zuivere levens kunnen onzuivere mensen winnen voor een geheiligde hemel.
De voeten die vandaag voor Hem op pad gaan om in Zijn dienst uit te stappen zouden toch zeker niet op de paden van het kwaad mogen lopen? Het hart dat klopt met liefde voor de Meester zou zich nooit bezig mogen houden met gevoelens van wrok en gepassioneerde haat. Als we vaten willen zijn voor eeuwige waarde moeten we schone handen en zuivere harten hebben.
***
Gij waart mij zeer liefelijk
2 Samuel 1:26
Wat een prachtige woorden: ‘Gij waart mij zeer liefelijk.’ Wanneer we onze Heer in de heerlijkheid van het volgende leven zien, wanneer de beproevingen en de inspanningen en de offers van dit tijdperk ten einde zijn, is het dan te veel om te verlangen dat Hij zulke woorden tegen ons zou spreken: “Mijn zoon, Mijn dochter, Gij waart Mij zeer liefelijk?”
Als we de Heer zien en Hem die woorden horen spreken zullen de inspanningen van de levensweg, met alle moeilijkheden en alle offers die we zo gewillig voor Hem maakten in het niets verdwijnen. Het is alles waard om zulke lovende woorden van de lippen van de Verlosser te horen. “Goed gedaan, gij goede en eerlijke dienstknecht. Je was nooit populair op aarde en haast niemand kende je. Het leven dat je voor Mijn glorie hebt geleefd in de inspiratieloze sfeer van de plicht leek een verspild leven en de offers die je ervoor maakte leken waardeloos in de ogen van de mensen die je zagen, maar Ik zeg je: Gij waart Mij zeer liefelijk. De mensen zeiden dat je stomme fouten maakte en bekrompen was; je begreep de geest van de tijd niet en was een dwaze, religieuze fanatiekeling. En zo werd je gekruisigd zoals ze Mij kruisigden, maar je liefde voor Mij was wonderbaarlijk en daarom zeg ik je: ‘Gij waart Mij zeer liefelijk.’”
Uit: Springs in the Valley
Uit het archief van Spurgeon
Wat heerlijk dat wij Gods Woord hebben; het Woord dat ons altijd de weg wijst! Wat was de zeevaarder zonder zijn kompas? En wat zou een christen zijn zonder de Bijbel? Dit is de onfeilbare kaart van het leven, het is de kaart waarop elke ondiepte en iedere zandbank beschreven staat. Alle plaatsen met het drijfzand van het verderf zijn in kaart gebracht en alle stromen die naar de haven van verlossing leiden zijn duidelijk aangegeven door iemand die de hele weg kent.
Uit de schatkist van het verleden
Tijdens de slag om Gettysburg in de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) terwijl ontelbare kanonnen de heuvels deden schudden en de lucht trilde van het ellendige geweld, was er opeens een moment van rust.
Opeens viel er een haast gewijde stilte over het slagveld.
Niemand vuurde een geweer af en alle kanonnen zwegen. En toen weerklonk er heel duidelijk het lieflijke geluid van een vogeltje dat naar hartenlust zat te zingen op de tak van een half afgeschoten boom. Het geluid van de hemel brak door het duister van het slagveld heen en voor sommige soldaten was het een lied van God; een boodschap van hoop dat God bij hen was zelfs middenin dat onbeschrijflijke leed.
Maar er waren ook andere soldaten die hun schouders ophaalden en smalend moesten lachen om die bijgelovige halzen die God meenden te bespeuren op het slagveld. De stilte duurde niet lang en al snel bulderde het geweld weer los en was het vogeltje verdwenen. Het had alleen gezongen in de kortstondige pauze van het conflict.
Zo is het ook in de strijd van dit leven. Af en toe klinkt er een vredig lied, alsof er een engel zingt in het leven van de mens; in de korte pauzes van ontevredenheid, zorg en strijd klinkt daar opeens een hemelse hymne; tenminste voor de mens die het horen wil. Gods vogeltje zingt voor elk leven en de boodschap is voor ieder mens hetzelfde: “God leeft en als je naar Hem luistert zal Hij je te hulp komen.” Het lied klinkt niet lang en al snel begint de strijd weer en overstemt het geweld van de wereld de stem van God.
Maar niet voor de mens die in God gelooft. Die hoort het lied en put er hoop en moed uit. God zelf heeft gesproken. “Vrees niet, Ik ben altijd bij je, tot aan het einde van de tijd.”
Onbekend
Dat is grappig
Nadat de drie zonen het ouderlijk huis verlaten hadden en succesvolle carrières hadden opgebouwd bespraken ze gezamenlijk wat ze nog voor hun lieve, bejaarde moeder konden doen. “We geven moeder alle drie een kostbaar geschenk,” zei de oudste. “Zo tonen we onze liefde.”
Zo gezegd, zo gedaan en de eerste zoon kocht een landhuis voor moeder. “Dan kan ze in stilte genieten van het leven dat haar nog rest.”
De tweede kocht een Mercedes voor haar en huurde er meteen een bestuurder bij. “Dan kan ze nog eens op leuke plaatsjes komen.”
Maar de derde wilde haar iets geven dat haar geest zou inspireren en zei: ”Materiële dingen doen haar volgens mij niet zoveel. Moeder hield altijd zoveel van de Bijbel, maar nu kan ze niet meer zo goed zien en kan ze de Bijbel niet langer lezen. Ik vond op het internet een papegaai die de Bijbel kent en de hele Bijbel kan voordragen. Het kostte de oudsten in de kerk wel 12 jaar om het hem te leren. Echt een geweldig beest. Mama hoeft alleen maar het hoofdstuk te noemen dat ze wil horen en dan gaat de papegaai direct aan de slag en citeert hij de gevraagde passage.”
Kort daarna stuurde hun moeder haar bedankbrieven naar haar liefdevolle zoons.
“Maarten,” zei ze, “het huis dat je hebt gebouwd is wel mooi hoor, maar veel te groot. Ik woon maar in één kamer, maar ik moet nu het hele huis schoonhouden en dat kan ik helemaal niet.”
“Luuk,” schreef ze aan de tweede zoon, “Wel een mooie auto, hoor, maar ik ben veel te oud om te reizen. Ik blijf liever thuis, dus ik gebruik de Mercedes eigenlijk nooit. Bovendien is die chauffeur vreselijk onhebbelijk en zie ik hem liever gaan.”
“Maar Jan,” schreef ze aan de laatste, “Jouw geschenk wordt echt gewaardeerd. Dat kippetje dat je stuurde … dat was echt heerlijk! Dank je wel.”