Gebed
Vader, tot nu toe heb ik het vandaag best goed gedaan. Ik heb niet geroddeld, ik heb mijn geduld niet verloren, ik ben niet hebberig, chagrijnig, vervelend, egoïstisch of jaloers geweest. Daar ben ik heel dankbaar voor. Maar Heer, over een paar minuten moet ik opstaan want de week begint weer en vanaf dat moment heb ik Uw hulp heel hard nodig.
Amen

– (Gehoord van Garfield)

Een vriend van mij vertelde het volgende verhaal:

Toen ik nog een tiener was stond ik eens met mijn vader in de rij voor het circus om kaartjes te kopen. Terwijl we stonden te wachten, viel ons oog op het gezin vlak voor ons. De ouders hielden elkaars hand vast en ze hadden acht kinderen bij zich die zich netjes gedroegen. De oudste was misschien net twaalf geworden. Die lui hadden het duidelijk niet zo breed want hun kleren, hoewel schoon, waren verbleekt en eenvoudig. De kinderen brabbelden opgewonden over alle spannende dingen die ze gingen zien, en het was duidelijk dat dit voor hen een hele bijzondere dag zou worden. Toen het hele stel bij de kassa kwam vroeg de kassadame hoeveel kaartjes ze wilden. De man antwoordde trots: “Ik wil graag acht kinderkaartjes en twee kaartjes voor volwassenen. Wij gaan vandaag met zijn allen een dagje uit, ziet u?”

Maar toen de dame hem zei hoeveel dat kostte bevroor de glimlach op het gezicht van de man en stamelde hij: “Kost dat zoveel? Zoveel heb ik bij lange na niet.”

De kassajuffrouw haalde geïrriteerd haar schouders op en zei: “Ik kan het ook niet helpen. Zoveel kost het nou eenmaal.”

De man zag er gebroken uit en wist niet hoe hij het nieuws aan zijn kinderen moest vertellen. Toen zag ik mijn vader in zijn zak graaien. Hij haalde er een bankbiljet uit en liet het achteloos op de grond vallen. De vader van het stel zag het biljet op de grond dwarrelen en bukte zich om het op te rapen. “Neem me niet kwalijk meneer, dit viel uit uw zak.”

Mijn vader keek de man aan en zei: “Eens gevonden, blijft gevonden.”

De man knipperde even met zijn ogen en begreep toen wat er gebeurde. Hij pakte mijn vaders hand en antwoordde met een traan in zijn ogen: “Dank u, dank u, meneer. Dit betekent echt veel voor mij en mijn gezin.”

Ik ging daarna met mijn vader terug naar de auto. Vader had alles weggegeven en voor het circus was er die middag geen geld meer, maar dat maakte niets uit. Ik had een geweldige dag gehad want ik had een levende preek gezien die me mijn hele leven is bijgebleven.
Naar een artikel van John C. Maxwell

Deze week nieuw op de site
We zijn allemaal op reis naar het Beloofde Land. De Heer heeft ons verlost uit ons eigen persoonlijke Egypte van slavernij, maar nu bevinden we ons opeens in onze eigen persoonlijke wildernis van beproevingen en moeilijkheden. Als dat maar goed gaat…
Lees meer

De pelgrims keken elkaar verschrikt aan en toen stamelde een van hen: “Uw verlies is waarlijk het ergste en het zwaarste…” Een overdenking.
Lees meer

Er was eens een man die de hele dag in de rats zat omdat hij bang was dat hij die avond niet te eten zou krijgen. Maar deze man zat opgesloten in een inrichting. Van ons mag je toch verwachten dat wij wat redelijker met onze zorgen omgaan?
Lees meer

Spreuk van de week
Maak niet de fout om jouw wil te verwarren met de wil van God.
Onbekend

 Veel christenen benaderen hun moeilijkheden in het licht van hun eigen middelen. Dat gaat altijd fout en het gevolg is dat ze nauwelijks op geloof durven uit te stappen en een potje maken van de werkjes die ze alsnog proberen te ondernemen. Al Gods reuzen waren zwakke mensen die grote dingen voor God deden omdat ze erop rekenden dat God was wie Hij zei dat Hij was. Ze geloofden dat Zijn kracht en aanwezigheid bij hen waren.
Hudson Taylor

 Er is geen enkele gelovige die niet van tijd tot tijd twijfelt aan het Woord van God. Maar deze momenten van onzekerheid zijn helemaal niet schadelijk, tenminste, niet als wij ze bij God brengen. Integendeel, het zijn juist deze twijfels die ons naar een beter en dieper begrip van God leiden.
Leo Tolstoj

 Om over na te denken
Wist je dat zich in de menselijke geest een wonderbaarlijk muziekinstrument bevindt dat van betere kwaliteit is dan enig muziekinstrument waar de psalmist van Israël ooit op heeft gespeeld? Op de “tien snaren” van het menselijk hart speelt de hand van God heel graag; als wij Hem de kans geven brengt Hij de meest sublieme melodie voort uit ons leven. Te midden van alle harde en schetterende dissonanten van deze wereld is zo’n Christus minnende ziel een harp van goud die het hart en oor van God verblijdt.
Conway

 ***

Een paar jaar geleden was ik uitgenodigd om te preken in een plattelandskerkje en stond ik voor de kerk te wachten toen er een jonge man kwam aanrijden met een oud vrouwtje bij zich. “Wie is dat?” vroeg ik aan een ouderling die naast me stond.

“Zie je die mooie weide daar voor ons?” zei de man, “en dat land daar met dat grote huis erop?”

“Ja,” zei ik.

“De vader van die jongeman heeft dat allemaal opgedronken.”

Ik staarde hem verbaasd aan en de ouderling vertelde mij wat er gebeurd was. De vader van de jongeman was een grote dronkaard geweest die zijn hele bezit verkwist had en zijn vrouw had achtergelaten in het armenhuis toen hij stierf. “Maar die jongeman,” zei hij, “is zijn zoon en die is van een heel ander kaliber dan zijn vader. Hij heeft keihard gewerkt om genoeg geld te verdienen zodat hij het land kon terugkopen. Toen heeft hij zijn moeder uit het armenhuis gehaald en nu brengt hij haar naar de kerk.”

Ik dacht: “Daar kan ik over preken. Wat een prachtige illustratie van het Evangelie. De eerste Adam in Eden verkocht ons voor niets, maar de Messias, de tweede Adam, kwam en kocht ons weer terug. De eerste Adam bracht ons als het ware naar het armenhuis; de tweede Adam maakt ons koningen en priesters voor God. Dat is verlossing. We krijgen in Christus alles wat Adam verloor, en meer. Sommige mensen begrijpen er niets van en kijken met minachting naar het bloed van Christus, maar de tijd komt dat het bloed van Christus ontelbaar meer waard zal zijn dan alle koninkrijken van de wereld bij elkaar.
D.L. Moody

 Uit het archief van Spurgeon

(Geschreven rond 1880)
Kom. Wie dorst heeft: kom maar. En wie graag wil drinken: neem maar van het water dat leven geeft, gratis.
Openbaring 22:17

Op de hoeken van onze straten komen wij overal drinkfonteinen tegen. Wat mij betreft zijn het uiterst waardevolle instellingen. Maar stel je eens voor dat er iemand zo dwaas is om voordat hij begint te drinken naar zijn portemonnee te grijpen, en dan gefrustreerd uit te roepen: “Ik heb dorst, maar ik kan niet drinken, want ik heb geen geld op zak.” Hoe arm een man ook is, het maakt niet uit. Hij mag van die fontein drinken. Dorstige reizigers mogen stoppen en er zoveel van drinken als ze kunnen zonder vragen te stellen. Toch zijn er van die statige dames en gedistingeerde mannen in hun schitterende koetsjes die de fontein zien staan, maar er niet van willen drinken. Ook zij hebben enorme dorst, en hun lippen zijn door de hitte gekloofd en gebarsten, maar ze willen zich niet verlagen om hun rijtuig uit te stappen om van het water te drinken. “Ik kan toch niet uit dezelfde bron drinken als al die arme sloebers en slechteriken. Dat gaat me te ver.”

En zo rijden ze met uitgedroogde lippen dorstig verder. Hoeveel mensen zijn er niet die rijk zijn aan hun eigen goede werken en juist daarom niet tot Christus willen komen. “Ik wil niet gered worden,” zeggen ze, “op dezelfde manier als de dronkenlap en de zondaar. Ik kan toch niet op dezelfde manier naar de hemel gaan als een schoorsteenveger of een putjesschepper? Er is voor mij wel ergens een andere fontein waar ik uit kan drinken.”

Helaas; zulke trotse en blinde opscheppers zullen zonder het levende water blijven, maar: “Wie wil, die neme het water des levens vrijelijk.”

Uit de schatkist van het verleden
Heb jij geen diepe, goed geschreven Bijbelcommentaren bij de hand? Dat geeft helemaal niets. Blijf gewoon zelf het Woord lezen en bid terwijl je het bestudeert; want een beetje van God is duizendmaal beter dan veel dat je van mensen krijgt. Te vaak zijn er mensen die tevreden zijn met wat er uit de mond van mensen komt, zonder het zelf te onderzoeken en te knielen voor God om de echte waarheid te kennen. Wat we rechtstreeks van de Heer ontvangen door het bestuderen van Zijn Woord komt uit het “munthuis” zelf. Zelfs oude waarheden worden weer nieuw als ze tot ons komen met de geur van de hemel erop.

– John Bunyan

***

Een klein jochie, Benjamin West genaamd, probeerde eens een goede oppas te zijn voor zijn zusje Sally. Maar toen zijn moeder weg was, vond Benjamin een paar flesjes gekleurde inkt en begon hij Sally’s portret te schilderen. Tegen de tijd dat mevrouw West terugkwam was het huis een puinhoop. De tafel, stoelen en vloer zaten vol met inktvlekken. Benjamins moeder bekeek de rommel zonder een woord te zeggen totdat ze het schilderij zag. Ze pakte de prent op en riep uit: “Dat is Sally!”. En ze boog zich voorover en kuste haar jonge zoon.

In 1763, toen hij 25 jaar oud was, werd Benjamin West geselecteerd als kunstschilder voor koning George III van Engeland en werd hij een van de meest gevierde kunstenaars van zijn tijd. Hij zei later: “De kus van mijn moeder heeft mij tot een schilder gemaakt.”

Haar aanmoediging deed veel meer dan een berisping ooit had kunnen doen.

 Dat is grappig
Het verhaal gaat dat er eens een man en een engel samen aan het wandelen waren. Dat vond de man geweldig, want nu kon hij eindelijk zijn ei eens kwijt over al die vervelende mensen in zijn omgeving. “Ik heb nog nooit zo’n ellendig stel mensen gezien,” zei hij, “als hier in dit dorp. Ze zijn gemeen, hebzuchtig, egoïstisch en hebben geen enkel oog voor de behoeften van anderen. Het ergste van alles is dat ze altijd kwaadspreken over elkaar.”

“Echt waar?” zei de engel.

“Zeker wel,” antwoordde de man. “Neem nou die vent die daar aan komt lopen. Is dat geen gluiperd? Ik ken zijn gezicht wel, maar zijn naam is me even ontschoten. Moet je die kleine, wrede haaienoogjes toch eens zien. Eigenlijk lijkt die kerel meer op een vunzige fret. Alleen al de manier waarop zijn schouders zo gemeen en kruiperig naar beneden hangen… Ongehoord gewoon.”

“Ik ben waarlijk onder de indruk van je vermogen om de mensen zo goed te kunnen analyseren,” sprak de engel. “Het is echt heel knap van je. Maar er is één ding dat je niet hebt gezien.”

“Wat zou dat dan moeten zijn?” vroeg de man verbaasd.

“Dat we een spiegel naderen.”

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier