Mijn Calvarieberg

Heel alleen beklom ik mijn Calvarieberg.
Het was zwaar, en de pijn was zo erg;
mijn armen lam, mijn voeten verwond,
was er dan niemand die naast mij stond?

Wat zag ik op tegen de last die ‘k moest dragen.
Niets liever wilde ik dan God een ander kruis te vragen.
Een martelweg was het, waarom toch moest ik hier gaan?
Nee, ‘t was zinloos, hier kon ik niet staan

Dus ging ik terug, bedroefd en verslagen.
De last was te zwaar, mijn taak kon ik beter versagen;
door mijn hart veroordeeld tot lafaard; een twijfelaar.
En zo zocht ik naar een weg met minder gevaar

 

Ik keerde mij om, de blik naar beneden gericht
tot ik een man naar boven zag komen omgeven met licht
Hij sleepte een kruis met zich mee,
oneindig veel zwaarder; een kruis vol met wee

Zijn voorhoofd doorboord met een doornenkroon,
een blik van pijn in de ogen, en toch zo hemels en schoon.
Toen stond Hij stil en keek Hij mij aan.
Ik hoorde Zijn stem: “Mijn kind, met Mij kun je gaan.

Mijn angst smolt weg toen Hij tot mij sprak,
mijn twijfel verdween, het was mijn hart dat daar brak.
Toen wist ik het zeker, mijn weg was helder en klaar;
bij Hem was ik veilig, Zijn Woord was zo waar.

Ik pakte mijn kruis wederom in mijn hand
en liep achter Hem aan naar dat hemelse land.
Met Hem is geen berg me te hoog, geen pijn me te erg,
ik ben Hem vol blijdschap gevolgd op die Calvarieberg!

– Bewerkt gedicht ‘My Calvary’ door Matthew Biller

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier