Dicht bij Vader
Gedachten bij de parabel van de zaaier
Een klusjesman was bezig met het repareren van de kerkklok. De klepel zat vast en de klok werkte niet meer. Terwijl de man de klok grondig schoonmaakte hoorde hij een groepje gelovigen door het openstaande dakraam. Ze hielden een bidstond. De gebeden waren ongeïnspireerd, lauw en werden zonder enige overtuiging uitgesproken. Opeens werd het de reparateur teveel en schreeuwde hij door het raampje: “Ik heb die klok inmiddels gemaakt, maar het probleem ligt bij jullie zelf. Die gebeden van jullie komen nooit bij God aan, want er zit geen geloof achter. Die kerkklok zat gewoon verstopt met al jullie kleffe gebeden!”
***
Jezus gaf ons de gelijkenis van de zaaier. Hij zei: “Een boer ging naar zijn land om graan te zaaien. Bij het uitstrooien viel wat zaad op een pad, waar het werd vertrapt. De vogels kwamen het oppikken.
Er viel ook zaad op ondiepe grond met harde rotsbodem eronder. Het kwam wel op, maar verdorde ook weer vlug omdat het te weinig vocht kreeg. Ander zaad kwam tussen de distels terecht. Het verstikte daar omdat de distels veel sneller groeiden. Het overige zaad viel op vruchtbare grond. Het kwam mooi op en gaf een rijke oogst, wel honderd keer zoveel als was gezaaid.”
Het zaad is het woord van God en de akker is het menselijk hart. Klaarblijkelijk is niet ieder hart klaar om het Woord van God te ontvangen en brengt het niet in ieder hart de juiste vrucht voort. Wat kunnen wij zelf doen om ons hart te cultiveren zodat het Woord dat bij ons binnenkomt niet verstikt, afsterft, of door de twijfels van het duister wordt weggenomen?
Jezus gaf ons het antwoord toen Hij zei: “Kom tot Mij, allen die vermoeid zijn, want Ik geef u rust.” Wij komen tot Jezus door te bidden. Gebed is het werktuig dat de grond van ons hart bewerkt en zacht maakt. Op het moment dat de persoonlijke communicatie tussen God en de mens verwatert, begint het hart zich te verharden. Iemand die zijn relatie met God warm houdt en dagelijks schuilt onder Zijn vleugelen, houdt de grond van zijn hart vruchtbaar. Op die grond kan gezaaid worden. Het duister bevecht onze persoonlijke tijd met God. Als de vijand ons van oprecht gebed kan afhouden hebben zijn twijfels een goede kans van slagen. Maar als wij onze zorgen daadwerkelijk bij God neerleggen en Zijn troostende aanwezigheid voelen heeft hij geen kans. Dan verharden wij ons niet bij tegenslag en heeft het verlangen naar wereldse dingen met al haar verleidingen en zinloze bezigheden minder vat op ons.
Gebed betekent meer dan het bidden voor het eten of een schietgebedje voor een moeilijke situatie.
Echt gebed is een warm samenzijn met onze eigen Vader. Het betekent het zoeken van Zijn stem en Zijn richting voor ons leven.
In dezelfde gelijkenis zegt Jezus ook: “Het hangt er dus van af hoe u luistert.” Daar is alles mee gezegd. Gebed is voor een heel groot deel het stil luisteren naar wat God te zeggen heeft. Helaas zijn we vaak meer bezorgd dat God hoort wat wij te zeggen hebben dan dat wij horen wat God te zeggen heeft. En ofschoon God zeker verwacht dat wij ons zegje doen schort het nogal eens aan ons vermogen om echt te luisteren naar de stem van God in de stilte van ons hart. Harde harten die boos, verbitterd of trots zijn, kunnen de zachte, stille stem van God niet horen. Het Woord krijgt de kans niet om binnen te dringen.
Dat gebeurt ook niet als ons hart zich meer richt op macht, geld of eigenbelang. Dan worden de ideeën van het Woord direct weggefilterd en krijgen ze ook de kans niet om te ontspruiten. Zei Paulus niet dat het geloof juist groeit door te luisteren? “En om goed te luisteren en zo te groeien in ons geloof is het noodzakelijk te bidden.”