De macht om te redden

Tijdens de Tweede Wereldoorlog stormden de Nazi’s eens het huis binnen van een bejaarde vrouw, op zoek naar een leider van het verzet. Er was echter niemand te vinden. Maar de volgende dag werd er, nadat de avondklok al was ingegaan, wanhopig op haar deur geklopt. Het was de leider van het plaatselijk verzet, naar wie de Nazi’s op zoek waren.

“Help me, Moeder,” hijgde de man. “Mijn leven hangt er van af.” Zonder te aarzelen liet ze de man binnen en zette hem op een stoel aan de keukentafel. Maar nog geen minuut later werd er wild op haar deur gebonsd. Dezelfde Nazi’s die haar huisje een dag eerder hadden doorzocht stonden weer voor de deur. De vrouw bad wanhopig tot God om bescherming. “Heer, ik ben doodsbang, maar laat de Nazi’s geen spoor van die angst op mijn gezicht zien en beschermt u ons.” Ze gooide de keukendeur open in een wanhopige poging om de verzetsleider zo aan het oog te onttrekken en opende toen de deur.

“Waarom valt u mij opnieuw lastig,” vroeg ze kalm aan de leider. “U was hier gisteren al.”

“En vandaag zijn we er weer,” antwoordde de Duitser, terwijl hij haar gezicht aandachtig bestudeerde.

“Ga je gang. Je verdoet je tijd. Hier valt niets te halen.” Ze wees naar de keuken en de soldaten gluurden naar binnen maar zagen niets. Toen renden ze de trap op en doorzochten elke kamer zorgvuldig. Maar de man werd niet gevonden, want ze hadden niet achter de keukendeur gekeken.

***

God heeft de macht. Wij niet.

Als wij dat echt geloven geeft dat rust en vertrouwen. Natuurlijk is het de bedoeling dat je je best doet en je met je hele hart inzet, maar de macht…? Nee, die hebben wij niet. In onze menselijke trots en op een onbewaakt ogenblik, als wij toegeven aan de verleiding om onszelf op een voetstuk te plaatsen, denken we dat misschien nog weleens, maar eigenlijk weten we wel beter. Paulus maakt korte metten met deze gedachte. Die zei: “Want uw hart, dat eens vol duisternis was, is nu vol van het licht van de Here.” * Een hart vol duisternis? Daar valt niet veel eer aan te behalen.

Denk maar eens terug aan de tijd voordat je de Heer kende. Nu kun je je veilig bij Hem terugtrekken voor bescherming en troost; nu loopt er een herder naast je en is er altijd hoop, zelfs op de duisterste plaatsen van de weg.

 

Maar toen niet. Toen waren de dagen vaak gevuld met diepe eenzaamheid en doorkruiste je de barre velden van een vijandige wereld alleen en onzeker, met geen andere raadgever dan je eigen verwarde gedachten. En toch was de Herder ook toen naar je op zoek. In die dagen stroopte Hij het land af om jou te vinden. Ook al wist je het niet en begreep je niets van de hemelse boodschap, toch liet God je zelfs toen niet vallen. Maar dat had niets te maken met het feit dat je zo’n enorme hulp voor het Koninkrijk zou kunnen worden en God het zonder jou niet af zou kunnen. Met jouw macht had het niets te maken.

Dat is wel duidelijk als wij eens eerlijk naar onszelf in de spiegel kijken. Echt heilig zijn we nog steeds niet. Ja, heilige boontjes misschien, want als we aan die ongelovige, knorrige buurman denken, of aan die opgeschoten jongen uit het café aan de overkant met zijn tatoeages en sliertige, vette haar, dan is de verleiding om ons een klein beetje beter te voelen toch wel erg groot.

Het was de macht van God die het deed, het is de macht van God die ons vandaag behoudt en het is de macht van God die ons veilig door dit leven heen zal loodsen. Maar die macht om te redden, een wonder te verrichten of ons naar de poort van de hemel te leiden, is niet alleen voor ons, maar wil zich ook manifesteren in het hart van een hard, bitter, ongelovig mens om ook dat hart om te vormen tot een vruchtbare akker waar het geloof en de warme liefde van God de distels van de angst en het ongeloof kunnen verdrijven. En ofschoon alleen God dat kan doen, heeft Hij ons daar wel bij nodig. Hij wil dat wij, Zijn kinderen, bidden. Hij doet het wonder, maar verwacht nu van ons dat wij, die God kennen, het gevecht tegen het kwaad aangaan door in gebed te strijden.

Hij zou dat ook zonder ons kunnen doen, maar Hij heeft zichzelf een beperking opgelegd. Zijn macht komt alleen dan volledig tot zijn recht als wij oprecht bidden voor situaties en mensen. Een oude Christen ging zelfs zo ver door te beweren dat niemand gered kan worden zonder dat iemand anders oprecht voor hem of haar bidt.

Wij kunnen een mensenhart niet veranderen, maar wij kunnen wel de macht van God over dat hart uitstorten door God te vragen aan het werk te gaan. Wij kunnen geen wonderen verrichten of een ziekte overwinnen. God kan dat wel, maar verwacht van ons dat wij ons in de strijd mengen. Jezus vaart Zijn eigen koers, en antwoordt niet altijd op de manier die wij begrijpen, maar elk oprecht gebed wordt gehoord en werkt mede ten goede voor het geluk van Zijn kinderen. Is er twijfel of onzekerheid?

Zijn er situaties die je angst inboezemen, voor jezelf of voor een ander? Heb geen angst, want God leeft en Hij heeft alle macht en Hij staat zelfs voor Zijn kleinste kind klaar om het wonder te verrichten.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier