Een onverwachte ontmoeting

Door Karen Kingsbury
Met toestemming vertaald uit Guidepost Magazine

 

Karen Kingsbury is een Amerikaanse Christelijke schrijfster die een groot aantal bestsellers op haar naam heeft staan.

Ik heb nu meer dan 15 jaar boeken geschreven en ik moet toegeven dat mijn verbeelding soms met me op de loop gaat! Als ik met een verhaal bezig ben, zie ik vaak precies voor me hoe het verhaal zich zal ontwikkelen, lang voordat ik het op papier zet. Dan stel ik me voor hoe de verschillende personages met hun problemen omgaan en wat de gevolgen zijn.

Maar kortgeleden gebeurde er iets dat ik zelfs in mijn stoutste dromen niet zelf bedacht zou kunnen hebben.

Ik was naar New York City gegaan voor een bespreking met mijn uitgever. Mijn dochter Kelsey en haar man Kyle waren met me meegegaan om de stad te kunnen zien.

Het was een prachtige herfstdag en we liepen door High Lane park, dat gebouwd werd op een verhoging van een oud treinspoor en uitkijkt op de straten van Manhattan.

Het gesprek met mijn uitgever was geweldig geweest. Een droom die was uitgekomen. Mijn nieuwste boek “The Bridge” was een bestseller geworden en ik had een nieuw contract met hem kunnen afsluiten voor tien nieuwe boeken. Ik voelde me zo gezegend en blij en was dankbaar dat ik dit goede nieuws meteen met Kelsey en Kyle kon delen. Maar terwijl ik naar de blauwe hemel staarde voelde ik me ook een beetje verdrietig dat ik dit goede nieuws niet aan mijn vader kon vertellen. Mijn vader is zes jaar geleden gestorven en heeft veel voor me betekend. Hij was altijd een enorme steun voor me en mijn grootste fan.

“Heb ik je de laatste tijd nog wel eens verteld dat ik van je houd papa,” prevelde ik tegen de lucht. Daarmee refereerde ik aan een lied van Rod Stewart: “Have I told you lately.”

Dat was mijn vaders favoriete liedje geweest en dat, terwijl hij niet eens van popmuziek hield. Toen hij dat lied voor het eerst gehoord had, had hij me direct gebeld en gezegd:

“Dat lied gaat over jou en mama en ons gezin. Ik voel dat precies zo. Als je dat liedje hoort, moet je eraan denken dat ik van je houd!”

Toen ik zelf voor het eerst naar het lied luisterde en de krakerige, ruwe stem van Rod Stewart hoorde, begreep ik wat mijn vader bedoelde.

“Have I told you there’s no one else above you?
You fill my heart with gladness,
take away all my sadness,
ease my troubles,
that’s what you do.”

En zo werd het een gewoonte in ons gezin dat als een van ons dat liedje hoorde, hij de ander opbelde. Soms hoorde ik het op de radio als ik samen met papa was. Dan knipoogde hij naar me en zei: “Ik kan het niet beter onder woorden brengen dan Rod!” Dat lied bracht ons samen en betekende zoveel voor ons dat wij het uiteindelijk zelfs op de grafsteen van mijn vader lieten zetten.

Toen mijn vader eenmaal gestorven was begon ik dat lied op onverwachte momenten te horen.

Zoals die keer dat mijn man Don en ik terugreden na een schoolvoorstelling van onze oudste zoon Tyler. Dat waren altijd de momenten geweest die mijn vader voor geen goud had willen missen en toen we de radio aanzetten begon dat lied juist te spelen.

Of die keer dat we op vakantie gingen naar de Bahama’s. Het was de eerste vakantie na het overlijden van papa. Ik stond op het balkon van mijn hotel en keek uit over de schitterende zee en zei zacht: “O papa, als je dit toch eens had kunnen zien!”

Toen hoorde ik opeens datzelfde lied. Toen ik keek waar het vandaan kwam zag ik dat een groep muzikanten die normaal gesproken alleen maar eilandmuziek speelden, opeens besloten hadden om dit lied te spelen.

En nu stond ik hier in New York.

Dit was weer zo’n geweldig moment waarvan ik wist dat papa zo blij en trots op me zou zijn, maar ik kon het hem niet vertellen.

Ik miste hem opeens heel erg.

“Heer,” bad ik, “Vertelt U mijn vader alstublieft dat ik heel veel van hem houd!”

Ik werd er verdrietig van.

“Laten we wat foto’s maken!” zei ik tegen Kelsey en Kyle zodat ik afgeleid zou worden van mijn verdrietige gevoelens.

“We hebben hier een geweldig uitzicht op de Hudson rivier. Dat moet vereeuwigd worden!”

Ik pakte mijn camera en begon wat foto’s te maken van Kyle en Kelsey. Ik wilde eigenlijk een foto hebben waar we alle drie op stonden dus ik ging naast Kelsey en Kyle staan en hield de camera zo ver als ik maar kon van me af. Natuurlijk geen goede manier om een mooie foto te maken.

Opeens kwam er een man langs, samen met een vrouw.

“Ik kan wel even een foto voor jullie maken,” zei de man vriendelijk. Hij was ouder dan ik, was modieus gekleed en had een accent. Australisch? Brits? Ik kon het niet goed plaatsen.

“Geeft u mij de camera maar even!”

“Goed,” zei ik verbaasd. “Dank u wel!”

“Hoe werkt dat ding?” vroeg de man weer. Kelsey liep naar hem toe en wees naar de ontspanner. Toen gingen we alle drie bij elkaar staan en wachtten met een grote glimlach op het klikken van de camera.

“Prachtig,” zei de man, terwijl hij een blonde haarlok uit zijn gezicht streek. Toen gaf hij me de camera terug en zei: “God zegen jullie” en liepen hij en de vrouw verder.

Toen ze bijna uit het gezicht verdwenen waren zei Kelsey opgewonden: “Mama, hoorde je wat die man zei toen ik hem liet zien waar hij op de knop moest drukken?”

“Nee, lieverd, ik heb niets gehoord!”

“Hij zei: ‘meestal ben ik degene die gefotografeerd wordt. Het is wel leuk om eens een keertje een foto te maken!’ ”

“Waarom zou hij dat nou zeggen?” dacht ik verwonderd.

En opeens begon het bij me te dagen.

Dat piekerige blonde haar…
Zijn accent en zijn hippe kleren… Zou het nou echt? Zou het misschien…?

Ik zag de twee net de hoek omgaan en rende achter hen aan. “Mijnheer… Mijnheer!” riep ik luidkeels.

De man stopte en draaide zich om. Hij keek me recht in de ogen.

“U heeft zojuist foto’s van ons gemaakt,” zei ik.

“Ja,” antwoordde de man.

“Mag ik u iets vragen?’ ging ik verder.

“Geen probleem,” zei hij weer.

“Bent u Rod Stewart?”

“Soms,” zei hij.

“Nee, ik moet het echt weten,” zei ik overtuigd. “Bent u echt Rod Stewart?”

Hij moet in mijn ogen gezien hebben dat het belangrijk voor me was want hij zei toen zacht: “Ja, dat ben ik.”

Ik kon het niet geloven. Als mijn vader dit eens gezien had!

“Kan ik u iets vertellen?” vroeg ik hem weer.

Rod knikte.

Ik vertelde hem dat zijn lied “Have I told you lately” mijn vaders lievelingslied was geweest en dat ik nog geen tien minuten geleden zo verlangd had naar mijn vader en me afvroeg of hij zou weten hoe erg ik hem miste.

Rod pakte zachtjes mijn hand vast terwijl ik zei: “En nu ontmoet ik u. Ik weet dat het idioot klinkt, maar die songtitel van u staat zelfs op de grafsteen van mijn vader!”

Toen stonden er tranen in de ogen van Rod Stewart.

“Mag ik je omhelzen?” zei hij eenvoudig. “Dank je wel dat je me dit verteld hebt. Het maakt mijn hele dag goed.”

Toen wees Rod naar de hemel en liepen hij en de vrouw verder. Kelsey, Kyle en ik keken elkaar aan en onze monden hingen open van verbazing. Net op het moment dat ik mijn vader zo intens miste liepen we de rockstar die dat voor ons zo bijzondere lied had gezongen, tegen het lijf.

Zoiets kun je zelfs in je wildste verbeelding niet bedenken.

En toch had iemand het bedacht.

Iemand die de meeste bijzondere verhalen schrijft en de levens van ieder mens probeert te verrijken met schoonheid en liefde en Zijn hemelse vertelkunst.

Ik keek nogmaals naar de blauwe hemel. Er is werkelijk niemand groter dan God.

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier