Vader is dicht bij
Er stond eens een artikel in Het Beste over een succesvolle zakenvrouw die ondanks haar carrière toch een diepe leegte in haar leven voelde. Op een ochtend, tijdens een ontbijtvergadering met haar collega vertelde ze hem over dat gevoel.
“Wil je die leegte opvullen?” vroeg haar collega.
“Natuurlijk wil ik dat.”
De collega keek haar aan en antwoordde: “Je neemt geen tijd voor God. Je begint je dag zonder Hem, maar je moet eigenlijk iedere dag stil bij Hem zitten en Hem je hart laten vullen voordat je in actie komt.”
Ze keek hem aan en zei: “Je maakt zeker een grapje. Als ik dat doe krijg ik mijn werk niet gedaan.”
Haar collega antwoordde glimlachend: “Dat is precies wat ik 20 jaar geleden ook zei.” Toen zei hij iets wat haar echt aan het denken zette. Hij zei: “Je gelooft wel in God, maar je probeert God in jouw leven te passen. In plaats daarvan zou je moeten proberen je leven in God te passen.” De vrouw kon de woorden van haar collega niet vergeten.. Elke ochtend beginnen met God? Dat doet toch niemand? Maar de volgende morgen probeerde ze het toch, iets dat ze nu, jaren later, nog steevast doet.
Zegt de vrouw: “Ik kan niet meer zonder.”
***
Hoe is ons gebedsleven eigenlijk? Hoe beleven we God? Gaat het er ons vooral om dingen van God te ontvangen, hoe goed bedoeld ook en hoe oprecht we soms ook zijn, of gaat het ons toch vooral om God zelf?
Eigenlijk gaat God altijd voor. Dat zou tenminste moeten. Onze relatie met God, hoe wij ons bij Hem voelen en hoe we met Hem omgaan, zou altijd vóór onze verzoeken moeten komen. Jezus zelf zei daarover: “Geef het Koninkrijk van God en het doen van zijn wil de hoogste plaats in uw leven. Al het andere zal u dan geschonken worden.” *
Onbedoeld bidden we al snel op een manier waaruit blijkt dat wij God toch vaak zien als onze helper die ons moet leiden bij het verwezenlijken van onze plannen, terwijl wij juist de helper van God zouden moeten zijn om Zijn plannen te verwezenlijken. Zo’n houding sluipt er al snel en vaak ongemerkt in. Er is niets mis met het zoeken van steun bij God en Hem vragen om onze levens te verbeteren, tenminste niet zolang God en Zijn liefde voorop staan.
Hoe kan het dat mensen zoals Paulus oprecht en luid hun lofliederen aan God zingen terwijl ze geketend aan een muur in een donkere, kille kerker zitten?
Zou ik dat kunnen? Vermoedelijk niet. Ik kan me zo voorstellen dat mijn gebeden op dat moment alles te maken zouden hebben met smeekbeden om verlichting en vrijlating. Paulus wilde ongetwijfeld ook graag vrij zijn, maar toch zocht hij allereerst het aangezicht van zijn hemelse Vader en liet hij de zaak vol vertrouwen over aan God.
Een prachtig voorbeeld, maar ook weer niet ongewoon of onbereikbaar.
Wat is het allerbelangrijkste in ons leven? Een goede gezondheid misschien? Dat is heel belangrijk. Genoeg geld? Dat is ook belangrijk. En wat te denken van een goede relatie met familie en kinderen? Ook dat is van groot belang. En toch zijn dit dingen die op de tweede plaats horen. God komt eerst. Niet de dingen die Hij kan geven of kan doen, maar het gaat om God zelf, en dan komt de rest ook wel.
Stel je eens voor dat een goede vriend je opbelt die zegt: “Fijn dat ik je thuis tref. Mijn vrouw en ik kunnen namelijk wel wat raad gebruiken, want ons huwelijk gaat niet helemaal zoals het zou moeten. Kun je even komen? Om een uur of acht schikt me het beste, want dan ben ik net klaar met de voetbaltraining. En dan kun je misschien ook nog even langs die drogist kunnen rijden bij jou in de buurt. Mijn vrouw is namelijk vergeten om hoofdpijnpillen te kopen die ik hard nodig heb.” Je hoort het wellicht bedremmeld aan en als je vriend het gesprek dan besluit met de vraag of je misschien ook een paar honderd Euro mee kunt nemen die hij wil lenen om een onverwachte autoreparatie te betalen, is voor jou de maat vermoedelijk wel vol.
Niet voor God. Die blijft bij ons, maar als wij zo met God omgaan, hoe onbedoeld dat misschien ook mag zijn, is het misschien geen wonder dat ons geloof weinig echte vreugde kent en niet de drijvende kracht in ons leven is die het wel kan zijn.
God komt eerst. Een relatie met God staat voorop. Gemeenschap met God is altijd het allerbelangrijkste, iets wat ook duidelijk wordt in het verhaal van Maria en de zwoegende Martha die tenslotte uit haar slof schoot omdat Maria de liefde van Jezus zocht in plaats van haar in het huishouden te helpen.
God is geen kille kracht die het universum bestuurt. Hij is geen vriendelijke kornuit die met je meeloopt op je eigen wegen. Hij is geen verstrooide klokkenmaker die ergens in een hemelse werkruimte druk bezig is alle eindjes van het universum aan elkaar te lassen maar daarbij niet echt weet hoe hij zich persoonlijk met jou bezig moet houden. Hij is ook geen harde politicus of zakenman met wie je voorzichtig moet omspringen. En tenslotte is Hij zeker geen Sinterklaas met een geldautomaat bij wie je op de juiste manier moet aankloppen om alles te krijgen wat je nodig denkt te hebben.
God is niets van dat alles.
Wat is Hij dan wel?
God is onze Vader. Onze Vader die niet alleen in de hemel woont, maar ook in ons hart.
Een Vader die Zijn kinderen leidt en beheert met een liefdevolle hand, een God die de zonde haat maar ook bij de hoorns pakt en uit onze levens wenst te bannen. En tenslotte is Hij ook een Vader die respect van Zijn kinderen verlangt. “Eerbiedig ontzag voor de Here is de basis van alle wijsheid en het kennen van God geeft meer inzicht.” ** Tijd met Vader komt eerst. Tijd om met Hem te zijn, tijd om naar Zijn raad te luisteren en je tegen Hem aan te nestelen. En dan? Dan komt de rest vanzelf. Zoek eerst het Koninkrijk en al die andere dingen zullen ons geschonken worden.
Moeilijk? Misschien, maar zeker niet onmogelijk, want dat is de weg die God zegent.