Een slecht voorbeeld
Lamech zei tegen zijn vrouwen: “Ada en Zilla, luister naar me. Luister goed naar wat ik zeg. Als iemand mij slaat of verwondt, sla ik hem dood. Als iemand Kaïn iets aandoet, zal hij daarvoor zevenvoudig worden gestraft. Maar als iemand míj iets aandoet, zal hij daarvoor zeven-en-zeventigvoudig gestraft worden!” Genesis 4:23-24
Hier verschijnt een mysterieus personage. Donkere sluiers omhullen hem. Lamech beweegt zich met verhulde gelaatstrekken over de heilige bladzijden van de Schrift en verdwijnt ook weer snel. Maar toch neemt hij een plaats in op gewijde grond. Hij is een bijbelfiguur en de Heilige Geest heeft hem een plaats in het altijd levende woord gegeven. Wellicht niet als een stralend voorbeeld, maar wel als een waarschuwend baken. We doen er dus goed aan om de tekst te bestuderen.
De korte woorden die Lamech sprak, waren droevig. Ze plaatsen ons in een gebied dat niet door de zon wordt verwarmd, maar ons koud en kil achterlaat. Zijn woorden zijn als een uitgedroogde woestijn zonder verkoelende beek of als een diep dal met vreselijke schaduwen. Waarom? De grondtoon van deze klaagzang is de zonde en het duistere hart van Lamech borrelt op als een fontein van ongerechtigheid.
Deze ellendige spreker komt uit de familie van Kaïn. Lamech is een verachtelijke afstammeling van een laaghartige voorvader. Toen er vijf generaties voorbij waren, leek Kaïn weer in Lamech te verschijnen. Lamech toont de erbarmelijke staat van mensen die verstoken zijn van genade, in wie het eigen ik de aanbeden afgod is en waar egoïsme de voornaamste passie is geworden.
Wat een man, die Lamech. Zonder blikken of blozen verkondigt hij openlijk: “Ik heb een man gedood.” We kunnen zeker van hem leren dat de zonde zich manifesteert als een zich uitbreidende plaag. Eén fout die oogwenkend wordt toegelaten zwelt snel aan tot een dieper wordende stortvloed en verbreedt zich tot een grenzeloze zee. Eén klein lek kan het edelste schip doen zinken. Eén klein vonkje kan vurige razernij naar een immense uitgestrektheid voeren. De zonde heeft de onaangename eigenschap dat hij verblindt en verhardt. Het monster van de zonde in een hart dat weigert zich over te geven aan God lijkt in het geheel niet op een monster. Het stompt het geweten af en lacht om het onrecht.
Hij stamde af uit het huis van Kaïn
Het huis van Kaïn groeide snel. We lezen erover in Genesis. De afstammelingen van Kaïn zijn niet onbenullig. Ze schitterden in de levendige gaven van de natuur. Hun energie was groot. Hun intellect was scherp en hun vernuft was vernuftig. Maar daar houdt het op, want we zoeken bij hen tevergeefs naar liefde voor God en lezen niets over dienst aan de Heer of het volgen van Zijn plannen.
De afstammelingen van Kaïn planden en zwoegden met overgave. Maar het was allemaal voor tijdelijke verrijking – voor werelds belang, voor comfort en voor plezier.
Kijk eens wat de familie van Kaïn allemaal voortbracht: Geweldige gebouwen rezen op. Uitvindingen in het gebruik van metalen maakten grote vooruitgang en uitmuntendheid in kunst mogelijk. Steden ontstonden. Werken in koper en ijzer verwierf faam. De harp en het orgel klonken op hun feesten. Zij werden mensen die groot waren in de grootheid van de aarde, rijk in de rijkdom van de aarde en vaardig in de vaardigheid van de aarde. Maar alles kwam voort uit hun wereldse denken. God was niet de kracht die ze aanspoorde. Deze mensen, en iedereen die er zo over denkt, zijn nadrukkelijk ‘van de wereld’.
Luister, mijn geliefde lezer. Waarom leef je eigenlijk? Waarom ben je geroepen om deze aarde te betreden? Waarom is er een onsterfelijke geest in je lichaam geplaatst? Is ons niet geleerd dat het voornaamste doel van de mens is, God te verheerlijken en voor eeuwig van Hem te genieten? Moeten al onze tijd, onze middelen en onze energie verspild worden aan het dienen en het bevredigen van onszelf? Natuurlijk niet.
Ontwaak, sta op en doe afstand van zulke dwaasheid. Kruip niet rond in zulke modder! Bestudeer de glorieuze waarheden van Gods woord. Wees één met Christus. Leef als burgers van de stralende wereld.
Wandel met God. Sluit je aan bij het hoge gezelschap van Zijn kinderen. Schijn als lichten en werk voor de eeuwigheid. Zoek altijd eerst het hemelse koninkrijk – het welzijn van mensen en de glorie van de Heer. “Heb de wereld niet lief, noch de dingen die in de wereld zijn. Indien iemand de wereld liefheeft, zo is de liefde des Vaders niet in hem.” 1 Johannes 2:15.
Bewondering voor die geweldige dingen die zijn voortgebracht door de afstammelingen van Kaïn verandert al snel in rouw als we ons realiseren dat geen van deze dingen werd ontworpen om de Heer groot te maken. Mensen die op aarde als groot en heerlijk worden gekroond, staat een vreselijke verrassing te wachten in het volgende leven. “En zij wisten niets van wat er zou gebeuren, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam.” Mattheüs 24:39
Zo waren dus de tijden van Lamech.
Maar er is meer. Lamech spreekt niet tot zijn vrouw, maar tot zijn vrouwen. Waarom zijn het er twee? Is Gods verordening zo ruim? Is een dubbel huwelijk toegestaan in de heilige schrift? Dat betwijfel ik ten zeerste.
God in Zijn tedere barmhartigheid gaf aan Adam de zoetst mogelijke troost. Hij plaatste iemand van de menselijke natuur aan zijn zijde – om een deelgenoot van geluk te zijn, een partner in nood – een ander hart, waaraan elke zorg kon worden overgedragen – wiens liefde de reis van het leven soepel kon maken. Dat is Gods bedoeling. Dat er iemand is wiens genegenheid de lasten licht kan maken, die vreugde kan verdubbelen – die traan met traan en lach met lach kan ontmoeten totdat de dood de band verbreekt. God gaf de mens een helper, zodat ze elkaar konden helpen en dienen.
God geeft geen Eva’s, maar een Eva.
Jezus voegt Zijn gezaghebbende commentaar toe. “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en met zijn vrouw verenigd worden, en die twee zullen één vlees worden. Zo zijn ze niet langer twee, maar één.” Matteüs 19:5-6. Twee – niet velen – zullen één zijn.
Maar dat plan wordt al snel gefrustreerd wanneer de man zich aan meer dan aan één echtgenote hecht. Toegenegenheden die maar één kanaal zouden moeten hebben, veranderen in verschillende stromen. Het huwelijk is geen goddelijke eenheid meer, maar verwarring. In plaats van liefde en trouw komen jaloezie en afgunst op het toneel en dit ontaardt al snel in losbandigheid.
En dat deed Lamech. Hij heeft niets te maken met Gods wil. God interesseert hem niet. Zijn roekeloze hartstocht veracht Gods rede en vol hebzucht wentelt hij zich in losbandigheid, en door zijn lusten gedraagt hij zich als de wilde beesten van het veld.
Het onkruid, eenmaal geworteld, kan nog nauwelijks worden uitgeroeid. Door de eeuwen heen komt dit onkruid nog steeds op en brengt het veel huiselijke ellende met zich mee.
Zelfs koning David, toch een man naar Gods hart, dwaalde op dit duistere pad. Door toe te geven aan de zonde, sticht je een berg van ellende en in het ergste geval zullen er verloren zielen zijn die je naam verafschuwen, omdat je hen de weg naar de ondergang hebt gewezen door je voorbeeld.
Lezer, misschien zucht je wel en vraag je je af: hoe kon dit gebeuren? Waar was zijn geweten! Was het menselijk gevoel dan helemaal uitgestorven?
Het is goed om te huiveren, maar wijs vooral niet met de vinger. Leer van deze man in oprechte nederigheid. Richt je blik in afkeer naar binnen, naar je eigen hart. Welke hartstochten liggen er in je eigen binnenste op de loer? Welke monsters nestelen zich in de kamers van je verbeelding?
Je hart bevat het zaad van alle ongerechtigheid. Eens voelde koning David dezelfde afschuw, maar hij viel tenslotte toch. Gelukkig kwam alles bij hem nog goed. De Bijbel leert ons dat emoties zoals woede snel ontbranden in razernij die omslaat in roekeloosheid. Roekeloosheid is blind voor de gevolgen.
Daarom zal een kind van God de zonde in zichzelf het meest haten. Hij zal belijden dat zijn natuur tot de verkeerde dingen leidt en zich daarom overgeven aan de Redder en zich verlustigen in Gods grote genade.
Maar iedereen die zich aan God overgeeft, wordt binnengeleid in de Hof van Eden.
Dat is meer dan de moeite waard.
