Ere aan God in de hoogste hemelen
Door John Randall
Mijn vrouw en mijn schoonmoeder komen uit een familie die verzot is op klassieke muziek en daarom wonen ze vaak de concerten bij die ons stadje het hele jaar door te bieden heeft. Ik ga weleens mee, ofschoon ik er niet zoveel van afweet als zij.
Op de avond in kwestie had ik een kaartje gekregen van iemand die op het laatste moment had afgezegd en het was jammer van het geld om het niet te gebruiken. Er traden die avond koren op in een oudere protestantse kerk en het programma stond in het teken van kerstmis. Het duurde zo’n anderhalf uur en bestond uit een mengeling van onbekende Latijnse kerstliederen, oude Europese liederen en wat traditionelere kerstliedjes.
Tussen de liederen door werden Bijbelteksten voorgelezen die betrekking hadden op het kerstverhaal. Toen de traditionele kerstliederen werden gezongen, werd het publiek uitgenodigd om mee te zingen en iedereen zong uit volle borst. Het volledige koor, ongeveer zestig mensen sterk, bestond eigenlijk uit twee kleinere koren die in de loop van het programma tot één waren versmolten.
De dirigent was het hoofd van de muziekafdeling van de plaatselijke universiteit. Ik betrapte mezelf erop dat ik een zee van gezichten aan het bestuderen was. De leeftijden van de deelnemers varieerden van rond de twintig tot bijna in de tachtig.
Er waren geïnspireerde gezichten bij, stralende gezichten, serieuze zure gezichten, gezichten met een blik van verwachting en gezichten waar de druk van het leven van af te lezen viel, maar ze waren allemaal bijeengekomen in een groot koor. Ik keek gefascineerd toe, terwijl er allerlei gedachten door me heen gingen. Ofschoon ik het me later pas realiseerde, was dit eigenlijk een grote verzameling van heel uiteenlopende figuren, maar zeker niet minder stralend dan de verzameling gelovigen die getuige waren van die eerste kerstmis, zo lang geleden.
Ik keek mijn ogen uit naar die collage van levens die samengesmolten waren tot één. Het programma was prachtig en ontroerend en ik werd getroffen door het besef dat alle deelnemers zich enorm gelukkig prezen dat ze hier aanwezig mochten zijn. Hier werd de kern van het Christenzijn tentoongesteld.
Het simpele feit dat je hier aanwezig kon zijn, was al wonderlijk genoeg. Ik besefte dat het er niet toe deed wat voor mensen deel uitmaakten van de groep, wat voor leven zich afspeelde achter ieder gezicht, want hier was Christus, die door Zijn volk heen straalde. Kerstmis werd hier vlak voor mijn neus geboren. Hier scheen het licht van het christendom.
Er kwam grote vrede over me. Ik voelde me opgeheven door het besef dat het licht van Christus nooit zal verflauwen. Het is een eeuwige vlam. Het is eeuwig leven. Hoe levendig of onmerkbaar ook, de Geest en het licht van Christus is met en over Zijn volk en zal nooit uitgaan of gedoofd worden. Dat licht, dat het licht van de wereld is dat zijn stralende glans blijft werpen in de donkere hoeken van onze wereld, zal vooral in tijden van nood en tijden van problemen, steeds meer mensen naar Zich toe trekken.