Wachten? Maar ik wacht al zo lang…
Wachten is gemakkelijk als er maar weinig op het spel staat, maar als het om iets belangrijks gaat is het vaak een heel ander verhaal. Wachten op God in vast vertrouwen, terwijl je weigert je over te geven aan het verlangen van je menselijke natuur om zelf actie te ondernemen en niet langer te wachten op een God die niet direct lijkt te antwoorden, is niet eenvoudig en vergt een waarachtig geloof. God is de enige Geest in wiens hart geen leugenachtigheid te bespeuren valt. Het duister heeft bij Hem geen plaats. Wat Hij heeft beloofd zal ook geschieden.
Maar wanneer dan? De wereld lijkt alleen maar verder van God af te dwalen en het geloof wordt steeds meer bespot en belasterd. Jezus zei meer dan 2000 jaar geleden al iets over Zijn terugkomst, maar daar zie ik niets van. Waarom komt Hij maar niet?
Psalm 37 begint met de tekst: “Wees niet jaloers op oneerlijke mensen, op mensen die zich niets aantrekken van God. Want ze verdwijnen net zo snel als gras, als gras dat verschroeit in de zon.” Denken wij in ons ongeduld en ons ongeloof nu echt dat God niet meer precies weet wat Hij aan het doen is?
Stel je eens een kind voor dat van zijn vader gehoord heeft dat een klein iel plantje net zo groot en machtig zal worden als die grote, stoere berkenboom ergens in het bos; een boom die zo mooi ruist als de wind er doorheen strijkt en die een veilige haven biedt voor talloze vogels. Het kind kan het maar nauwelijks geloven en gaat iedere dag in het tuintje kijken of dat kleine plantje, nog geen vijf centimeter hoog en met pas twee blaadjes, al groter is. Nee dat lijkt nergens op.
Dat boompje groeit maar niet. Nog geen centimeter. En een week later nog steeds niet. En vader zei nog zo dat dit plantje net zo groot zou worden als die machtige boom in het bos. Ik geloof er niets van. Vader heeft me maar wat op de mouw gespeld.
Maar dan zegt vader dat het die boom in het bos vele jaren heeft gekost om zo groot te worden. Vele jaren? Maar daar wil het kind eigenlijk niet op wachten.
Wij zijn net als dat jongetje. Wij zien het koninkrijk van God maar nauwelijks groeien. Er lijkt maar geen schot in te zitten en de goddeloosheid regeert met vrije hand. Toch groeit het koninkrijk, veelal onzichtbaar voor onze ongeduldige ogen. Alles gaat precies volgens Gods plan en Zijn koninkrijk blijft gestadig doorgroeien en het heeft verder niets te maken met wat wij ervan denken.
Wanneer God dus zegt: “Wacht geduldig,” dan is het wellicht een goed idee om daar op te vertrouwen.
De wereldse houding beweert dat het dwaasheid is om te praten over een hemelse wereld waarin onze tranen worden gedroogd en het lijden voorbij zal zijn. Kan helemaal niet. Dit is tenslotte een arme, gemene wereld; een wereld zonder plan, reden of doel, en we moeten er maar het beste van maken. “Eet, drink en wees vrolijk, ziel, want morgen ga je toch dood.” Ja, dat klopt… maar wat dan? En waar ga je heen?
Vergis je niet. Gods koninkrijk groeit gestadig door. Zijn Woord komt uit en elke profetie zal uiteindelijk vervuld worden. Ook al lijkt het erop dat de dag van Zijn wederkomst lang op zich laat wachten, komen zal die dag toch. Een dag waarop de wereld geoordeeld zal worden en wij kunnen er vol vertrouwen naar uitzien, terwijl wij rusten op wat God ons gezegd heeft. Wij kijken uit naar de “nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont.”