Smeltende schatten
Een ijshotel bespreken voor de vakantie? Dat kan, het is tegenwoordig een toeristische attractie. Zo werd in januari 2001 in Canada het eerste ijshotel gemaakt met duizenden kilo’s sneeuw en ijs. Heerlijk slapen op een bed gemaakt van ijs, een bevroren drankje nuttigen in de verfrissende ijsbar, een ijzingwekkende film zien in de ijsbioscoop, en natuurlijk ontspannen rondslenteren door lange, kille ijsgangen. Maar je moet er wel op tijd bij zijn, want zo’n hotel blijft maar drie maanden bestaan. In april wordt het te warm en is een hartverwarmend verblijf in het bevroren gebouw niet langer verantwoord. Dan veranderen de bedden in smeltwater en zakt het hele gebeuren weg in de aarde. In december wordt er dan gewerkt aan een ijshotel voor het nieuwe seizoen. Een mooie constructie? Zeker, en het is ook nog eens een innovatief idee. Maar het illustreert ook op treffende wijze de waarde van onze aardse schatten. Schitterend in haar pracht en praal voor het moment, maar volkomen waardeloos als het op eeuwige waarden aankomt.
De Bijbel vermaant ons om schatten in de hemel te vergaren, waar dieven onze echte rijkdom niet kunnen roven en ongedierte en slijtage er geen vat op hebben. Schatten die niets te maken hebben met aardse weelde en voorspoed, maar alles met onze relatie tot God. En wat vraagt God dan van ons?
Om Hem lief te hebben, Zijn Woord te eren, van Hem te genieten en onze naasten lief te hebben zoals wij ook onszelf liefhebben. Dat is iedere week weer opnieuw een strijd. De invloed van de wereld ligt als een verstikkende deken over ons denken en spoort ons telkens weer aan om het niet zo nauw te nemen met de woorden van God. ‘Betuttelend, achterhaald en ouderwets.’
Toch staat er geschreven: “Aan de wereld en haar zondige begeerten komt een einde, maar wie doet wat God wil, zal eeuwig blijven leven.” * De wereld heeft een krachtige stem en biedt ons schitterende verleidingen en uitgekookte plannetjes die ons zogenaamd razendsnel geluk, voorspoed en weelde beloven.
Maar het resultaat is op zijn best niet meer dan een smeltend ijshotel.
Moeten wij ons dan maar terugtrekken uit de wereld en ons opsluiten in afgezonderde geloofsgemeenschappen waar wij, verenigd met onze uitverkoren geloofsgenoten verschoond kunnen blijven van het Satanskruid?
Niet volgens Jezus. Die zei: “Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te beschermen tegen de duivel. Zij horen net zomin bij de wereld als Ik. Maak hen zuiver en heilig door hen te onderwijzen in uw woord van waarheid.” *
Het Woord van God, Zijn gedachten en Zijn visie, stralen op onze geest en geven ons het zonlicht en het water om op te groeien als stevige en betrouwbare bomen voor Zijn Koninkrijk. Maar als wij Zijn licht niet of nauwelijks in ons leven toelaten, blijven we slechts armetierige plantjes en worden we wellicht verward met ongewenst onkruid. Paulus vertelt ons dat Gods kinderen geen vrienden van de wereld kunnen zijn. Gods gedachtegoed is wezenlijk anders dan dat van de wereld. God vraagt van ons om te geven in plaats van te nemen, om te vergeven in plaats van vast te houden aan bittere haat en om een licht te zijn voor hen die in het duister verkeren. En dat kan alleen door verbonden te blijven met de bron, God zelf.
1 Johannes 2:17
Johannes 17