
Niet jouw strijd
Laat je door de grote legermacht die jullie bedreigt geen angst aanjagen, want dit is niet jullie strijd, maar die van God.
2 Kronieken 20:15
Er zijn vaak momenten in mijn leven waarop ik me letterlijk bij God moet terugtrekken. Situaties waarin het mijn veiligheid is om stil te staan en de redding van de Heer te zoeken. Als ik oog in oog sta met geestelijke tegenstanders, als onheilige gedachten me kwellen, er verkeerde woorden over mijn lippen komen en mijn oude, slechte gewoonten (die altijd weer terug lijken te komen om me te kwellen), dan moet ik de stilte van mijn binnenkamer ingaan.
Ik moet leren dat ik mijn moeilijkheden nooit echt kan overwinnen door mijn eigen ingespannen pogingen. Dagelijks moet ik me wenden tot God en mij terugtrekken in Gods onuitputtelijke schatkamer van genade. Daar vind ik mijn kracht en wordt het fundament voor de overwinning gelegd.
Dat klinkt goed als mijn weg door zon overgoten lijkt.
De bedoeling is echter dat ik leer om mij terug te trekken op die momenten van ontmoediging, wanneer ik in het duister van ziel en geest verkeer. Dan schreeuwt alles in me om zelf in actie te komen en het heft in eigen handen te nemen. Me stil terugtrekken bij God en zelf niets doen gaat rechtstreeks tegen mijn eigen natuur in, die wil vertrouwen op zijn eigen kracht. Juist dan is het zo nodig, want alleen het Licht zelf kan het duister verdrijven.
Twijfels kunnen mij overspoelen. Twijfels of God wel echt de mijne is en of Hij wel echt om mij geeft. Als Hij zo goed is als de Bijbel beweert, zou Hij me toch zeker niet in deze situatie hebben gebracht?
Daar kan ons eigen inzicht niet tegenop. Wij kunnen onszelf niet uit deze perioden van somberheid redden. Maar als Jezus tegen je zegt dat Hij je niet zal laten vallen, krijg je weer moed.
Ik moet, zelfs wanneer Hij Zijn liefdevolle en leven gevende aanwezigheid ogenschijnlijk heeft weggenomen, naar Hem blijven opkijken en wachten tot Hij zich over mij ontfermt. En Hij doet het. Iedere keer weer. Hij is het die mijn nacht zal laten verdwijnen en de zonneschijn terug zal brengen.
We maken ons zoveel zorgen. Toch zijn wij veilig in Zijn hart geborgen.
Dat geldt voor alles wat wij meemaken op onze levensweg, dus ook als wij ons zorgen maken over de verlossing van anderen. Ik kan tot mijn geliefden spreken. Ik kan voor hen bidden, op mijn knieƫn in het verborgene, en hen zelfs dag en nacht met tranen waarschuwen. Maar wanneer alles geprobeerd is wat mijn wijsheid en liefde kunnen bewerkstelligen, moet ik de grenzen van mijn macht erkennen en mijn zaak laten rusten bij de Schepper van hemel en aarde.
Ik ben niet in staat om mijn broeders te verlossen. Ik moet het aan God overlaten om het werk te voltooien op Zijn manier en op Zijn tijd.
En dat is het hele verhaal van mijn christelijke weg, vanaf mijn geboorte tot aan mijn kroning. De strijd is niet de mijne, maar die van God.