Het diepste verlangen
God weet reuzen van mannen op de knieën te krijgen en kan ze als baby’s laten huilen. God weet hoe Hij verdorven levens zo kan omvormen dat stralende gedachten, puur en wit als verse sneeuw, in die harten kunnen neerdalen. God kan een familie die door bittere wrok verscheurd was, genezen en dat huis omvormen tot een weldadige plaats van rust waar liefde en vergeving opbloeien, waar geen plaats meer is voor de distels van haat. Verrotte mensen, klaar voor de hel kunnen door God worden omgevormd tot juwelen van het hemelse land. Als God komt, verandert woede in liefde, verdriet in vreugde, oorlog in vrede en as in vuur. God kan alles. Bij U, Vader, is alles mogelijk.
–Charles A. Wickman
***
Mijn bruid, ik ben helemaal in jouw ban. Na één blik van jou kon ik je niet meer vergeten. Alleen je sieraden al maakten dat ik de jouwe wilde zijn.
-Hooglied 4:9
Deze tekst staat geschreven in het Hooglied en beschrijft het intieme verlangen van God met Zijn bruid. Zijn bruid? En wie mag dat dan wel zijn? Dat is Zijn kerk. Daar hoor jij bij. Iedereen die voor Hem is neergeknield en zich heeft opengesteld kan rekenen op deze liefde. Gods liefde, warm en oprecht en altijd bereikbaar in de Geest. De bovenstaande tekst doet in niets denken aan een strenge, oude, gemene aartsvader die dreigend de eettafel rondkijkt om te zien of zijn kinderen aan het praten zijn of met het eten knoeien.
Integendeel. Toch is het idee dat God persoonlijk bij ons betrokken is, alsof wij de enigen op aarde waren, maar moeilijk te vatten voor onze werelds georiënteerde gedachtewereld. En toch is dit precies de liefde en de warmte waarmee God ons wil omringen.
Maar zo’n relatie moet groeien. Vertrouwen doet niemand zomaar. Dat moet zorgvuldig worden opgebouwd en dat is zonder twijfel dan ook een van de redenen dat wij hier op aarde rondlopen. Juist door dit leven, met al haar strijd en tegenslag, begint het geloof in God te stralen en te groeien en waait het als een machtige banier over ons leven. Dit gebeurt als wij ons deel doen en naar Jezus kijken.
Paulus schrijft: “Daarbij moeten wij blijven kijken naar Jezus, Die ons de weg wijst. Hij is het doel van ons geloof.” Door Jezus voortdurend voor ogen te houden vlamt onze liefde op en zijn we in staat om het leven meer en meer vanuit Gods gezichtspunt te zien en te begrijpen. Het is echter alleen mogelijk om voortdurend naar Jezus te kijken als ons hart vol van Hem is en dat kan alleen als Hij ook daadwerkelijk in ons woont.
Ook daar heeft Paulus iets over te zeggen: “Ik bid dat Christus meer en meer in u mag wonen, naarmate u Hem meer gaat vertrouwen. Dat u geworteld zult zijn in Gods liefde en daarop uw leven zult bouwen.” Jezus wil geen gezellige bezoeker zijn die je zo nu en dan op de koffie vraagt, maar die je toch na een paar uur maar liever ziet vertrekken zodat je je ‘echte’ leven weer kunt oppakken. Jezus woont in ons hart. Niet in het wijkgebouw of bij de buren, maar in de belangrijkste plaats van ons leven.
Het hart is de beste kamer in het huis. In het hart gaat het niet alleen om wat je denkt, maar in het hart draait alles om emoties, je genegenheden, je verlangens en je liefdes. Door te kijken naar Jezus groeit de liefde. Liefde die zo nu en dan brandt, maar het op de belangrijkste momenten laat afweten en het hart niet warmt wanneer het vriest; wanneer de twijfel en de angst toeslaan, is niet de liefde die Jezus bedoelt. Het vuur van het geloof moet te allen tijde hoog worden gehouden. Neem de tijd voor het gebed.
Roep uit naar de God die jou ziet wanneer niemand anders er ook maar een idee van heeft waar je mee worstelt. Jij bent de bruid van Christus. God stierf voor ons allemaal, maar in het bijzonder voor jou.