
Eindelijk thuis
De weg is nauw en moeilijk begaanbaar en er kan maar één persoon tegelijk over lopen. Maar die weg leidt naar een deur die opengaat naar een wereld van ongekende schoonheid, leven en licht. Vader staat daar klaar op die nauwe, donkere weg om mij Zijn hand te reiken en samen lopen wij naar de deur. Opeens is mijn vermoeidheid verdwenen. Mijn zorgen smelten weg als sneeuw voor de zon. Ik voel me geborgen, want Vader loopt naast me.
Dit is de weg die naar het leven voert.
Wij noemen het de dood, maar hij leidt naar het leven. Soms zijn we er bang voor.
Eigenlijk heel dwaas. Ons hele leven verlangen we ernaar om dichter bij onze Heer te mogen zijn en juist deze weg brengt ons naar onze diepste verlangens. Nu gaan we eindelijk naar huis. Nu is het lijden voorbij. Nu zullen we voor eeuwig in Gods aanwezigheid mogen leven.
Bang? Bang voor dat moment? Zou Hij, die we ons hele leven al vertrouwen ons nu op die laatste meters van de weg laten vallen?
Maar als de deur dan opengaat en wij ons verblijden in het hemelse licht is er toch een kort gevoel van eenzaamheid, want die deur gaat maar voor één persoon tegelijk open en wij laten zoveel geliefden achter. Geliefden voor wie het aardse leven nog niet voltooid is. Vrienden aan wie de Heer nog vraagt om langer op Zijn akkers te ploegen, die nog niet geroepen zijn om die laatste meters af te leggen.
Maar dat moment van droefenis is maar kort, want de Heer maakt ons duidelijk dat wij niet om hen hoeven te treuren. God zorgt ook voor hen en ook zij zullen eens aankomen in het beloofde land.
En daar in de schaduw, daar zie ik iemand knielen. Het is Christus zelf, de mens die de grootste droefenis die maar mogelijk is, zelf heeft gekend. Hij die het lijden kent als geen ander en die ons heeft verteld dat Hij altijd naast ons zal staan. Hij, die de diepste pijn en eenzaamheid heeft gekend die een mens kan dragen, heeft gezegd dat Hij ons niet verlaten zal en ons niet eenzaam zal achterlaten.
Bang voor de dood? De dood is slechts een engel die werkt voor God. Het is de engel die ons meevoert naar de tedere armen van God. Eindelijk thuis.
Zullen wij daar bang voor zijn?
-Mary L. O’Hara