De wind van God
De wind? Die kun je niet bevelen.
De zeeman weet dat hij de storm niet kan tegenhouden, noch kan beginnen. Maar hij heeft geleerd de wind te gebruiken en zijn schip naar de haven te sturen die hem is bevolen. Ook de molenaar is afhankelijk van de wind en gebruikt deze voor het voeden van de mensen. De wind wordt gebruikt om energie op te wekken.
Niemand weet waar de wind vandaan komt en waar die heengaat. Niemand kan de wind vertellen wat die moet doen, maar wij kunnen de wind wel gebruiken. Zo kan ook niemand de Geest van God bevelen. Die doet wat Hij wil en gaat waar Hij gaat. Maar de Geest geeft ons leven en staat voor ons klaar. De Geest is de adem van God en voert ons mee naar prachtige, nieuwe oorden van het Koninkrijk.
***
Een kaars heeft zuurstof nodig om goed te kunnen branden. Als je de luchttoevoer afsluit begint de vlam onrustig te fakkeren en zit je al snel in het duister. Ook je lichaam kan er niet zonder. Een gemis aan zuurstof is dodelijk. En daar kunnen we ook geestelijk iets van leren. Als jij helder wilt branden voor God en geestelijk gezond wilt zijn en alles uit je leven wilt halen wat er in zit, heb je de broodnodige geestelijke zuurstof nodig. Dat is Gods Heilige Geest.
De Geest van God voorziet je geestelijk van alle zuurstof die je nodig hebt. Zonder de Geest begint jouw vlammetje onrustig te flakkeren en gaat het uiteindelijk uit. Om te kunnen stralen en je kleine lichtje te laten schijnen heb je die geestelijke, zuivere lucht nodig. Het Hebreeuwse woord dat overal in het Oude Testament voor ‘geest’ wordt gebruikt is ‘ruwach’ en dat betekent zoveel als ‘lucht’. In een paar gevallen wordt het zelfs gebruikt voor ‘adem’.
In het Nieuwe Testament wordt het Griekse woord ‘pneuma’ gebruikt en dat betekent hetzelfde. Een mens zou de pure, zuivere lucht van de Geest van God dan ook voortdurend moeten inademen. Als je in de fysieke wereld geen lucht krijgt houdt het snel op, maar wij vergeten maar al te snel dat het geestelijk net zo gesteld is. Je ziet het niet, je zakt niet opeens midden op straat in elkaar en alles lijkt oppervlakkig gezien misschien nog in orde, maar als je de Geest niet inademt, opsnuift en tot je neemt raak je ook geestelijk verstikt en zak je geestelijk als een pudding in elkaar. Dan gaat ook ons licht, net als dat van de kaars, onrustig flakkeren en zitten we voor we het weten in het pikkedonker en hebben we niets te geven. En de gelijkenis gaat zelfs nog verder. Net zo goed als het voedsel alleen niet genoeg is om je in leven te houden, maar je de zuurstof nodig hebt om dat voedsel te verbranden en je de benodigde energie te geven, is ook je geestelijke voedsel alleen niet genoeg om je geestelijk in leven te houden.
Je kunt elke dag uren doorbrengen met zware Bijbelstudies en theologische verhandelingen, maar zonder de Geest van God kun je ze niet verteren en verbranden en krijg je niet de energie, de vreugde en het leven dat je zoekt. Je hebt de zuurstof van de Geest nodig. De adem van God. De stille wind van Zijn Geest, die je verfrist, geneest en vernieuwt. Neem er de tijd voor. Trek je terug in je binnenkamer en verbind je met Jezus. Open de ramen en laat Zijn Geest je kamer eens goed uitluchten