De verlangens van je hart
Verheug u in de Here, dan zal Hij u geven wat u nodig hebt en waar u naar verlangt.
Psalm 37:4
Al van jongs af aan zijn onze levens vervuld geweest van wensen en dromen en hebben wij verlangd naar van alles en nog wat. Maar als we daar eens eerlijk naar kijken zien we al snel dat ons ‘eigen ik’ daarin meestal de hoofdrol vertolkte.
Niet vreemd natuurlijk en heel menselijk, maar eigenlijk draait alles al van af het eerste begin om ons eigen genot en plezier. Het gevolg daarvan is dat we de deur van ons hart wijd openstellen voor de lokroep van de wereld en dat we het liefste luisteren naar die stemmen die ons gouden bergen beloven.
Het is natuurlijk niet allemaal kommer en kwel, maar het is wel een feit dat heel veel van die wensen en verlangens niet zijn uitgekomen. Die gouden bergen die de wereld ons beloofde zijn niet meer gebleken dan armzalige molshopen, of zoals in het geval van de verloren zoon, als schillen voor de varkens.
De Bijbel wijst ons een betere weg. Als wij ons op God richten, belooft Hij ons de verlangens van ons hart vrijelijk te geven. Het enige dat wij daarvoor moeten doen is het voldoen aan de voorwaarde die Hij aan deze belofte verbonden heeft. Verheug u in de Heer. Of zoals er in een andere vertaling staat: “Blijf altijd dicht bij de Heer en geniet van Hem.”
Genieten wij wel van de Heer of is ons geloof meer een traditie, een soort levenloze plichtsvervulling zonder kracht, die ons leven nauwelijks beïnvloedt? Als wij meer met onszelf bezig zijn en ons niet verheugen in God en in de levende relatie die Hij met ons wil hebben, is het geen wonder dat ons leven vol teleurstellingen zit en spanning en frustratie van onze gezichten af te lezen zijn.
Een getalenteerde tekenaar die eens voor een ernstige operatie in het ziekenhuis lag had een boeiende schets gemaakt. Zijn tekening toonde het woord ‘Ik’ doorkruist met een grote X. Daarnaast stond het met licht omrande woord ‘Hij.’ Het is niet moeilijk de bedoeling te begrijpen. De tekenaar had een streep door zijn ik gezet en keek alleen nog naar de kracht van de grote Hij die hem kon behoeden.
Het is een voortdurende strijd om niet steeds zelf op de troon van ons leven te willen klimmen, maar er iedere dag weer afstand van te doen, zodat de rechtmatige Koning ook in ons leven de scepter zwaait. Dan stromen goedheid en liefde onze levens binnen en zien we opeens dat wij met een hele andere blik naar onze levens kijken. Wat eerst zo belangrijk voor ons was wordt bijzaak of vervaagt in het licht van Gods grote liefde voor ons. Wat wij wensen wordt omgezet in een: ‘Heer, wat wenst U?’ Ons leven zal nooit meer hetzelfde zijn.