
De sleutel is vriendschap
Iemand die zijn leven over heeft voor zijn vrienden, heeft de grootste liefde. Grotere liefde bestaat niet. Jullie zijn mijn vrienden als jullie doen wat Ik jullie zeg. Ik noem jullie geen dienaren meer, want een dienaar weet niet wat de plannen van zijn heer zijn. Maar Ik noem jullie vrienden. Want alles wat de Vader aan Mij heeft verteld, heb Ik ook aan jullie verteld.
Johannes 15:13-15
In het Nieuwe Testament wordt de relatie van ons als kinderen van God met Jezus voorgesteld als een persoonlijke ontmoeting en omgang met Hem. Het is Gods bedoeling dat deze omgang rijpt en uiteindelijk uitgroeit tot een hechte en tedere vriendschap.
Vriendschap. Dit is het idee dat onze Heer zelf heeft.
Hij nodigde mensen uit om tot Hem te komen. Daarbij vroeg Hij van hen om andere banden te verbreken en zich persoonlijk aan Hem te hechten. De mensen die Hij riep moesten alles achterlaten en met Hem voortgaan.
Dat leert ons dat Hij de eerste moet zijn; de allerbelangrijkste in de affecties van ons, Zijn volgelingen. Hij eiste van Zijn eerste leerlingen de volledige trouw van hun harten en levens. Dat was geen zelfzuchtig verlangen om de belangrijkste te zijn, maar het openen van de weg waardoor het ware geluk naar ons toe kan stromen.
Christus bood zichzelf aan de mensen aan, niet alleen als een helper van buitenaf, niet alleen als iemand die hen zou redden door hun zonden op zich te nemen en voor hen te sterven, maar als iemand die een hechte, intieme en onverbrekelijke vriendschap met hen wilde sluiten. Het was niet alleen een verplichting, een doctrine of een zaak waarmee hij zijn volgelingen aan zich wilde binden, maar hij zocht en zoekt altijd, naar een band van persoonlijke vriendschap.