De Meester wil wel…
Op een keer bezocht ik het museum in Genua, samen met mijn vriend die violist was. De gids leidde ons langs prachtige schilderijen en robuuste beeldhouwwerken en stopte uiteindelijk in een kleine ruimte waar niet veel te zien was. Maar daar in een nis stond een viool achter een vitrine.
Wat een prachtig instrument! Het hout glansde en het was haast alsof je de muziek die in het kostbare instrument besloten lag, kon horen. Het was de viool geweest van de beroemde violist Paganini.
Ik bedacht hoe mooi het zou zijn als mijn vriend hier in deze ruimte de viool eens zou kunnen bespelen. Maar dat zou niet gebeuren. Dat kon niet. De viool lag achter zijn glazen wand die afgesloten was met een groot hangslot. Hoe goed mijn vriend ook kon spelen, die viool zou niet bespeeld worden. We konden er niet bijkomen, hoe graag we dat ook wilden. Opeens realiseerde ik me dat het met een heleboel mensen ook zo is.
Er zijn zoveel prachtige mensen, vol met talenten en mogelijkheden. Maar God kan hen niet bespelen want ze geven niet mee. Ze zitten weggestopt achter allerlei muren. Muren van pijn, van eigenbelang of ongeloof. De Meester wil wel, maar ze geven Hem geen kans.
***
Als de Meester ons bespeelt brengen wij een hemelse melodie voort die de wereld in vervoering kan brengen. Maar als we ons verzetten en Hem buitensluiten wordt ons leven droog en vruchteloos en worden onze talenten niet gebruikt vohet hemelse koninkrijk. Wij zijn niet geschapen voor onszelf, maar als instrumenten die God kan gebruiken om iets moois mee voort te brengen. “Stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid.” (Romeinen 6:13)
Moeten wij onszelf overgeven? Een hamer en een nijptang hebben geen eigen wil, maar het grootste goed dat God ons gaf was de vrijheid om zelf te kiezen. God kan bijna alles voor ons doen, maar wij moeten er zelf voor kiezen ons in dienst van God te stellen. Dat kan Hij niet voor ons doen.
En hoe kan God een instrument gebruiken dat zich verzet als de Meester het ergens voor wil gebruiken?
Overgave aan God betekent dat je je eigen wil opgeeft en je toevertrouwt aan de bekwaamheid van de Meester. Jezus was timmerman en werkte in Zijn jonge jaren ongetwijfeld met degelijk gereedschap. Het gereedschap dat Hij voortdurend nodig had hing aan Zijn riem of lag dicht bij Hem op de werktafel, zodat Hij het direct kon pakken als Hij het nodig had. Zo wil God graag dat ook onze levens binnen Zijn bereik liggen. Een prachtig instrument met de nieuwste technologie en de laatste snufjes heeft weinig waarde als het zich niet in de gereedschapskist van de Meester bevindt.
Het gaat er dan ook niet om hoeveel wij hebben, maar hoeveel God van ons heeft. Een talent dat zich overgeeft aan God is honderd keer meer waard dan honderd talenten die zich niet door God laten gebruiken.
Ben jij als het zaad in de hand van de zaaier dat wordt uitgestrooid op de akkers van deze wereld? Jezus zei: “Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.” (Johannes 12:24)
Wat is het belangrijkste in ons leven? Leven wij slechts voor plezier en gemak? Of voor ambitie en rijkdom? Leven wij voor onszelf of voor God? Dit leven is maar kort en voor we het weten treden wij de eeuwigheid binnen. Enkel wat wij uit liefde en voor God hebben gedaan gaat daar met ons mee.