Gebed
O Heer, zoveel mensen om mij heen wijzen uw gezag af, verwaarlozen Uw verlossing of verduisteren Uw raad door woorden zonder ware kennis. Helpt U mij om me aan U vast te houden en mag ik de genade hebben om mij in geen andere fontein te wassen dan die van Uw kostbare bloed. Laat mij door geen ander licht geleid worden dan het licht van de waarheid van Uw heilige Woord. Ik wil op geen andere manier naar de hemel reizen dan door het geloof dat U mij schenkt. O Heer, dat ik mijn ziel met niets anders mag voeden dan met Uzelf, het levende brood uit de hemel. Ik verlang naar geen andere vreugde dan de vreugde die voortkomt uit verbondenheid met U en waarachtige gemeenschap met U. Dan zal ik U prijzen, samen met de grote schare van de verlosten in Uw koninkrijk van heerlijkheid.
Amen
Onbekend
Overdenking
Kom mijn ziel,
Zoek steeds je toevlucht bij de Heer
En laat het aardse leed toch door Hem dragen.
Geniet daar in de tuin zo stil van die liefdevolle leer
En weet dat je Hem alles daar kunt vragen.
Gemeenschap met God, o wat een heerlijkheid.
Wat Gods liefde in mij toch vermag.
O Heer, maak mij voor deze zegening bereid;
Zodat ik voor altijd, eeuwig bij U horen mag
Ik zoek geluk niet langer in ‘t tranendal van deze aard’
Waar de nacht regeert met harde, wrede hand.
Die liefdevolle stem van God, die is mij alles waard;
Zo volg ik Hem naar het beloofde Land.
Dus:
Te midden van verwarde lasten van het leven,
De tegenslag, de pijn en ‘t overvloedige verdriet,
Van de zonde die mijn hart doet beven,
Zoek ik mijn God, de Vader die al mijn zorgen ziet.
Hoe kostbaar de gemeenschap in dat stille oord;
Bij de Heer is vrede die zelfs de hel niet kan verstoren.
Ik vertrouw op de belofte van Gods Woord,
Zie in de stilte reeds het hemels ochtendgloren.
Een man verdwaalde eens in de woestijn. De proviand was al snel op en ook zijn water dreigde snel op te raken. Twee dagen lang had hij geen hap te eten en vreesde hij dat hij zou sterven van de honger. Waar was er toch iets te eten? Hij zocht wanhopig om zich heen en keek verlangend over de uitgestrekte woestenij of er misschien een karavaan aan de horizon voorbijtrok met reizigers aan wie hij hulp kon vragen. Er was niets te zien. Uiteindelijk vond hij dan toch een uitgestorven oase waar een beetje water in een oude put stond en rond de put de sporen van een kampement. Hier waren nog niet zo lang geleden reizigers geweest. De uitgehongerde man keek om zich heen in de hoop wat voedsel te vinden dat de reizigers wellicht hadden achtergelaten. Na een tijdje zoeken vond hij in het zand inderdaad een zak waar iets hards in zat. Zijn hart sprong op van vreugde. Daar zat voorzeker eten in. Een homp brood wellicht, of noten misschien… Alles was welkom. Hij scheurde de zak gretig open en keek naar de inhoud. Maar wat een bittere teleurstelling… Waardeloos.
Hij gooide de inhoud van de zak woedend op de grond en schreeuwde het uit in zijn wanhoop. Parels … goud en geld. Wat had hij daar nou aan? Hij zakte neer op het brandende zand en was klaar om te sterven.
De mens zoekt doorgaans naar de rijkdommen en het geluk van deze wereld omdat die zo schitterend lijken en vol beloften van vrijheid en heerlijkheid, maar pas wanneer wij oog in oog met de waarheid komen te staan in de grote crises van het leven, blijken die dingen waardeloos en zijn ze slechts een bespottelijke aanfluiting voor wat er echt nodig is. Als we geen brood en water hebben, het brood des levens en het water van God, zullen we zeker omkomen.
Uit: Glimpses through the Window of Life
Deze week nieuw op de site
Nog een verhaal van Leo Tolstoj: Er was eens een koning die dacht dat het leven als koning veel makkelijker zou zijn als hij antwoord had op drie prangende vragen. Maar niemand kon hem het juiste antwoord geven en dus zocht hij hulp bij een wijze kluizenaar.
Lees hier verder.
De dag was bijna ten einde toen de storm losbarstte. Tot mijn teleurstelling zag ik dat de planten waar ik zoveel van hield door de striemende regen tegen de grond werden geslagen.
Lees hier verder
Hoe kunnen wij nog trots zijn als wij zien dat de Dienaar der Dienaren ook onze voeten wil wassen? Willen wij het werk van Jezus in één zin samenvatten, dan zou het wellicht zijn: “Hij vernederde Zichzelf.” Een overdenking.
Lees hier verder
Spreuk van de week
Wen jezelf aan onredelijkheid en onrechtvaardigheid om je heen. Vertoef in de aanwezigheid van God, die al deze kwaden duidelijker ziet dan jij en die ze toestaat en laat niets je van Zijn vrede afbrengen. Neem er genoegen mee om kalm het weinige te doen dat je moet doen en maak je niet druk over al die andere dingen.
François Fénelon
Als je God vertrouwt met je ziel, waarom zou je Hem dan niet vertrouwen met je zorgen?
Josh Weidmann
Heus, geloof me maar, hier op aarde zal ons geloof nooit volmaakt zijn; ieder mens, zelfs de grootste heilige heeft zijn gevechten en twijfels en krijgt met ongeloof te maken. Geloof is een nederige, zelf verloochenende genade; het maakt de christen tot niets in zichzelf zodat hij door God volledig gevuld kan worden.
Calvijn
God eist van ons geen dingen die voor ons onmogelijk zijn.
Augustinus
Om over na te denken
“Al begrijp ik alle verborgenheden en alle kennis … en heb ik de liefde niet, ik ben niets.”
1 Korintiërs 13:2
Het klinkt wellicht vreemd maar er is een groot verschil tussen kennis van geestelijke dingen en werkelijke geestelijke kennis. Kennis over geestelijke dingen is kennis die de grootste ongelovige met zich mee kan dragen. Maar werkelijke, geestelijke kennis is iets dat is voorbehouden aan de kinderen van God.
Kennis over geestelijke dingen is slechts intellectuele kennis die door iedereen kan worden opgepikt. Hij is theoretisch, maar ontbeert in kracht. Geestelijke kennis daarentegen is levend, vitaal en effectief.
Zo zijn er massa’s mensen die de Bijbel bestuderen en er meer over weten dan menig ander. Maar zo’n Bijbelstudie verschilt in niets van het bestuderen van wetenschap of filosofie. Zo kan iemand zich ijverig en enthousiast door de Bijbel heen werken, vertrouwd raken met de letter van de Schrift en de termen ervan begrijpen en het Woord van God beter kennen dan een eenvoudige Christen met minder vrije tijd en minder natuurlijke vaardigheden.
Maar wat is die kennis waard als hij het hart niet raakt?
Het karakter niet verandert?
En ons niet helpt in onze dagelijkse wandel met God?
Tenzij onze “Bijbelstudie” ons zowel innerlijk als uiterlijk gelijkvormig maakt aan het beeld van Christus levert hij ons niets op.
Arthur Pink (1886-1952)
Wist je dat de Almachtige God twee huizen heeft waarin Hij woont? Hij heeft Zijn huis in de stad en Hij heeft Zijn buitenhuis. Zijn stadshuis is de hemel der hemelen; en Zijn buitenhuis is het nederige, gebroken hart van Zijn kind. Dat blijkt uit Jesaja 57:15: “Dit zegt de Hoogverheven God, die voor eeuwig op de troon zit. Ik ben de Heilige God. Ik woon in de hoge, heilige hemel. Ik woon óók bij de mensen die nederig begrijpen dat ze Mij nodig hebben. Bij de mensen die bij Mij terugkomen en Mij voortaan van harte willen gehoorzamen. Hun zal Ik nieuw leven geven.”
Wil je dus dicht bij God leven, word dan niet trots. Ik denk daarbij aan een bepaald soort zwaan die trots rondzwemt met zijn glinsterende veren, maar onder dat schitterende verenpak zit een zwarte huid. Zo hebben ook ons uiterlijk vertoon en onze goede werken, behalve dat we er goed mee voor de dag komen, maar weinig om het lijf, want het menselijke hart is niet zo glinsterend als we anderen zo graag willen doen geloven, maar gitzwart door de zonde.
William Dyer 1632-1696
Deze Joden reageerden veel beter dan de Joden in Tessalonika. Want ze luisterden naar Paulus en geloofden hem. Elke dag zochten ze in de Boeken op of het allemaal klopte wat hij zei.
Handelingen 17:11
Broeders, denk eens aan dat grote voorrecht dat ons gegeven is. Wij hebben de Bijbel en zijn niet verplicht om altijd maar klakkeloos te doen wat we in al die wijze boeken van die geleerde mannen lezen of horen in de kerk van die gezalfde voorgangers. Wat we moeten doen is het Woord van God volgen en alles wat niet overeenkomt met de Orakels van de Waarheid moeten we snel achter ons laten.
We hebben veel reden om dankbaar te zijn voor de instructies en geschriften van geestelijke mensen – maar toch zijn al die mensen, net als wijzelf, feilbaar. Eén is onze meester en dat is Christus zelf en wat Hij zegt moeten we impliciet ontvangen. We zijn geen onderwerping verschuldigd aan de beste van onze medeschepselen. De Joden in deze schriftpassage werden geprezen omdat ze zelfs de apostel Paulus niet impliciet geloofden, maar de Schrift onderzochten om te zien of de dingen die hij onderwees wel echt waar waren. Moge de Heer ons een geest van nederigheid en onderscheidingsvermogen in alle dingen geven. Als we een appel eten snijden we meestal eerst de onzuiverheden eruit, eten dan wat goed is en gooien als laatste het klokhuis weg. Zo’n regel zouden we ook in acht moeten nemen bij het lezen van menselijke auteurs. Zelfs de slimste mens kan gebrekkig zijn en de wijste man kan zich vergissen. Wij hebben maar een Meester, en dat is Jezus.
John Newton (1725-1807)
Bijbelstudie
Bijbelstudie? Lezer, luister naar een heilzame vermaning: Bestudeer de Bijbel als een schat voor je ziel.
- Bestudeer het Woord in gebed.
- Bestudeer het Woord met het oog op de eeuwigheid.
- Bestudeer het Woord met de nederigheid van een arme zondaar voor een sprekende God.
- Bestudeer het Woord met geloof dat elk woord aandachtig onderzoekt.
En tenslotte, sluit het boek niet zonder je af te vragen of je door de tijd in het Woord de zonde meer bent gaan haten, de wereld minder bent gaan liefhebben en de Heer lieflijker voor je is dan voordat je de Bijbel opensloeg.
Henry Law 1797-1888
“De Bijbel is het grootst van alle boeken; het bestuderen ervan is het edelste van alle bezigheden; het begrijpen ervan is het hoogste van alle doelen.”
Charles Caldwell Ryrie
“Eén ding is me opgevallen bij het bestuderen van het Woord van God, en dat is dat wanneer een man vervuld is met de Geest, hij zich grotendeels bezighoudt met het Woord van God, terwijl de man die vervuld is met zijn eigen ideeën zelden verwijst naar het Woord van God. Hij doet het zonder, en je ziet het zelden genoemd worden in zijn verhandelingen.”
D.L. Moody
Klik hier voor een korte Bijbelstudie
Uit het archief van Spurgeon
Al slijt je je vingers tot op het bot met dienstbaarheid, huil je je ogen uit vol berouw, komt er eelt op je knieën omdat je zo hard aan het bidden bent en ben je schor geworden van al je geschreeuw naar God; als je hart niet klopt vol tedere liefde voor God, Zijn schepping en je naaste, dwarrelt je godsdienst bij je weg als een verdord blad in de herfst.
Uit: Being God’s friend.
Uit de schatkist van het verleden
Thomas McCrie, destijds een bekende Schotse predikant, schreef de biografie van John Knox en beschrijft daarin een ontroerende passage over de moeder van John. John Knox, toen nog geen Christen, stond op het punt het ouderlijke huis te verlaten om zijn geluk in de wereld te beproeven. Daar had zijn moeder het erg moeilijk mee, want de grote stad waar hij naar toe wilde gaan was duister en slecht. Maar ze wist ook wel dat John zijn eigen weg moest gaan en dus liet ze hem met tegenzin gaan. Op de dag dat hij vertrok liep ze nog een heel eind met hem mee en bestookte ze hem voortdurend met goede raad zoals alleen bezorgde moeders dat kunnen. Tenslotte kwamen ze bij een tweesprong en was het moment gekomen voor het afscheid.
John’s moeder klom daarop over een hek en vroeg haar zoon dat ook te doen. “Ik wil nog voor je bidden,” zei ze, “maar dat doe ik liever niet in het openbaar.”
Daar, achter een grote steen, legde ze haar tedere handen op het hoofd van haar zoon en bad ze een lang en welgemeend gebed voor hem.
“Dat gebed,” zou John later zeggen, “was het moment waarop ik wist, wat ik ook zou gaan doen en waar ik ook terecht zou komen, dat ik altijd bij God hoorde en niet mocht proberen onder Zijn vleugels weg te sluipen.”
Uit: Anecdotes in the Bible
Een glimlach …
Ik mag met mijn geld toch doen wat ik wil? Of denk jij slecht over mij, omdat ik goed ben?’
Mattheus 20:15
- Hoe durven mensen hun huisdieren aan de lijn te laten om ze in bedwang te houden!
- Hoe durven ouders hun kinderen te dwingen hun regels te gehoorzamen!
- Hoe durven werkgevers van hun werknemers te eisen dat ze hun werk doen!
- Hoe durven gouverneurs over het volk te heersen!
- Hoe durven politieagenten criminelen naar de gevangenis te brengen zonder hun toestemming!
En …
- Hoe durft God Zijn zin te krijgen met Zijn schepselen!
- Hoe durft de Pottenbakker het ene vat tot eer en het andere tot oneer te maken!
- Hoe durft God Zijn Zoon te laten sterven voor wie Hij wil!
- Hoe durft de Almachtige Zijn zin te krijgen met alle mensen, op alle plaatsen, op alle tijden!
- Hoe durft God ons te oordelen en hoe durft Hij ons in twijfel te trekken!
- Hoe durft de onbetwistbare heerser van het universum te doen . . .
wat Hij wil,
wanneer Hij het wil,
waar Hij wil,
en met wie Hij wil!
Wie denkt Hij eigenlijk wel dat Hij is – God of zo?
Frank Hall (1906-1993)
Dat is grappig
Mozes, Jezus en een oude man zijn eens aan het golfen.
Mozes begint. Hij gaat naar de afslagplaats en slaat tegen de bal. Die zeilt over het gras maar belandt in het water naast de golfbaan. Mozes haalt zijn schouders op, loopt naar het water dat hij in tweeën splitst zodat hij de golfbal kan oprapen en weer op de golfbaan kan leggen.
Dan is het de beurt aan Jezus. Maar zijn golfbal belandt ook in het water. Geen probleem. Jezus loopt gewoon over het water en slaat de bal vanaf het water terug op de golfbaan. Nu is het de beurt aan de oude man. Die slaat de bal met een machtige zwaai en, verdraaid nog aan toe, zijn bal gaat ook in de richting van het water. Maar net voordat de bal in het water valt, springt er een vis op die de bal in zijn bek grijpt. Terwijl de vis terug in het water valt, verschijnt er opeens een adelaar die de vis met bal en al in zijn klauwen vastgrijpt. Maar terwijl de adelaar over de golfbaan wil wegvliegen schiet er een bliksemschicht uit de hemel die de vogel maar net mist. Maar dat arme beest schrikt zich een ongeluk en laat de vis los. De vis valt op de golfbaan en het golfballetje schiet daarbij uit zijn vissenbek en rolt precies in de hole. “Hole in one,” zegt de oude man met een tevreden glimlach. Jezus kijkt de oude man vertwijfeld aan en zegt: “Pap, als je niet ophoudt met klooien, nemen we je de volgende keer niet meer mee.”