
Maandag 17 maart 2025
Gebed
Vader, wat bent U toch goed voor me. Als ik heel eerlijk ben moet ik toegeven dat ik U niet altijd zo waardeer als wel zou moeten. Net als de verloren zoon ben ik vaak meer geïnteresseerd in mijzelf en kijk ik meer uit naar Uw hulp en Uw gaven dan dat ik naar U alleen zoek, ongeacht of ik wel of niet krijg wat ik begeer.
Vergeeft U mij, Heer voor mijn trotse zelfzucht en wilt U mij helpen begrijpen wat het werkelijk betekent wat U ons leerde bidden: “Uw wil geschiede op aarde, zoals in de hemel.”
Telkens weer staat U voor mij klaar en roept U mij met uitgestrekte armen. Wat een voorrecht en wat een heerlijkheid, want ofschoon ik het zelf niet waard ben, slaat U Uw armen om mij heen en ben ik veilig, geborgen en intens gelukkig. O Heer, wat bent U goed. Wie is er zo groot als U?”
Amen.
Elke dag, bij iedere stap door het ruige land
Wordt mijn pad ondersteund door Vaders hand.
Met zorg omgeven; alles wat Hij doet is goed
Voorzeker, Zijn goedheid heb ik overal ontmoet.
Zelfs toen ik nog dwaalde in de nacht,
Was Hij het die mij genade bracht.
Zijn Engelen verschenen voor mijn aangezicht
Ofschoon ik opstandig was, brachten zij barmhartig licht
Telkens als ik struikel en val
En vastzit in een giftig, duister dal,
Vergeeft Hij mij weer in mijn berouw
En kan ik leunen op Zijn Woord en trouw.
Als ik ziek ben is Hij het die mij hoedt
Mijn pijn verwijdert, mij weer hopen doet.
En als ik deze wereld vol ellende eens verlaat
Is het Mijn grote God die naast mij staat.
Er zijn stromen tussen de bergen die, nadat ze een eindje aan de oppervlakte hebben gestroomd, afgebroken lijken te worden en slingerend tussen rotsen, over watervallen en door donkere afgronden, weer uit het zicht verdwijnen en verloren lijken te zijn. Je ziet hun prachtige zilveren schittering niet meer en de schoonheid is verdwenen. Maar ver beneden, in het groene dal komen ze weer tevoorschijn. Het zijn dezelfde stromen die niet langer verward en rusteloos voortjagen, maar rustig en vredig verder kabbelen op hun weg naar de zee.
Zo rollen ook onze rusteloze, verwarde levens in rotsige kanalen over het gebergte van dit leven en dan verdwijnen ze uit het zicht. Het is afgelopen. Het einde is gekomen. Maar dat is helemaal niet waar. Bruisend komen ze weer tevoorschijn uit de donkere spelonk van het graf; voller, dieper en grootser, aan de andere kant niet langer gekweld en gebroken, maar vol vrede en vreugde, met de schoonheid van Christus. Zo zullen ze voor altijd verder stromen.
J.R. Miller
Deze week nieuw op de site
In het Nieuwe Testament wordt de relatie van ons als kinderen van God met Jezus voorgesteld als een persoonlijke ontmoeting en omgang met Hem. Het is Gods bedoeling dat deze omgang rijpt en uiteindelijk uitgroeit tot een hechte en tedere vriendschap.
Een overdenking. Lees hier meer.
Een aantal jaren geleden werd mij een boekje in de hand gedrukt. Het heette ‘Ware vrede’ en was al lang geleden geschreven. Het raakte me diep. De boodschap was dat God in de diepten van mijn wezen geduldig wachtte totdat Hij tot me kon spreken, als ik maar stil genoeg zou zijn om Zijn stem te horen.
Lees hier meer
Spreuk van de week
Het heeft geen zin om bij de hemel aan te kloppen voor aardse gemakken. Dat is niet het soort troost dat ze daar bieden.
C. S. Lewis
Probeer een van die weinige mensen te zijn die de hemel in alles terugzien. Iemand die hier op aarde rondloopt in het volle besef dat die onbekende wereld die we de hemel noemen, direct versluierd ligt achter alles wat wij met onze ogen kunnen zien.
Etta Gardner
God zal je bewijzen hoe goed, aanvaardbaar en volmaakt Zijn wil is als Hij Zijn handen maar op het stuurwiel van je leven mag leggen.
Stuart Briscoe
Voordat God onze omstandigheden verandert, wil Hij ons hart veranderen.
Warren Wiersbe
Vroeger koos een vioolbouwer het hout voor zijn violen altijd van de noordkant van de bomen; dat was de kant waar de wind en de stormen hadden gewaaid waardoor het hout sterk en vol werd met de kracht van de natuur. Als hij ’s nachts het gekreun van de bomen in het bos hoorde, had hij dan ook geen medelijden met ze, want die bomen waren aan het leren om goede violen te worden.
Onbekend
Om over na te denken
Jezus zei tegen zijn leerlingen: “Ga binnen door de smalle poort. Want de poort naar de dood is wijd, en de weg daar naartoe is breed. En er zijn heel veel mensen die die weg nemen en door die poort binnengaan. Maar de poort naar het leven is nauw, en de weg daar naartoe is smal. Er zijn maar weinig mensen die die weg en die poort vinden.
Matteüs 7:13-14
In deze verzen presenteert Jezus een ontnuchterende waarheid: de weg naar het leven is smal en er zijn slechts weinigen die de weg vinden, terwijl de weg naar het verderf breed is en druk. Deze passage is een ontnuchterende waarschuwing tegen zelfbedrog. We worden uitgedaagd om te onderzoeken of we wel echt op het smalle pad wandelen, of dat we alleen maar de religieuze menigte volgen op de brede weg van het wereldse gemak en onze zelfverheerlijking.
De brede weg is aantrekkelijk want die weg vereist geen echte zelfverloochening, geen onderwerping aan Gods Woord en geen transformatie van hart. Het is de weg van trots, wereldsheid en zelfgenoegzaamheid en dat zijn nu net de dingen waar de zondige mens van houdt. Maar het einde van deze weg laat wel wat te wensen over.
Dit zijn de woorden van Jezus zelf.
De nauwe poort daarentegen is de weg van oprecht geloof, bekering en heiligheid. Het is een pad dat gekenmerkt wordt door beproeving, vervolging en zelfverloochening, maar het is het pad dat naar het leven leidt.
Er bestaat een vals evangelie dat een gemakkelijk geloof predikt. Jezus presenteert de smalle weg niet als een goed alternatief, of een optie voor een hoger geloof voor bijzonder vrome mensen. Het is de enige weg naar het eeuwige leven.
En zo zijn er mensen die beweren in Christus te geloven, maar die op de brede weg wandelen. Ze zijn misleid en weigeren zich werkelijk te onderwerpen aan Christus’ heerschappij!
Echt geloof brengt gehoorzaamheid voort; geen perfectie, maar een leven dat gekenmerkt wordt door berouw en een groeiende heiligheid.
Laten we onszelf in de aanwezigheid van Jezus onderzoeken en bereid zijn om Zijn licht ook in de donkerste uithoeken van ons hart te laten schijnen opdat wij vol vertrouwen moedig verder klimmen op de nauwe, smalle weg.
Toen bad Elisa: “Heer, doe zijn ogen alstublieft open, zodat hij het zal zien.” Toen zag de dienaar opeens dat rondom Elisa de berg vol was met paarden en strijdwagens van vuur.
2 Koningen 6:17
Dit is het gebed dat we ook voor onszelf en voor elkaar zouden moeten bidden: “Heer, open onze ogen, zodat we kunnen zien.” De wereld om ons heen is vol van Gods paarden en wagens die klaarstaan om ons naar plaatsen van heerlijke overwinning te dragen. En als onze ogen zo geopend zijn, zullen we in alle gebeurtenissen van het leven Gods hand zien. Groot of klein, vreugdevol of verdrietig, alles wordt dan een “strijdwagen” voor onze ziel. Alles wat op ons afkomt, wordt een strijdwagen op het moment dat we het met de ogen van het geloof bekijken. Als we op een wereldse manier naar het leven kijken, kunnen zelfs de kleinste beproevingen ons in het nauw drijven en ons zelfs verpletteren.
De Heer wil dat wij alles vanuit Zijn oogpunt bekijken en Hij geeft ons daar de kracht voor als wij Hem erom vragen. Het is aan ieder van ons om te kiezen wat het zal zijn. Ons geluk hangt niet van goede of slechte gebeurtenissen af, maar hoe we ze opvatten. Als we jammerend onder onze omstandigheden kruipen en ze over ons heen laten rollen en ons laten verpletteren, worden ze voertuigen van pijn en wanhoop. Maar als we erin klimmen en ons er triomfantelijk door voorwaarts laten dragen, worden ze de strijdwagens van God.
Smith.
Maak speciale heilige kleren voor je broer Aäron. Ze moeten er prachtig uitzien.
Exodus 28:2
Prachtige kleren en mooie gewaden? Wellicht hebben wij geen klederen van blauw en purper van bijzondere symboliek, maar wij hebben iets beters. Wij zijn bekleed met de Heer Jezus.
En hebben we geen versieringen? Zeker wel. Het sieraad van een zachtmoedige en stille geest is, in de ogen van God van grote prijs. En terwijl er misschien geen goud om onze nek hangt hebben wij de gouden sieraden van een heilig en gewijd leven. Onze woorden, daden en doelen zijn een sieraad voor God van grote betekenis. Laat die sieraden dus stralen zodat ieder mens ze kan zien.
Joseph Parker.
Uit het archief van Spurgeon
Welnu, broeders, wij zijn vastbesloten om verder te gaan. We kunnen en willen niet terug; we kunnen ons ook niet naar rechts of naar links wenden. Wat zullen we dan doen? Zullen we misschien gaan liggen en piekeren? Zullen we stil blijven staan en ontsteld zijn?
Nee, natuurlijk niet! Laten we in de naam van de Heer onze banier; de koninklijke standaard van Jezus de Gekruisigde weer hooghouden. Laten we onze trompetten vreugdevol laten schallen en opmarcheren, niet met de bevende voetstappen van hen die niet zeker weten wat ze eigenlijk doen, maar met de dappere houding van mensen wier zaak Goddelijk is, wier oorlogvoering een waarachtige kruistocht is.
Moed, mijn broeders; zie, de engelen van God vliegen voor ons uit en zie, de eeuwige God zelf leidt onze wagen. “De Heer der heerscharen is met ons, de God van Jakob is onze toevlucht.” Daarom zullen wij niet vrezen, al wordt de aarde weggenomen en al worden de bergen in het midden van de zee gevoerd.
Daily Light
Die mensen zullen worden veroordeeld omdat het Licht in de wereld is gekomen, en ze liever het donker hadden dan het Licht. Dat is omdat ze slechte dingen doen. Want mensen die slechte dingen doen, hebben een hekel aan het licht. Ze gaan er niet naartoe. Want in het licht zullen hun slechte daden zichtbaar worden. En dan zullen ze gestraft worden.
Johannes 3:19-20
Eén ding moeten we goed beseffen. De mensen verwerpen de Bijbel niet omdat ze hem niet begrijpen. Ze begrijpen het Woord juist maar al te goed en daarom verwerpen ze het. Ze begrijpen dat de Bijbel hun eigen gedrag veroordeelt. Ze begrijpen dat het Woord getuigt van hun eigen zonden en hen oproept hun ongeloof te verwerpen. Het Woord toont ons dat er uiteindelijk een rechtvaardig oordeel komt en dat stelt een mens niet gerust. De enige manier om van dat gevoel af te komen is door de Bijbel als onwaar en nutteloos te beschouwen.
Er zijn maar twee mogelijkheden. Een slechte leefwijze moet ofwel verworpen worden, of de mens moet zich eraan vastklampen door het heilige boek belachelijk te maken en zich ertegen te verzetten. Mensen trekken de waarheid van het christendom in twijfel, omdat hen op een weg gewezen wordt waar ze niet op willen lopen.
Dat komt doordat ze niet van de waarheid hebben gehouden die hen had kunnen redden. Daarom maakt God hen geestelijk blind en geloven ze de leugens. Zo straft Hij de mensen die de waarheid niet wilden geloven, maar liever slechte dingen bleven doen.
2 Tessalonicenzen 2:10-12
Naar een artikel van J.C. Ryle
Klik hier voor een korte Bijbelstudie
Uit de schatkist van het verleden
Al vroeg in zijn leven ontdekte en ontwikkelde Campbell Morgan de gave van bijbeluitleg, waardoor hij later door velen als de prins onder de bijbelleraren gezien zou worden. Maar in het begin van zijn werk voelde hij op een avond dat God tegen hem zei: “Wat wil je worden, een gevierde prediker of Mijn eenvoudige boodschapper?”
Terwijl Morgan over deze vraag nadacht, realiseerde hij zich dat zijn verlangen om een “groot prediker” te worden eigenlijk als een obstakel tussen hem en God stond. Urenlang zat Morgan daar te worstelen met Gods roeping en zijn menselijke ambitie. Uiteindelijk zei hij: “Uw boodschapper, mijn Meester. Ik wil slechts een eenvoudige boodschapper zijn. Meer niet.” Hij raapte al zijn kostbare preken waar hij trots op was, bij elkaar en wierp ze in de open haard, waar ze tot as verbrandden. Dat was het moment waarop hij werkelijk voor God begon te stralen. Terwijl zijn aantekeningen en preken verbrandden, bad hij: “Als Gij mij Uw woorden geeft om te spreken, zal ik ze vanaf vandaag uitspreken. Heer, ik zal er niets aan toevoegen en er niets van wegnemen. Uw hele raad zal ik verkondigen, zo helpe mij God!”
George Campbell Morgan D.D. (1863 – 1945) was een Britse evangelist en preekte zijn eerste preek toen hij 13 jaar oud was. Hij was pastor van Westminster Chapel in Londen tot 1943, toen hij het pastoraat overdroeg aan de beroemde Martyn Lloyd-Jones.
Hemels perspectief
Na dagenlang op zee te zijn geweest, weten zeelui vaak al dat er land in de buurt is zonder dat er ook maar iets te zien valt. Het zit in de lucht. Ze snuiven het op. Ze verheugen zich, want ze weten dat ze in de buurt zijn en dat de tocht er bijna op zit. Zo ervaren Gods kinderen ook dat het Koninkrijk van God dichterbij komt. We snuiven het op met onze geest. Het zit in de lucht. Er is iets in ons dat ons verbindt met die Hemelse kusten. Onze geest vernieuwt zich. Onze wereldse verlangens worden minder belangrijk en de hemel begint meer en meer voor ons te leven. O, dat kostbare Woord van de Schepper. Het leeft en zingt, het verfrist en vernieuwt. En wie heeft er geen geliefden die daar al wonen in dat hemelse land en verlangend wachten op de dag dat ook wij daar mogen binnengaan? Ouders misschien. Of een broer of zus. Misschien zelfs een kind of een dierbare vriend. Maar zij zijn reeds bij Jezus, en ofschoon ons hart destijds brak toen ze hun aardse lichamen afgooiden, komen we nu toch dichterbij. Nu nog aan ons oog onttrokken, versluierd achter de mist van het aardse leven. Maar het eeuwige licht gloort. De tocht zit er bijna op.
Stel je eens een jongetje voor dat een modelvliegtuigje bouwt. Met uiterste zorg bouwt hij het op. Alles wordt zorgvuldig in elkaar gezet. De motor wordt geplaatst, de vleugels krijgen een frisse kleur en alles blinkt en straalt. Het kereltje kijkt ernaar en zegt voldaan: “Het is klaar. Wat een mooi vliegtuigje.” Dan staat hij op en gooit het hele zaakje in de vuilnisbak.
Dat klopt toch niet? Dat doet niemand.
Dat vliegtuigje krijgt waarschijnlijk een ereplaats op de schoorsteenmantel of er wordt buiten mee gevlogen en al zijn vriendjes zijn groen en geel van jaloezie.
En nu de mens.
Die werd gemaakt met uiterste zorg. Alles werkt perfect, tot in de kleinste details. En dan, als het leven klaar is, wordt alles dan in de vuilnisbak gegooid en blijft er niets meer van over? Terwijl God aan het roer staat?
Klinkt dat logisch? Natuurlijk niet. God heeft andere plannen.
Er is een leven na de dood. Sterker nog, het echte leven begint pas als wij bij God komen in een hemelse wereld.
Een glimlach…
Toen er in het oude Amerika nog met de postkoets gereisd werd kocht een man eens een kaartje. Aan het loket werd hem gevraagd: “Wat wilt u mijnheer? Een eersteklas kaartje, een tweedeklas kaartje of een derdeklas kaartje?” De man vroeg of er veel verschil was. “De plaatsen zijn allemaal precies gelijk, alleen de prijs is anders,” antwoordde de kaartjesverkoper.
Dus kocht de reiziger een derdeklas kaartje en feliciteerde zichzelf met het voordeel dat hij had behaald. En inderdaad, toen ze eenmaal op weg waren was er geen enkel verschil tussen de zitplaatsen.
Maar na verloop van tijd kwamen ze bij een hoge berg. De bestuurder van de postkoets stopte en schreeuwde: “Eersteklas passagiers kunnen blijven zitten. Tweedeklas passagiers mogen lopen en derdeklas passagiers moeten duwen…”
Als Christenen zouden we wat betreft het Koninkrijk van God allemaal een derdeklas kaartje moeten hebben. Er zijn genoeg mensen die zich graag willen laten voortduwen zonder een vinger uit te steken. Er zijn ook mensen die wel mee willen lopen, maar de verantwoordelijkheid liever niet dragen. En er zijn mensen die hun schouders onder het werk zetten en mee willen helpen om de postkoets van Gods wil de berg op te duwen.
Dat is grappig
In een klein dorpje woonden twee slechte broers. Ze lieten geen kans onbenut om iemand op te lichten en waren betrokken bij vrijwel elk duister zaakje in het dorp. Maar op zekere dag stierf een van hen en klopte de andere broer bij de dominee aan. Niet dat de slechterik erg gelovig was, maar hij vond het toch wel belangrijk dat zijn broer op een christelijke manier begraven werd en er door de dominee goede woorden over hem zouden worden uitgesproken.
“Sterker nog, dominee,” sprak de broer op bevelende toon tegen de dominee, “ik wil zelfs dat u tijdens uw praatje zegt dat hij een echte heilige was. Ik weet dat u er zo niet over denkt, maar als u die woorden zo uitspreekt, doneer ik 1000 gulden aan de kerk.” Dat was geen kleinigheid, want de kerk was arm en de dominee kon het geld goed gebruiken voor de zorg van zijn arme gemeenteleden. Daarom zei de dominee na er even over nagedacht te hebben: “Prima, ik zal het zeggen.”
Toen de dag van de begrafenis gekomen was en de dominee een gebed uitsprak, zei deze met zalvende stem: “Wij vertrouwen hem dan ook toe aan Uw handen, o Heer. Wij weten allemaal wat een zondaar hij was. Hoe hij stal, loog en bedroog en zich nooit bekeerd heeft. U weet Heer, hoe goddeloos hij was. Maar toch Heer, vergeleken bij zijn broer die hier naast ons staat was hij een echte heilige.”