Wijsheid komt met de jaren
Het is niet mijn bedoeling om mijn vader op een voetstuk te zetten, dat zou hij niet gewild hebben. Hij was altijd zo bescheiden; ik kan me niet herinneren dat hij ooit de eer voor zichzelf wilde hebben. Als iemand hem prees, wees hij altijd in de richting van de hemel naar zijn Schepper, en gaf hij God alle eer. Nu, vele jaren na zijn dood, realiseer ik me wat een juweel van een vader ik had. Toen hij er nog was, vooral tijdens mijn puberteit, waardeerde ik hem niet zo erg. Ik nam als vanzelfsprekend aan dat vaders zo lief en opofferend waren. Ik apprecieerde zijn zachtmoedige, geduldige karakter niet en zijn overtuiging respecteerde ik niet.
In plaats daarvan kleineerde ik hem vaak. Ik merkte niets van de pijn die ik bij hem veroorzaakte. Papa, nu weet je hoe het me spijt dat ik je zo’n pijn gedaan heb. Nu weet je hoe trots ik op je ben en hoe verschrikkelijk dankbaar ik ben voor de manier waarop je mijn leven beïnvloed hebt. Op zijn eigen nederige manier was vader een heilige; het materiaal waarvan de hemel is gemaakt.
Papa werd geboren in Duitsland in 1893 en was oud genoeg om mijn grootvader te kunnen zijn toen ik geboren werd. Toen hij 17 was, ontving hij Jezus in zijn hart als zijn Redder en besloot hij om Zijn liefde te delen met iedereen die hij tegenkwam. Hij moest naar de Eerste Wereldoorlog als jong soldaat, wat hij met grote tegenzin deed. Hij had liever levens gered dan ze weg te nemen.
Ondanks alle oppositie die hij ondervond, nam hij elke gelegenheid waar om over Jezus te praten. Een paar mannen maakten er een sport van om hem en zijn geloof te bespotten en ze konden soms echt gemeen zijn. “Op een keer,” kon papa zich herinneren, “greep een van de officieren mijn bijbel om er een vers in op te zoeken waar hij en zijn kameraden me mee wilden pesten. Ze konden het vers niet vinden, maar ze vonden mijn gebedslijst die tussen de bladzijden zat en lazen hem gretig. Tot hun verbazing vonden ze hun eigen namen daar ook.” Die ruwe, trotse mannen gaven hem kleintjes zijn bijbel weer terug en verontschuldigden zich. Dat was het einde van de plagerijen.
Papa vertelde ons ook over een van zijn oversten die tussen de spotters had gezeten en vaak grapjes gemaakt had ten koste van mijn vader. Op het slagveld scheen hij echter een veilig plaatsje te zoeken in de buurt van mijn vader. “Waarom verschuilt u zich altijd achter mij?” vroeg papa hem eens. “Ik ben ook niet immuun tegen kogels!” De officier was nu oprecht, zonder spot in zijn toon. “Er is zoveel vrede om jou heen. Om de een of andere reden voel ik me veilig in jouw buurt.” Papa’s stem klonk emotioneel wanneer hij het had over een soldaat van 19 die in paniek was weggerend vlak voor een grote veldslag. Hij zou op staande voet geëxecuteerd worden, maar papa pleitte voor zijn leven. “Geef me alstublieft een ogenblik om met hem te praten, commandant,” zei papa tegen de officier die de leiding had. Na een tijdlang met hem geredeneerd te hebben, kreeg papa toestemming.
Papa vertelde de jongen over Jezus; de Man die zijn angsten onder ogen zag en Zijn leven voor ons gaf, en ze baden samen. Toen marcheerde de jonge soldaat moedig de strijd tegemoet, in de wetenschap dat het hem waarschijnlijk zijn leven zou kosten.
Toen ze later zijn lichaam vonden, lag er een vredige uitdrukking op zijn gezicht. Hij hield het blaadje dat papa hem gegeven had tegen zijn borst gedrukt. Aan het einde van de tekst stond dit vers uit de bijbel: “De God van oudsher is uw toevlucht; wijd open zijn de armen van de Eeuwige.” (Deuteronomium 33:27) Na de oorlog begon papa te studeren om een geestelijk herder te worden, maar hij moest zijn droom opgeven om zijn ouders te redden van een financiële crisis. Toen hij eenmaal een gezin moest onderhouden, kon hij zijn studie niet meer hervatten. Dit weerhield hem niet van het delen van Gods liefde met iedereen die hij tegenkwam.
Hij richtte een zondagsschool op en leidde regelmatig christelijke bijeenkomsten in zijn kerk, waarbij hij de pastoor vaak verving. Een van de dingen die hij het liefste deed was het bezoeken van zieken en eenzame mensen. Ik was de jongste van zes kinderen. Toen ik klein was waren papa en ik gek op elkaar en brachten we talloze momenten samen door.
Maar toen ik ouder werd en Gods liefde en het geloof van mijn ouders de rug toekeerde, brak papa’s hart. Ik sprak haast geen woord meer met hem tijdens mijn tienerjaren, omdat ik geen zin had om de preken aan te horen die ik van hem verwachtte. Mijn moeder preekte al genoeg, scheen het mij toe. Dus papa hield zich stil, terwijl mama en ik met elkaar redetwistten. “Waarom praat je zo veel met onze dochter?” vroeg papa haar dan. “Misschien is het beter om met God over haar te praten!” Soms kromp ik haast in elkaar als ik zag hoe hij naar me keek, met zulke bedroefde ogen. Onze dierbare vader-dochterrelatie was verdwenen, en hij kon de pijn die dat veroorzaakte moeilijk verdragen.
Ik voelde me ook vreselijk, maar ik wilde het niet toegeven, dus verhardde ik me. Papa praatte over me met God, en God luisterde. Toen ik 21 was, onderging ik een wonderbaarlijke transformatie. Net zoals de verloren zoon in de Bijbel keerde ik terug naar Jezus en vroeg ik Hem om voor me te zorgen.
Hij verhoorde me en gaf me de liefde en de vervulling waar ik naar verlangde. Papa was zo blij! Onze hereniging maakte ons zo gelukkig! Mama vertelde me dat hij al deze jaren vastberaden was doorgegaan met gebed voor mij: “Heer help haar om U te vinden, wat het ook moet kosten!”
Dank je, papa, dat je het niet hebt opgegeven en dat je me geholpen hebt om waar geluk te vinden! Toen vader een paar jaar later naar de hemel ging, verscheen er een kort artikeltje in een plaatselijk dagblad. Er stond onder andere in: “Het is zeldzaam om zulke echte vriendelijkheid en geduld te ontmoeten als de heer Gruenhage aan anderen toonde. Wie hem ontmoet heeft, kon voelen dat ‘hij bij Jezus was geweest’. (Handelingen 4:13)
A.Gruenhage