Strijden voor het geloof

En slotte nog dit: word sterk door één met de Here te zijn en zijn grote kracht in u te laten werken. Bewapen u met alle wapens die God ons geeft. Dan zal de duivel met zijn slinkse streken u geen kwaad kunnen doen.
Efeziërs 6:10-11

 Wapens en strijd? Ja, daar hebben we als kinderen van God voortdurend mee te maken. De Bijbel spreekt over onze bevrijding uit de macht van deze door het kwaad beheerste wereld, kwaad dat gevoed wordt door de duistere krachten die zich verzetten tegen de heerschappij van Christus en het Koninkrijk dat gaat komen in de volgende wereld.

Het duister werkt vooral in de wereld van onze gedachten, en daarom stelt Paulus dat wij de wapenrusting van het geloof heel bewust moeten aantrekken en vooral ons geloof in God moeten sterken en voeden. Hoe doen we dat? Altijd door het Woord in ons op te nemen en de geweldige kracht die in dat woord verborgen ligt te absorberen zoals een plant het zonlicht opneemt.

Het ongeloof vecht vaak met cynische en zogenaamd logische argumenten. Zoals de atheïst Richard Carlin die schreef:

“Religie heeft mensen ervan overtuigd dat er een onzichtbare man in de lucht woont die alles wat je doet in de gaten houdt, elke minuut van de dag. En de onzichtbare man heeft een speciale lijst van tien dingen waarvan hij niet wil dat je ze doet. En als je een van deze tien dingen doet, heeft hij een speciale plek, vol vuur en rook met marteling en angst, waar hij je naartoe zal sturen om voor eeuwig te lijden, te branden, te stikken en te schreeuwen en te huilen tot het einde der tijden! Maar Hij houdt wel van je en Hij heeft ook vooral je geld nodig! Hij heeft altijd geld nodig! Hij is almachtig en alwetend, maar kan op de een of andere manier niet met geld omgaan!”

 Daar kun je van alles op zeggen. Je kunt er je schouders over ophalen of er om lachen, maar de realiteit is dat ongelovige mensen zich door zulke uitspraken gesterkt voelen in hun overtuiging om God maar bij het grofvuil te zetten, terwijl een diep en oprecht geloof juist een antwoord biedt op de diepe, eenzame strijd die bijna ieder mens voert en die rust en vrede brengt waar eerder chaos, angst en onzekerheid heersten.

Waarom zijn ongelovige mensen zo cynisch en hard en waarom staat er in psalm 2:

Het is onbegrijpelijk dat deze mensen proberen God te slim af te zijn! De machthebbers van deze wereld hebben hun hoofden bijeen gestoken en de leiders spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde. ‘Kom op,’ zeggen zij, ‘laten wij onze boeien verbreken en onszelf bevrijden uit deze slavernij van God.’

 Maar Gods plan stroomt rustig verder door de eeuwen heen zoals het water in een rivier. In dezelfde Psalm staat verder dat God in de hemel lacht wanneer Hij hen hoort en hun dwaze plannen bespot omdat Zijn plan tenslotte toch zal worden uitgevoerd. Maar een strijd om onbevreesd voor het geloof op te staan, en met goddelijke overtuiging tegen het gedachtengoed van de gevestigde orde in te gaan is het zeker. Het vraagt om de wapenrusting van God. De Christelijke schrijver en filosoof C.S. Lewis, zelf ooit overtuigd atheïst, schreef:

“Wat mij betreft is het atheïsme veel te simpel. Als het hele universum geen betekenis heeft, er geen God is, en alles zomaar tot stand is gekomen, zouden we nooit kunnen denken dat het geen betekenis heeft …”

 Dat is tenslotte waar ongeloof op gestoeld is. Heel simpel gezegd is ongeloof niets anders dan het geloof dat er geen God is en alles dus door natuurlijke processen tot stand is gekomen. Terwijl de Bijbel iets heel anders zegt, is er ook logisch gezien van alles tegen dit denkbeeld in te brengen.

Zijn wij en het universum met zijn overvloed aan galactische schoonheid en subtiele biologische complexiteit niets anders dan producten van irrationele krachten die op een ongeleide manier op hersenloze materie en energie inwerken, zoals de zogenaamde Nieuwe Atheïsten onder leiding van mensen zoals Richard Dawkins suggereren?

Hier zien we dus een stukje van de venijnigheid van de geestelijke strijd waar we als kinderen van God mee te maken hebben.

Op een conferentie aan ‘The Institute for Biological Sciences’ in Californië werd recentelijk zelfs de vraag gesteld of de wetenschap religie niet zou moeten afschaffen. Nobelprijswinnaar Steven Weinberg zei:

“De wereld moet wakker worden uit de lange nachtmerrie van religie. Alles wat wij wetenschappers kunnen doen om de greep van religie te verzwakken, zouden we met ons hele hart moeten doen, want dat zou wel eens onze grootste bijdrage aan de beschaving kunnen zijn.

 Het zal niemand verbazen dat Richard Dawkins nog een stap verder ging toen hij zei:

“Ik ben het respect voor God dat ons door religie is opgedrongen helemaal zat.

 Denken alle wetenschappers er dan zo over? Zeer zeker niet. Om te beginnen kunnen we kijken naar de pioniers van de wetenschap, naar de mensen die aan de wieg stonden van de hedendaagse wetenschap; mensen zoals Bacon, Galilei, Kepler, Newton en Maxwell. Dit waren allemaal wetenschappers die vast geloofden in een intelligente Schepper God, wiens geesteskind de kosmos was. Wetenschappers die beweerden dat juist hun overtuiging dat er een Schepper was, hen inspireerde om dieper te graven in hun honger naar God. Maar er zijn ook genoeg hedendaagse wetenschappers die overtuigd zijn dat deze wereld niet zomaar en toevallig werd wat hij vandaag is, alhoewel deze visie hen niet in dank wordt afgenomen en ze vaak op onbegrip, spotternij en zelfs vervolging kunnen rekenen. Toch zijn er genoeg wetenschappers die voor het geloof in de bres springen, waaronder Nobelprijswinnaars.

Maar volgens het ongeloof is de wetenschap nu zo ver ontwikkeld dat dit primitieve geloof in God nu eindelijk in een sprookjesachtig, donker hoekje kan worden gedrukt, een hoekje waar de wetenschap nooit kan komen omdat zo’n hoekje gewoon niet bestaat. Wat hen betreft is God dood en begraven.

Maar een Christen bestrijdt de visie dat rationaliteit werkelijk ontstaan is door ongeleide natuurlijke processen. Is de menselijke geest simpelweg het resultaat van ongerichte, toevallige hersenloze processen? De complexiteit van de schepping doet toch zeker anders vermoeden, alhoewel Richard Dawkins snel beweert:

“Er is alleen ogenschijnlijk ontwerp. Dingen zien eruit alsof ze ontworpen zijn, maar dat zijn ze echt niet. Dat is een geloof, maar wij geloven niet.”

Grappig genoeg is ook deze visie volledig gebaseerd op geloof, alhoewel het een geloof is in het niet-bestaan van God. Terwijl materialistische mensen (lees: naturalisten) beweren dat ze geloof verafschuwen en geen geloof hebben, geloven ze zelf ook overtuigd in hun eigen wereldvisie, die op geen enkele manier wetenschappelijk bewezen kan worden.

Geloof in God kan niet met logische of wetenschappelijke argumenten worden bewezen of worden afgewezen. Geloof speelt zich af op een geestelijk niveau en terwijl er hele goede, wetenschappelijke argumenten te vinden zijn voor een geloof in God, kan alleen de mens die God zelf ontmoet en leert kennen vol overtuiging zeggen: “Ik geloof in God, want ik leef met Hem.”

Een arme man die op zijn sterfbed lag, vroeg iemand om hem het vijfenvijftigste hoofdstuk van Jesaja voor te lezen. Toen hij de woorden hoorde: “Neig uw oor en kom tot Mij, hoor en uw ziel zal leven” lichtte zijn gezicht op en ondanks zijn pijn lispelde hij: “Ik heb strijd in mijn leven gehad en ik heb stormen van twijfel meegemaakt, maar door elke storm hield God mij stevig vast. Wat een genade dat er in dit hoofdstuk niet staat: ‘Bewijs het geloof en uw ziel zal leven.’ Als dat zo geweest was zou ik niets aan het geloof gehad hebben, want ik ben maar een eenvoudig en ongeleerd mens. Maar gezegend zij God, die zei: ‘Hoor en uw ziel zal leven.’ Ik heb gehoord en geloofd, en ik weet dat nu ik de laatste overtocht zal maken, ik zal blijven leven.”

De eminente Britse filosoof Anthony Flew, die zelf eens een vooraanstaand voorvechter van het atheïsme was voordat ook hij tot het geloof kwam, liet in een BBC-interview weten dat een superintelligentie de enige goede en redelijke verklaring is voor de oorsprong van het leven en de complexiteit van de natuur.

Er was in de vorige eeuw een eenvoudige evangelist met de naam Bramwell, die maar een geringe opleiding had genoten en niet erg geleerd was. Maar het vuur van het Evangelie brandde in zijn hart en hij getuigde altijd vol enthousiasme over God en het geloof. Op een dag, toen hij in een klein dorpje aan het preken was, werd zijn samenkomst bezocht door Trübner, een geleerde, sceptische man die overal een antwoord op had en de beste redenaars in een mum van tijd onder de tafel had gepraat. Toen men hem zag komen waren de vrienden van Bramwell bezorgd. Deze Trübner zou hem zeker voor gek zetten en de draak met hem steken. Maar er gebeurde niets en het verhaal gaat dat de bekende scepticus aandachtig naar de preek luisterde. Na afloop vroeg een vriend van Trübner hem: “Trübner, wat vond u van de preek? U zei helemaal niets, maar vond u niet dat die man hopeloos ronddwaalde in zijn preek?”

Trübner antwoordde: “Ja, dat klopt. Hij dwaalde op een verrukkelijke manier rond en belandde uiteindelijk in mijn hart. Ik heb er niets op te zeggen.”

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier