Waar hebzucht heerst…

Voed hen op Gods manier op en vertel hun over Hem.
Efeziërs 6:4

Hij heette Rusty en was net 11 jaar geworden. Hij had nog het uiterlijk van een kleine jongen, niet oud genoeg om de sporen van een hard leven mee te dragen, maar zeker oud genoeg om bang te zijn. Zijn moeder woonde ergens in de stad, maar zonder Rusty. Ze wilde hem niet en had hem het huis uitgezet. Hij was dakloos.

Zo kwam het dat iemand van de kerk hem tegenkwam in een vuil steegje waar hij in een kartonnen doos sliep. Dat kon natuurlijk niet en in een poging om de voogdij over te dragen aan een christelijk pleeggezin, kwam een groepje betrokkenen bijeen in het kantoor van een advocaat: Rusty, Rusty’s moeder, de maatschappelijk werker, de advocaat en een voorganger. Als de voogdij zou doorgaan zouden alle juridische banden tussen Rusty en zijn moeder verbroken worden. Het kon de moeder niets schelen. De advocaat legde Rusty’s moeder zorgvuldig uit wat de gevolgen zouden zijn. Hij wilde er zeker van zijn dat ze begreep dat ze alle rechten op haar zoon zou verliezen. Het was een moeizame vergadering en het huilen stond iedereen nader dan het lachen. Behalve dan de moeder van Rusty. Ze keek iedereen hooghartig aan en bleef ongevoelig voor het verdriet.

“Mevrouw,” vroeg de advocaat weer, “begrijpt u wel dat u, wanneer u dit formulier ondertekent, alle wettelijke voogdij overdraagt aan het aangewezen kindertehuis dat een geschikt pleeggezin voor Rusty gaat zoeken?”

Ze knikte bevestigend.

Het was even stil en toen vroeg de advocaat weer: “Heeft u dan misschien nog vragen?”

Ja, die had ze. Zonder blikken of blozen vroeg ze scherp: “Hoeveel geld krijg ik voor al dit gedoe?”

Haar vraag hing als een zware wolk in de kamer. Iedereen was verbluft door deze mokerslag. Er was een lange pauze, maar toen schraapte de 11-jarige Rusty zijn keel, stak zijn hand in zijn zak en viste er een biljet van vijf uit dat hij verdiend had met het maaien van iemands tuin en gaf het zonder aarzelen aan zijn moeder. Ze knipperde even met haar ogen en stopte het biljet daarop snel in haar tasje.

Dit is een waargebeurd verhaal. Wellicht wat extreem, maar overal in de wereld zijn mensen die hun plichten en verantwoordelijkheden maar wat graag inruilen voor de almachtige Mammon. Jezus zei: “Wat baat het een man als hij de hele wereld wint en hij zijn eigen ziel verliest?” Of, in dit geval, haar kinderen.

Waar hebzucht heerst, vinden doorgaans ook andere zonden zoals twist, afgunst en nijd hun onderdak. Een zonde jaagt doorgaans niet alleen, maar gaat altijd vergezeld van ander onrecht. Een hebzuchtig mens is ook een afgunstig mens. Begeerte kweekt harde, zure mensen en is de vloek van de menselijke samenleving. Zo bestaat er het verhaal van een vrek die het niet over zijn hart kon verkrijgen om zijn zuur verdiende weelde aan zijn familieleden achter te laten. Dus maakte hij een testament waarin hij zei dat hijzelf de enige erfgenaam was. Wat een dwaasheid; hoe kan de zonde ons zo verblinden.

Heer wilt U ons helpen onze harten te zuiveren van iedere vorm van zelfzucht en van voorkeur voor de dingen die Uw licht niet kunnen verdragen.
Amen

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier