Ware Rijkdom en de hemel
Uit de preken van de evangelist Dwight L. Moody (1837-1899) over de hemel.
Ik sprak eens in een kerk in Dublin over de hemel. Ik zei ondermeer dat er op dit moment misschien wel een moeder vanuit de hemel toekeek en verwachtte dat haar dochter tot Jezus zou komen. Terwijl ik dit zei wees ik willekeurig naar een jonge vrouw op de eerste rij. De volgende dag ontving ik een brief.
“U sprak over de hemel in uw preek en zei dat u dacht dat er een moeder was die vanuit de hemel toekeek en verwachtte dat haar dochter zich zou bekeren. Toen wees u precies naar de plaats waar mijn kind zat. Ik dacht meteen aan mijn vrouw die vorig jaar gestorven is. Zou het mogelijk zijn dat mijn gestorven vrouw inderdaad toekeek en vurig hoopte dat onze dochter in het reine zou komen met God? Ik begon meteen te bidden dat mijn dochter zich zou verenigen met God. Na afloop van de dienst vond ik haar in tranen.
“Pappa,” zei ze. “Ik heb mijn hart aan Jezus gegeven. Ik denk dat de dominee het over mamma had toen hij zei dat er een moeder was die vanuit de hemel toekeek!”
***
Ik was eens uitgenodigd om een lezing te geven op een universiteit. De studenten keken me vanaf hun stoelen argwanend aan en naast me op het podium stond een professor die aantekeningen voor me zou maken op een groot schoolbord. Mijn lezing zou gaan over de bijbelpassage waarin staat:
Verzamel op aarde geen kostbaarheden, want die vergaan of worden gestolen. U kunt beter kostbaarheden in de hemel verzamelen. Die zullen nooit vergaan en nooit gestolen worden. Als uw rijkdom in de hemel ligt, zal uw hart daar ook naar uitgaan.
Ik zei tegen de studenten dat we een lijst gingen maken van de aardse kostbaarheden en de professor zou ze opschrijven.
“Goud!” schreeuwden de studenten opgewonden. Dat klopte. Goud is kostbaar op aarde en er zijn mensen die er niet voor terugdeinzen om er voor te moorden.
De professor schreef het woord op.
En al snel werd de lijst langer. Huizen, paarden, eigen land, macht…er kwam van alles op te staan. Toen de studenten stil werden stelde ik nog voor om er sterke drank bij te schrijven.
De professor had er moeite mee. “Dat is toch geen aardse kostbaarheid?” opperde hij, maar ik was het niet met hem eens, getuige de vele mannen die hun leven verkwanselen om maar aan hun dagelijkse hoeveelheid alcohol te kunnen komen en hun gezinnen ervoor verwaarlozen.
Het was een lange lijst.
“En nu de lijst van hemelse schatten,” sprak ik.
Die lijst groeide ook snel.
Eerst kwam Jezus op het schoolbord te staan. Toen kwamen er dingen te staan als de hemel en eeuwig geluk. Vreugde, vergeving van zonde, geen ziekte, geen pijn.
Een hemelse woning, voor altijd samen met je geliefden, en zo ging het maar door.
Toen zei ik: “Wie van jullie heeft liever die aardse kostbaarheden en wie denkt beter af te zijn met de hemelse schatten…?
Opeens brak de professor achter me in tranen uit.
“Ik wil de hemelse schatten,” sprak hij gebroken. “Ik heb nooit in God willen geloven, maar zoals ik het nu zie, is het me duidelijk. Ik heb God nodig in mijn leven!”
***
Er kwam eens een rijke boer in onze kerk. We hadden hem nog niet eerder gezien, maar het leek een prima kerel. Toen ik vanaf de kansel een project voor weeskinderen had besproken zei hij na afloop dat wij maar eens bij hem langs moesten komen omdat hij wel wat wilde doneren.
Toen we bij hem langs kwamen trok de man direct zijn chequeboek en schreef een cheque uit voor tienduizend dollar.
Ik was diep geraakt en wilde de boer hartelijk bedanken.
“Het is niets,” zei de boer. “Kom maar eens met me mee.”
Toen nam hij ons mee en toonde ons al zijn grasland en velden. Duizenden hectaren. “Achter de heuvels ligt nog veel meer. En ziet u die stad, daar in de verte? Die is ook bijna helemaal van mij. Ik bezit eigenlijk alles hier in de omgeving. Ziet u, ik ben rijk en kan het me goed veroorloven.”
Toen vroeg ik hem wat voor rijkdommen hij al in de hemel had.
“In de hemel? Haha!” Hij moest er hard om lachen. “Niets natuurlijk. Ik heb alles hier!”
Ik was diep geschokt. “Wat…u heeft geen rijkdommen in de hemel? En u bent zo’n slimme man…Daar moet u direct iets aan doen!”
Maar de boer haalde zijn schouders op en lachte een beetje.
“Vooruit dominee. Niet zo zwaar op de hand. Dat komt allemaal wel goed!”
Maar een paar weken later kwam de boer te overlijden.
Zijn rijkdom en aardse macht konden hem niet helpen in de plaats waar hij naar toe was gegaan. Ik was diep geschokt toen ik me realiseerde dat rijkdom voor veel mensen niet meer is dan een grote, scherpe rots waar ze hun schip op lek varen.