Volledige overgave
Vele jaren geleden was Jenny Lind wereldberoemd. Ze was operazangeres en werd de Nachtegaal van Zweden genoemd. Staatshoofden en koningen bejubelden haar talent en haar stem legde haar geen windeieren, want ze verdiende kapitalen met haar muziek. Toch werd ze er niet arrogant en trots door zoals zo vaak het geval als iemand in de wereld een groot succes wordt. Zo schreef ze in een brief: “Het is mijn diepste verlangen dat wat ik aan mijn medemens mag geven tot in de eeuwigheid mag blijven klinken. Laat de Gever van mijn talenten verheerlijkt worden en niet ik, de persoon die het talent heeft ontvangen.”
Maar op het hoogtepunt van haar carri re besloot Jenny Lind abrupt om op te houden met zingen. Toen men haar vroeg naar haar beweegredenen zei ze eenvoudig met de hand op haar bijbel: “Hoe zou ik door kunnen gaan met mijn carri re als ik daardoor elke dag minder denk aan de schrijver van dit boek!”
Het was haar liefde voor de levende Heiland die haar er toe bracht, de wereld van weelde en faam vaarwel te zeggen.
***
Een zendeling preekte eens in een indianenreservaat. Ergens op de achterste bank in het kleine kerkje zat een opperhoofd weggedoken in een hoekje aandachtig te luisteren. De indiaan werd geroerd door de woorden van de zendeling en besloot dat hij iets moest doen voor deze Jezus waar over hij hoorde. Dus rende hij naar voren en zei: “Deze indiaan geeft zijn dekentje aan deze Jezus.” Maar de zendeling keek niet op of om en ging rustig door met zijn preek. Maar de woorden van de zendeling bleven de indiaan raken en even later kwam hij weer aangerend en zei: “Deze indiaan geeft zijn verentooi aan deze Jezus!” Maar de zendeling keek er nauwelijks naar en ging rustig door. De indiaan begreep het niet goed, maar voelde zich steeds meer aangetrokken tot die mysterieuze Jezus.
Hij rende nogmaals naar voren en zei met gebroken stem: “Deze indiaan geeft ook zijn pony aan deze Jezus!” Nog steeds leek het de zendeling niet te interesseren. Uiteindelijk stommelde de indiaan huilend naar voren en zei snikkend: “Deze indiaan geeft zichzelf aan deze Jezus!” Toen stopte de zendeling abrupt met de preek en knielde met tranen in zijn eigen ogen naast de indiaan en bad met hem.(Uit ‘Good Thots’)
***
Hebben wij ons helemaal opengesteld voor Jezus? Is Hij werkelijk de Koning van ons hart, of zijn er kleine, donkere kamertjes waar wij zelf de scepter blijven zwaaien?
Er bestaat een verhaal over een rijke zakenman die alle boerderijen in een dorpje wilde opkopen om er zijn eigen grote cošperatie voor in de plaats te zetten. Iedereen verkocht de man zijn hele hebben en houden, behalve een opstandige boer. Die wilde zijn boerderij absoluut niet verkopen en hoeveel geld de rijke zakenman ook bood, hij weigerde zijn land op te geven. Uiteindelijk haalde de zakenman zijn schouders op en zei om zichzelf te troosten: “Wat geeft het ook. De hele stad is tenslotte toch van mij.” Maar de boer hoorde het hem zeggen en zei spottend: “Nietwaar mijnheer. Deze stad is van u en mij.” En hij had gelijk. En hoe zit dat met ons? Kan Jezus over ons zeggen: “Dat hele hart is van mij!” Of valt Satan Hem dan misschien in de rede en zegt ook hij spottend: “Nee hoor. Dat hart behoort U en mij toe!”
Aan het eind van een preek stapte er een boze man op de evangelist Dwight L. Moody af en zei uit de hoogte: “Mijnheer, u hebt zeven grote grammaticale fouten gemaakt in uw preek! Het was niet om aan te horen.” Mijnheer Moody antwoordde eenvoudig: “U heeft ongetwijfeld gelijk. Dat komt doordat ik als arme drommel nauwelijks enige scholing heb genoten. Maar ik gebruik alle grammatica die ik ken in dienst van de Heer. Doet u dat ook?”