Vergiffenis
Door Virginia Brandt Berg
Er was eens een klein jongetje dat heel oprecht zijn knuistjes vouwde en bad: “Heer, maak alle slechte mensen goed, en zorgt U ervoor dat alle goede mensen ook aardig zijn.” Dat is nog niet zo’n gekke gedachte. Jammer genoeg moeten we soms met mensen leven die niet zo goed zijn, en soms met mensen die misschien wel goed zijn, maar niet altijd even aardig. Zo gaat dat in deze onvolmaakte wereld. We hebben allemaal wel eens situaties meegemaakt waarin we onrechtvaardig behandeld zijn of verkeerd begrepen werden en het is heel goed mogelijk dat zoiets weer zal gebeuren.
Als dat dan gebeurt, is het misschien wel goed om je te realiseren dat wij zelf ook niet altijd even lief en aardig zijn. De Bijbel heeft daar ook wat over te zeggen:
“Werp je niet op als rechter, opdat je niet onder het oordeel valt, want onder het oordeel dat jullie vellen, zul je zelf vallen, en met de maat waarmee jullie meten, zul je zelf gemeten worden.”
Matteüs 7:1-2
Dat kan ons misschien helpen om wat beter na te denken over onze houding ten opzichte van anderen, en in het bijzonder over de mensen die ons benadeeld hebben, want wat we geven zal ons op dezelfde manier ook weer gegeven worden.
“Jij mens, die oordeelt, wie je ook mag zijn, bent evenmin te verontschuldigen. Want met je oordeel over anderen veroordeel jij jezelf. Jij die je tot rechter opwerpt doet immers precies hetzelfde.”
Romeinen 2:1
Je denkt stellig dat je iets moet doen aan het kwaad dat je is aangedaan. ‘Dit kan niet langer. Nu is het genoeg. Ik ga die ander eens laten voelen wat hij mij heeft aangedaan!’ Dat is echter de oplossing niet. Koester geen wrok in je hart. Als je bittere gevoelens in je hart toelaat dan zal dat je hele houding verzuren. Dan wordt je eigen geluk pas goed bedorven.
“Pas op dat niemand de genade van God verspeelt. Laat geen bitter, schadelijk onkruid opkomen dat uw hele gemeente vergiftigt.”
Hebreeën 12:15
Het is in je eigen voordeel als je iemand vergeeft voor het onrecht dat hij je heeft aangedaan. Vergeven is de eerste stap. Daarna moet je het ook vergeten. Toon medeleven en liefde aan de persoon die je iets misdaan heeft en bid voor hem of haar. Dan laat je het daarna in Gods handen.
God weet er alles al van. Zijn Woord is heel duidelijk over het belang van vergeving, hoe onrechtvaardig het ook allemaal mag lijken. Jezus heeft gezegd:
“Als jullie de mensen niet vergeven, zal je Vader jullie overtredingen ook niet vergeven,”
Matteüs 6:15
“Zo zal Mijn hemelse vader ook doen met jullie als jullie je broeder niet van ganser harte vergeven.”
Matteüs 18:35
Zelf kun je dit niet. Dat gaat tegen je menselijke natuur in. Jezus moet in en door je heen werken. Praat er met Hem over. Vraag Hem om je hart vrij te maken van die haatdragende gevoelens en de bitterheid die misschien in je hart broedt. Geef de situatie volledig over aan Hem en rakel het niet steeds weer op als je aan die persoon of situatie denkt. Dat is de enige manier waarop Hij voor jou aan het werk kan gaan en jouw geest kan genezen. Dat helpt je om verder te gaan met je leven. Meestal is dit niet wat we zelf het liefste zouden doen. Daar strijden we tegen, maar het is Gods oplossing.
Als je pijn hebt, dan staat Hij klaar om je te helpen, Hij wil je helpen en Hij zal je helpen. Maar jij moet het proces zelf op gang brengen. Jij moet de stap van vergeving zetten.