Hoe moet ik Gods Woord lezen?
Inspiratie naar een artikel van Madame Guyon (1648 – 1717)
Als ik iets lees dat niet van groot belang is voor mijn geestelijke groei schiet ik er graag snel doorheen, maar als ik iets lees dat voor mijn geest belangrijk is, zoals het woord van mijn Vader in de Heilige Schrift, ga ik graag wat nauwkeuriger te werk.
Ik noem het meditatief lezen. Ik kies dan een passage in de Schrift die mij om de een of andere reden bijzonder aanspreekt en lees dan slechts een klein gedeelte van de tekst. Ik probeer dan elk woord als het ware te proeven en de rijkdom ervan in me op te nemen. Zo komen de goedheid en de kracht die in die woorden besloten liggen tot mij, soms met slechts een enkele zin. Mijn geest wordt gevuld. Zolang er nog enige smaak in die passage of dat woord zit blijf ik er naar kijken en blijf ik dat woord voor me houden, als waren het kostbare vitamines.
En dan, na verloop van tijd, voel ik dat de kracht uit het woord of de passage wegzakt. Ik heb er voor dat moment alles uit opgezogen dat er in zit en dan ga ik verder met lezen. Zo lees ik maar zelden meer dan een halve bladzijde of nog minder, maar mijn geest wordt gevuld met rijkdom en het licht van het koninkrijk. Mijn vreugde en rust kennen hun weerga niet.
Wie snel leest, heeft er niet meer profijt van dan een zoemende bij die de kelk van een bloem slechts vluchtig afsnuffelt, in plaats van er tijd voor te nemen en door te dringen tot de voedzame gedeelten die nodig zijn voor het geluk en de gezondheid van een bij.
Snel en veel lezen heeft zeker zijn waarde, maar dan vooral op educatief gebied en om aardse kennis te vergaren. Maar om goddelijke waarheden te doorgronden en werkelijk profijt te hebben van geestelijke boeken, moeten wij net zo te werk gaan als die nijvere bij. Als we het Woord lezen met gebed, respect en onze volle aandacht en de Geest zo de kans geven om tot ons te spreken over ieder aspect in die passage heeft dat enorme invloed op ons gebedsleven en verrijkt het onze relatie met onze hemelse Vader.
In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.
