Een trotse vader en een verloren zoon

Verteld door Dwight L. Moody

Een vriend van mij, William Dawson, vertelde eens het volgende verhaal vanaf de kansel en ik wil het graag aan u vertellen. Eens kwam er na een preek die hij gegeven had een jonge dame op hem af die zei: “Meneer Dawson, u zei in uw preek dat er in heel Londen geen man was die Christus niet kon redden. Maar ik ken iemand die zegt dat hij niet gered kan worden en die niet naar mij wil luisteren. Wilt u hem niet gaan opzoeken? Ik weet zeker dat u meer met hem kunt doen dan ik.”

Mijn vriend Dawson stemde daar direct in toe en ging met de jongedame mee. En na door een wirwar van nauwe steegjes te zijn gelopen, en een gammele trap te hebben beklommen kwam hij terecht op een zolderkamertje waarin een zieke, uitgeteerde man op een bed van vunzig stro lag uitgestrekt. Dawson boog zich over de man heen en zei: “Vriend, ik wil graag met je praten.”

“Vriend?” antwoordde de jongeman met zwakke stem, “Ik heb geen vrienden. Je moet me verwarren met iemand anders.”

“Onzin,” antwoordde Dawson. “Je vergist je. Christus is de vriend van de zondaar.” De zieke man schudde zijn hoofd. “Kan niet. Mijn familie heeft me onterfd, elke vriend die ik ooit had heeft me verlaten en niemand zorgt voor mij.” Maar daar nam Dawson geen genoegen mee en hij citeerde belofte na belofte uit het Woord van God. Aanvankelijk waren zijn pogingen vruchteloos, maar tenslotte begon het licht van het evangelie toch bij de jonge man binnen te dringen en begon de ongelukkige jongen te vertellen over iedereen die hij had benadeeld. Tenslotte zei hij: “Ik zou misschien nog wel in vrede kunnen sterven als mijn vader me zou willen vergeven. Zijn boosheid doet me nog het meeste pijn.

“Wel”, antwoordde Dawson, “Dan moeten we daar direct iets aan gaan doen. Ik zal je vader opzoeken en hem om zijn vergiffenis vragen.”

“Nee, nee”, was het trieste antwoord van de jongeman, “Hij haat me. Mijn naam mag thuis niet meer genoemd worden. Je hoeft niet te gaan.”

Maar Dawson wilde toch het adres van de vader hebben en kreeg het uiteindelijk. Het was een prachtig huis, een villa net buiten Londen en hij belde aan. Een dienaar in livrei kwam naar de deur en leidde hem naar de salon.

 

 

Wat een pracht en praal. Alles wat je met geld kon kopen was daar in dat huis. Wat een contrast met de vuile zolderkamer waar zijn zoon lag weg te teren.

Toen kwam er een trotse, hooghartige zakenman binnen en terwijl hij Dawson de hand schudde, zei Dawson: “Ik geloof dat u een zoon hebt die Joseph heet?” De zakenman trok zijn hand terug en bitste: ‘Als je komt spreken over hem – die verworpene – wil ik dat je weggaat, ik heb geen zoon van die naam. Die heb ik onterfd. Als hij tegen je heeft gepraat, heeft hij je alleen maar bedrogen.’
“Wel,” antwoordde Dawson, “hij is nog altijd uw jongen, maar dat zal hij inderdaad niet lang meer zijn.” De vader leek verrast en vroeg toen: “Is Joseph dan ziek?”

“Ja,” was het antwoord, “hij kijkt de dood in de ogen. Ik kwam om u te vragen hem vergiffenis te schenken zodat hij in vrede kan sterven. Ik vraag verder niets van u. U hoeft niets te doen, ik zorg wel voor de begrafenis.”

Toen sprongen de tranen de trotse man in de ogen en hij vroeg: “Kun je me naar hem toe brengen?”

Een uur later bestegen ze de smerige trap naar het zolderkamertje waar de zoon lag. Zo’n plaats had die zakenman nog nooit eerder gezien. Toen hij de zolder binnenkwam, kon hij zijn zoon nauwelijks herkennen, maar toen hij zich voorover boog en zijn zoon begroette opende de jongen zijn ogen en zei: “O, vader, kunt u – wilt u mij vergeven?”

De eerst zo hooghartige vader knielde naast de stromat neer en legde het hoofd van zijn zoon op zijn borst en zei: “O Joseph, ik zou je al lang geleden vergeven hebben, maar je wilde het nooit.”

Toen vertelde Dawson hen allebei over de liefde van Christus, die alle zonden vergeeft en beide mannen, de hooghartige vader en die gebroken zoon, gaven hun hart aan God. Een paar uur later verliet de zoon de zolderkamer en besteeg hij de eeuwige heuvels aan de andere kant van de rivier des doods.

Klik hier voor een artikel over zonde en vergeving

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier