De straathond

Er kwam eens een straathond aanlopen in de buurt waar de familie de Bruin woonde. Net op dezelfde dag dat de hond was aangekomen kwamen de Jansens naast de familie de Bruin wonen, maar daar had de straathond geen boodschap aan. Die leefde erop los en maakte een verschrikkelijke puinhoop van de buurt; hij haalde alle vuilnisbakken ondersteboven, groef de planten op uit de perkjes en schooierde door de straat.

De familie de Bruin was enorm geïrriteerd omdat de nieuwe buren zoveel ergernis met zich meebrachten en die rothond niet in toom hielden. Maar de Jansens hadden soortgelijke gevoelens en begrepen maar niet waarom de buren hun hond niet aanpakten. En zo kwam het dat hun burenrelatie al tot ver beneden het nulpunt zakte en niemand nog boe of bah zei en de woede behoorlijk opliep.

Uiteindelijk kon mevrouw de Bruin het niet meer uithouden. De bom barstte en ze gaf mevrouw Jansen ervan langs over hun hond. 

“Die hond…?” antwoordde mevrouw Jansen, “Die is niet van ons. Wij hebben alleen een goudvis, maar om u de waarheid te zeggen, we stonden op het punt de politie te bellen, want we dachten eigenlijk dat het jullie hond was!”

Wij denken snel precies te weten wat een ander denkt en staan dan direct klaar met een oordeel, terwijl de waarheid vaak net even anders is. De dingen die onze relaties met mensen vaak verzuren zijn net als dit voorval met die hond; het zijn misverstanden of kleine irritaties waar we ons meer aan gaan ergeren dan eigenlijk nodig is. Alles wat we moeten doen is meer en beter met elkaar communiceren. Maar iemand moet natuurlijk wel de eerste zijn en dat is niet altijd zo gemakkelijk.

Beide partijen zijn er al snel van overtuigd dat ze gelijk hebben of zijn niet bereid toe te geven dat ze misschien ongelijk hebben.

Waar halen we de nederigheid vandaan om toe te geven dat we het wellicht bij het verkeerde eind hadden en waar vinden we de liefde en de genade om te vergeven en te vergeten wanneer ons onrecht aangedaan is? Waar is de wijsheid die ons in staat stelt om een verloren zaak om te zetten in een overwinning en ons de kracht geeft om tegen onze koppige natuur in te gaan? 

Niet in onszelf. Onze kracht is verre van toereikend. Maar God wil ons stap voor stap leren hoe we meer kunnen leven met de hemelse visie. Wij bidden: “Uw Koninkrijk kome, en Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.” 

Gods wil is de liefde en in het koninkrijk van God zwaait alleen de liefde daadwerkelijk de scepter. Het is dus raadzaam om ons in te zetten om deze dingen nu, in het aardse tranendal te leren. En dat kan.

Al deze deugden en nog vele andere, staan te allen tijde tot onze beschikking, zoveel we er maar willen, en zonder bijkomende kosten. “Alles wat goed en volmaakt is wordt ons door God gegeven.” (Jakobus 1:17) “Bid en u zult ontvangen wat u bidt.” (Mattheüs 7:7) Net zoals alle andere goede dingen in het leven beginnen de succesvolste relaties met de allergrootste relatie; de verbondenheid met het hart van “de levende God, die ons van alles geeft om er van te genieten.” (1 Timotheüs 6:17)

Moge Hij ons zegenen met het allerbeste dat Hij voor ons heeft, altijd en op alle mogelijke manieren.

 

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier