De hond die God gebruikte
Barbara Aqua, Tacoma, Washington
Toen ik door de deur stapte van de familie Trent om met mijn huishoudelijke werk te beginnen werd ik luid blaffend begroet door Shredder, de Airedale terriër van mijn baas. Hij sprong tegen me op en plaatste zijn beide voorpoten op mijn schouders.
“Af Shredder,” zei ik lachend, terwijl ik hem achter zijn oor krabde op zijn favoriete plekje.
Hij gromde tevreden en rende naar de huiskamer om zijn afgekauwde speelgoed aap op te halen. Die moest ik dan uit zijn bek trekken en door de kamer gooien.
“Vandaag niet, Shredder,” zei ik. “Ik ben laat en moet het hele huis schoonmaken.” Ik wees naar zijn mand en zei met barse stem dat hij moest gaan liggen. Hij gehoorzaamde met tegenzin.
“Misschien later, Shredder,” riep ik vanuit de gang terwijl ik de stofzuiger pakte en via de trap naar het souterrain afdaalde om daar met mijn werk te beginnen.
Net toen ik de slaapkamer van de Trents was binnengegaan schoot er een scherpe pijn door mijn voorhoofd. Ik wankelde en viel op de grond. Zoiets had ik nog nooit eerder gevoeld. Er was iets helemaal verkeerd met me. Had ik een herseninfarct? Ik had direct hulp nodig. Ik probeerde op te staan, maar dat was onmogelijk. Ik moet naar boven. Ik moet naar de telefoon. Maar hoe moest ik dat doen? Ik kroop naar de trap maar het was onmogelijk voor me om mezelf de trap op te hijsen.
O God, helpt u mij alstublieft. Ik mag nog niet doodgaan. Ik moet voor mijn kinderen en mijn man zorgen. Stuurt u hulp. Alstublieft.
Toen ik naar boven staarde keek ik in de trouwe bruine hondenogen van Shredder die me nieuwsgierig aankeek. Hij dacht waarschijnlijk dat ik aan het spelen was.
“Kom, jongen,” fluisterde ik hijgend. “Kom naar beneden, Shredder.”
Hij begreep het en stapte voorzichtig naar beneden. Toen hij naast me stond stopte hij met kwispelen. Had hij in de gaten dat ik in nood zat?
“Help me, Shredder,” zei ik. “Ik greep zijn halsband vast en fluisterde, “vooruit, Shredder, naar boven.”
Even leek hij het niet te begrijpen, maar toen stapte hij op de eerste trede en begon te trekken. Het lukte. Toen hij de tweede trede beklom kon ik met mijn andere hand de spijltjes van de trapleuning vastpakken. Dat hielp.
En zo sleurde Shredder me naar boven. Tree voor tree. Als ik mijn ogen sloot zag ik een flitsend licht dat voor mijn ogen danste. Het ging niet goed met me. “Vooruit, Shredder. We moeten sneller.”
Toen ik boven was aangekomen probeerde ik naar de keuken te kruipen. Daar stond de
dichtstbijzijnde telefoon. Shredder begreep het, want hij zette zijn tanden in mijn trui en trok met al zijn hondenkracht in de juiste richting. In de keuken trok ik de telefoon op de grond en kon ik 112 bellen. Shredder ging naast me liggen en hield de wacht.
“Brave hond, Shredder,” zei ik vermoeid terwijl ik hem over zijn kop aaide.
Tien minuten later stopte de ambulance voor het huis. Hoe ze binnenkwamen wist ik niet, maar opeens stonden er twee sterke mannen voor me. Shredder gromde, maar toen ik zei dat het goed was ging hij weer liggen.
Ik werd op een brancard gelegd en minuten later was ik op weg naar het ziekenhuis.
De dokter ontdekte dat ik een probleem had met een van mijn hartkleppen.
“Je was net op tijd,” zei hij. “Je had geen minuut later moeten komen. En je zei dat een hond je gered heeft?” Hij schudde zijn hoofd.
“Een hond die door God werd gebruikt,” antwoordde ik met een glimlach.
Na vier dagen mocht ik het ziekenhuis verlaten, maar werken was voorlopig uit den boze.
Maar dat kwam goed uit. Dat gaf me genoeg tijd om uitgebreid en elke dag met Shredder te gaan spelen en zijn afgekloven aap door de kamer te gooien.