Rozen met kerstmis
Door Lenora P. Rutledge
Op de dag voor kerstmis moest ik werken.
Ik was de jongste tandarts van het team en dus moest ik op feestdagen de toorts dragen.
Daar was ik bepaald niet blij mee en het enige wat me hielp om mijn zelfmedelijden te doorbreken waren de prachtige rozen die ik zojuist van mijn vriend had ontvangen.
Ze stonden in een mooie vaas op mijn bureau en de hele kamer rook ernaar.
Ik had niet veel te doen en terwijl ik in afwachting was van de volgende afspraak begon ik mijn instrumenten te organiseren. Opeens kwam de secretaresse binnen die zei dat er een vrouw was binnengekomen die me heel nodig moest spreken.
Ik liep naar de wachtkamer waar een netjes geklede vrouw zenuwachtig op haar stoel zat te draaien.
Ze hield een pasgeboren baby in haar armen.
Toen ik haar vroeg wat ik voor haar kon doen vertelde ze me dat mijn volgende afspraak haar man betrof.
De volgende afspraak was gemaakt door de gevangenis. Die hadden gebeld om een afspraak te maken voor een van de gevangenen en het gevangenispersoneel zou hem over een half uurtje komen brengen.
De vrouw vertelde me dat ze haar man niet mocht opzoeken in de gevangenis en dat hij zijn zoontje nog nooit gezien had.
“Kunt u hem niet een tijdje bij ons in de wachtkamer laten wachten?” vroeg ze hoopvol. “Misschien heeft u nog wat extra dingen te doen. Dan kan hij zijn zoontje even zien!”
Ik had verder niet veel te doen en het was tenslotte bijna kerstmis dus … waarom ook niet.
En inderdaad, een half uurtje later arriveerden er gewapende bewakers met de gevangene.
Hij had handboeien om en zelfs zijn benen waren aan elkaar geketend.
De ogen van zijn vrouw lichtten op toen ze hem zag, ze werden net zo licht als de kerstboom in de hoek van de wachtkamer. De verraste gevangene nam plaats naast zijn vrouw.
Ik keek door een kiertje toe en zag hoe blij ze waren.
Zo liet ik ze bijna een uur zitten. Tenslotte riep ik de gevangene binnen. Terwijl ik werkte stonden de bewakers voor de deur. De man scheen rustig. Hij was vriendelijk en gaf me niet het idee dat ik met een gevaarlijke boef bezig was. Ik vroeg me af wat deze man wel gedaan kon hebben om onder zulke omstandigheden naar de tandarts te moeten.
Toen ik klaar was wenste ik hem een gelukkig kerstfeest toe. Natuurlijk niet makkelijk als je de cel weer in moet. Hij gaf me een grote glimlach en bedankte me en zei nog dat het hem speet dat hij zijn vrouw niets kon geven met kerstmis. Toen kreeg ik een idee.
Ik zal de uitdrukking op het gezicht van de vrouw niet snel vergeten toen hij haar dat prachtige boeket rozen in de hand drukte toen hij mijn kantoor weer uitkwam.
Wie er die kerstmis het meest gezegend was weet ik niet… misschien de vrouw omdat ze eindelijk haar man kon zien en hem hun baby kon tonen; of misschien de man omdat hij de warmte van zijn familie weer voelde… of ik zelf misschien, omdat het door deze ervaring zo’n bijzondere kerstavond werd en de vreugde van het geven me nog lang is bijgebleven.