Een snijbloemen-beschaving
“O God, leer ons zo te leven dat wij ons uiteindelijk de wijsheid eigen maken.”
Psalm 90:12
De woorden van de psalmschrijver sporen ons aan om de tijd die wij in dit leven mogen doorbrengen zo goed mogelijk te gebruiken. Want zo lang duurt een mensenleven niet. Een jongeling in een sterk lichaam waant zich vaak onsterfelijk, maar de trein des tijds dendert onverstoorbaar verder, of we dat nu willen of niet. Zo tellen de jaren snel en gaan ze, zoals in dezelfde Psalm staat geschreven, als een zucht voorbij.
Hoe kunnen we ons die wijsheid dan eigen maken en hoe kunnen wij onze tijd tijdens die reis zo goed mogelijk gebruiken? Jesaja biedt uitkomst: “De stem zegt: ‘Roep!’ ‘Wat moet ik roepen?’ vraag ik. ‘Roep dat de mens is als gras en dat zijn pracht verwelkt als een veldbloem. Het gras verdort en de bloem verwelkt onder de adem van God. En zo gaat het ook met de vergankelijke mens. Dor wordt het gras en bloemen verwelken, maar het woord van onze God houdt voor eeuwig stand.” *
Jesaja heeft het over het Woord van God; de beloften van een liefhebbende Vader, die voor altijd blijven bestaan. De Bijbel leert ons dus dat het de hoogste wijsheid is om ons leven zo in te richten dat het Woord centraal staat. Bij een sterke boom stroomt de levenskracht door de wortels naar binnen; wortels die stevig verankerd liggen in de vruchtbare grond, en bij ons mensen is dat niet anders. Alleen door het Woord vloeit de ware kracht van het geloof ons leven binnen.
Door het Woord kunnen wij weerstand bieden aan de verleidingen en de drogredenen van deze wereld. Door het Woord houden wij ons vast aan het geloof en de waarden die er werkelijk toe doen. Maar als wij ons van die leven gevende bron afsluiten verdwijnt het ‘ware’ licht en verduistert onze kijk op het leven.
De ongelovige wereld is als het ware een snijbloemenbeschaving. Snel de schoonheid in huis, snel resultaat en het liefst zo gemakkelijk mogelijk. Maar schoonheid zonder verbonden te zijn met de bron verwelkt snel en moet al snel weggegooid worden.
Als een beschaving zichzelf van God afsnijdt, hoe kan die dan verwachten dat de ware schoonheid blijft stralen? Als wij onszelf als individuen van God afsnijden, hoe denken we dan te kunnen leven met de vrede die alle verstand te boven gaat? Waarom hebben we het soms zo moeilijk en zijn we zo vaak gefrustreerd en verward? Zou het iets te maken kunnen hebben met de mate waarin het leven gevende water onze wortels binnenkomt? Hoeveel mensen zijn er niet die de gemakken en de juwelen van deze wereld najagen, maar dan geestelijk bankroet blijken te zijn? De wereld wil ook graag rust, schoonheid en vreugde, maar dan wel zonder verbonden te zijn met de bron waaruit het ware leven opwelt. Maar niet alles wat blinkt is goud en de glitter van de wereld laat de mens achter met lege harten en handen.
Het leven is te kort om te verdoen met de schittering van deze wereld. Er ligt een wereld voor ons klaar; zo puur, zo rijk en zo weergaloos mooi in haar overweldigende schoonheid, dat iedere minuut die daaraan besteed wordt, doorwerkt tot in de eeuwigheid.