De bedelaar
Onbekend
Eens in mijn jeugd vroeg mijn vader mij om met hem mee te gaan voor de laatste kerstinkopen. Ik had er geen zin in, want ik was moe en had het wel gehad met de kerstdrukte. Maar ik ging met mijn vader mee en droeg al snel van alles in mijn armen.
Opeens kwamen we langs een oude bedelaar. Daar stond hij; ongeschoren, vuilig… ik keek snel de andere kant op. Toen raakte hij ook nog mijn arm aan en vroeg me om geld. Ik voelde meteen de neiging om thuis een douche te nemen en liep hard door, maar mijn vader hield me tegen en zei zacht:
“Norman, het is kerstavond. Je zou een mens niet zo mogen behandelen!”
“Maar vader,” riep ik verontwaardigd uit, “dat is gewoon een vieze bedelaar. Hij heeft niets in zijn leven gepresteerd dat de moeite waard is!”
“Misschien heeft hij niet veel gepresteerd,” antwoordde mijn vader weer, “maar hij is wel een kind van onze Vader.” Toen gaf mijn vader mij een dollar, en dat was in die tijd een heel bedrag. Hij zei dat ik het aan de bedelaar moest geven.
“Ik wil dat je dit aan hem geeft met een respectvolle houding en tegen hem zegt dat wij hem dat geven omdat hij in Gods ogen heel veel waard is.” Ik protesteerde en had daar absoluut geen zin in. Een dollar? Zoveel? En dan aan zo’n bedelaar!
Maar mijn vader stond er op dat ik ging en tenslotte rende ik terug naar de bedelaar en zei: “Hier mijnheer. Dat is voor u. En het is omdat u belangrijk bent voor God!”
De bedelaar keek me eerst niet-begrijpend aan maar opeens brak de zon door op zijn groezelige gezicht en verscheen er een glimlach die zo schoon was en zo mooi dat ik niet langer zag dat die man vies was en ongeschoren. Ik zal dat moment nooit vergeten.
“Dank je jongeman,” zei hij met lichtjes in zijn ogen. “Ik dank God voor mensen zoals jullie!” Al mijn irritatie en tegenzin om iets voor die man te doen was verdwenen. De straat en de huizen, de bomen; alles rondom was opeens gaan stralen met een hemelse gloed, want ik was getuige geweest van een wonder; het wonder van de verandering dat ik sinds die dag nog vaak heb mogen meemaken. Het wonder dat geschiedt als wij mensen zien als kinderen van God en hen als zodanig behandelen.
Ieder mens heeft die liefde en dat respect nodig en het werd ons door God gegeven in de vorm van een kleine baby in een stal in Bethlehem ruim 2000 jaar geleden.