Ons beste beentje
Zetten we ons beste beentje wel voor?Als we met die vraag geconfronteerd worden zeggen we waarschijnlijk direct: “Natuurlijk doen we dat.” Wie doet er tenslotte niet zijn best en niemand geeft graag toe dat het allemaal wel beter zou kunnen.
Toch is het een goede zaak om hier eens wat dieper op in te gaan en dan vooral in relatie tot onze verhouding met God en het welzijn van ons geloof.
Zo gemakkelijk is het tenslotte niet om iedere dag de bergen van het geloof weer in te trekken om daar, op geloof, de snijdende bergwind te trotseren, naar de bergtoppen van het geloof te klauteren en op niets anders te vertrouwen dan op het woord van God, die zegt: “Wees niet bang, want Ik ben met u. Kijk niet angstig om u heen, want Ik ben uw God. Ik zal u kracht geven en u helpen, Ik zal u overeind houden met mijn heilrijke rechterhand.” *
In het dal beneden is het tenslotte een stuk gemakkelijker. Daar wordt alles prima voor ons geregeld. Er staat meestal een lekker bordje eten voor ons klaar, een fijne stoel, en iedereen loopt netjes mee in het gareel. Er zijn ook genoeg randzaken waar we ons aan vast kunnen houden en er is genoeg afleiding en even zoveel vertier, zodat we ons niet al te veel zorgen hoeven te maken als onze relatie met God op een laag pitje komt te staan. Het komt allemaal wel goed.
Die bergen van het geloof waar alleen God persoonlijk met ons mee klimt, lijken soms toch wel erg hoog en steil. Ze boezemen ons vrees in. Dezelfde vrees die ook de volgelingen van Jezus niet onbekend was toen ze uitschreeuwden: “Meester, kan het U niets schelen dat wij vergaan!” Misschien is het dan toch maar beter om in het mistige dal te blijven…
Dat kan natuurlijk. Zo’n houding komt bij ons allemaal, net als bij de discipelen van Jezus weleens boven drijven, en vaak haast ongemerkt. Maar als je je vastklampt aan de onstabiele zekerheden van deze wereld in plaats van aan God, blijft het mysterie van de bergen voor je verborgen. Het wonder van God openbaart zich vrijwel nooit aan ons in het dal, maar wordt pas een realiteit op de gure hoogvlakten van een levend geloof. Daar, hoog in de bergen, klinkt de stem van God zo luid tot ons hart dat wij ons verbazen over die vreemde twijfels en angsten waar we in het dal voortdurend mee bestookt worden. Nergens zijn Gods almacht en glorie zo duidelijk waarneembaar als hoog op de berg. Wat een zegen wacht ons als wij op geloof het dal de rug durven toe te keren en wij op weg gaan naar de hoogvlakten van God. De wereld heeft niets met God. De wereld lacht je uit, en verklaart je voor gek als je de moeite neemt om je met God te verbinden door Zijn Woord te bestuderen en het te gehoorzamen. Laat de wereld maar razen en luister eens naar wat God er over te zeggen heeft: “Aan de wereld en haar zondige begeerten komt een einde, maar wie doet wat God wil, zal eeuwig blijven leven.” *
*Jesaja 41:10
* 1 Johannes 2:17