Onder de vlag van Gods rijk
“Toen bouwde Mozes een altaar en noemde het De HERE is mijn banier.”
(Exodus 17:15)
Wat is de kracht van een banier? Dat wordt duidelijk in de volgende anekdote.
In het jaar 1867 emigreerde er een gedesillusioneerde man vanuit Europa naar Cuba om daar een nieuw leven op te bouwen.
Maar dat liep niet bepaald zoals hij het zich had voorgesteld. In Cuba werd hij gearresteerd op verdenking van spionage en werd vervolgens ter dood veroordeeld. In zijn wanhoop richtte hij zich zowel tot de Amerikaanse als de Britse consul. Hij overtuigde hen beiden van zijn onschuld. De twee consuls probeerden de autoriteiten er direct van te overtuigen dat de man geen spion was en dat zijn leven gespaard moest worden, maar dat lukte niet.
“De wet is de wet,” aldus de vertegenwoordiger van de regering. “De man is veroordeeld en zal dus morgen gefusilleerd worden. Er is niets meer wat wij kunnen doen.”
En inderdaad werd de man de volgende dag vanuit zijn cel voor het vuurpeloton gezet. Zijn graf was reeds gegraven en een soldaat had al een zwarte kap over zijn hoofd geschoven toen de beide consuls, die bij het voltrekken van het vonnis aanwezig waren, op de veroordeelde afstapten. De Amerikaanse consul had een Amerikaanse vlag bij zich en de Engelse een Engelse vlag. Beide mannen wikkelden hun vlag om de veroordeelde man. Toen zeiden ze tegen de soldaten: “Nu mogen jullie vuren, als je daar tenminste het lef voor hebt.”
De vlaggen waren niet meer dan stukken stof, maar toch vertegenwoordigden die vlaggen de twee machtigste landen ter wereld. Het zweet stond de soldaten op het voorhoofd en ook de officier die de opdracht moest geven om te schieten wist niet meer wat hij moest doen. Door op de man te schieten zouden ze de vlaggen van Amerika en Engeland ontheiligen en alles waar die twee landen voor stonden.
Omdat niemand nog durfde te schieten werd de veroordeelde uiteindelijk weer in vrijheid gesteld en werd de hele affaire in de doofpot gestopt.
Maar de symboliek spreekt voor zich. Als kinderen van God leven wij onder de banier van Gods liefde. Zijn bescherming is alom aanwezig en almachtig.
“Vreest niet, want Ik ben met U.” (Jesaja 41:10)