Niet wat, maar Wie
Ik weet op Wie ik vertrouw
-2 Timotheüs 1:12
God wil graag dat we op Hemzelf vertrouwen; dat we helemaal op Hem leunen, met ons hele wezen. Het allermooiste van Christenen is het vertrouwen op God. Het is de basis van alle andere kenmerken van ons geloof, dat we volledig op Hem leunen.
Bestaat er iets mooiers, iets waar je blijer van wordt dan iemand die je volledig vertrouwt? Wanneer een klein kind je aankijkt en zijn handje in de jouwe legt en zich veilig bij je voelt is het alsof de hemel opengaat. En God is zo veel beter en groter dan jij. Hij vindt het nog fijner wanneer jij, net als dat kleine kind, je hand in de zijne legt en op Hem vertrouwt.
Een hand wordt naar je uitgestrekt; een hand met een wond. Strek je hand van geloof uit om die hand te grijpen en klem je er aan vast want zonder geloof kunnen we God niet behagen.
-Bewerkt naar een artikel van Henry van Dyke
Niet waarin, maar in Wie ik geloof!
Daar gaat het om.
Van Hem komt troost die geen sterveling kan geven,
hoop wanneer alles verloren lijkt.
Niet wat, maar Wie mij helpen kan in het leven
en voor Wie het duister wijkt.
Niet wat, maar Wie!
Daar gaat het om.
Want Christus is zoveel meer dan een geloof.
Door alles wat Hij deed
slecht Hij tussen mens en God de kloof.
Hij is het antwoord op ons mens’ lijk leed
Niet wat maar Wie!
Daar gaat het om.
Want Wie loopt er naast me in het duister?
Wie draagt de last die ik Hem geef?
Wie luistert geduldig naar mijn wanhopige gefluister?
Niet door wat, maar door de Heer is het dat ik leef.
Niet wat ik zo intens geloof, maar Wie
De Heer tot in de eeuwigheid,
Mijn Redder en Mijn vriend
door Wie ik ben bevrijd!