Hij doet voorspraak
Je wordt er doorgaans niet blij van als het je aan de meest elementaire fysieke levensbehoeften ontbreekt. Maar het ontbreken van je noodzakelijke geestelijke behoeften is zo nodig nog erger. Dan hangt er al snel een donkere mist van depressie en ontmoediging over onze zwaarmoedige geesten, en het is geen goed idee om daar op die vruchteloze, kale vlaktes te bivakkeren.
Toch overkomt het ons allemaal van tijd tot tijd. Periodes van droogte, waarin we zoeken en dorsten naar antwoorden. Tijden waarop het lijkt dat de groene vruchtbare velden zijn verschroeid en de rustgevende, stille wateren zijn opgedroogd.
Dat is echter niet zo.
Hoe zwart de nacht soms ook mag lijken, de wateren van God vloeien nog steeds en Hij kent nog steeds de weg terug naar de schaapskooi. Maar toegegeven, er zijn momenten waarop we het even niet zien, momenten waarop we wellicht vergeten dat wij altijd een Herder hebben, een machtig Persoon, die voorspraak voor ons doet voor de troon van God. Kun je het je voorstellen? Jezus, die tot God bidt met jouw naam op Zijn lippen?
En dat is precies wat Hij doet. Hij draagt onze problemen in Zijn armen en legt ze aan God voor. Hij zegt tegen God dat wij, Zijn broeders en zusters, hulp nodig hebben. En wat krijgt Jezus als antwoord?
God geeft Hem hetzelfde antwoord als het antwoord dat de Farao aan onderkoning Jozef gaf toen deze zijn eigen familie wilde beschermen tegen die vreselijke hongersnood in die tijd. “Geef hun het beste land.”
De zondige broers van Jozef kregen het beste land toegewezen en zo werden ze uit hun lijden verlost. Zo leidt ook Jezus ons naar nieuwe, vruchtbare plaatsen. Hij bidt voor ons, Hij staat voor ons garant en heeft alle macht om ons te geven wat wij werkelijk nodig hebben.
En wat moeten we er voor doen? Vertel Hem over je pijn en je zorgen. Vertel Hem dat je verstrikt bent geraakt in een doornbos. Vertel Hem dat je honger en dorst naar het licht. Wij zijn erfgenamen met Christus. Vanwege Jezus gooit God de poorten van Zijn Koninkrijk wijd voor ons open en mogen wij onze tenten opslaan op de beste en meest vruchtbare plaatsen. Weg met de hongersnood, weg met het duister. Jezus zei: “Wees niet bang, al vormen jullie maar een klein groepje. Want jullie Vader is zo goed geweest zijn koninkrijk voor je open te stellen.” (Lukas 12:32)
O Jezus, vergeeft U mij mijn twijfel en die momenten waarop ik vergeet mijn ogen naar U op te richten. Open mijn zelfzuchtige ogen die zo snel de verkeerde kant op kijken, denkende dat ik mijn dorst toch kan lessen met de wateren van de wereld. Open mijn ogen zodat ik de wonderen van Uw liefde mag aanschouwen, het beste van het Koninkrijk. U bent het beste van het Koninkrijk, Heer. Uzelf bent mijn erfdeel. Mijn hart staat voor U open.