Een goede afrastering

Ons hart wordt nogal eens vergeleken met een tuin waarin van alles kan groeien. Als wij ons onderwerpen aan Jezus wordt ons hart de tuin van God. Jezus kocht de tuin toen Hij aan het kruis stierf en die tuin is nu Zijn eigendom. Een tuin is iemands privébezit en bij een tuin denk je al snel aan een goed beschutte plaats vol weelderige bloemen, gras en misschien zelfs een vijvertje met een klaterende fontein. Daar mag je als vreemdeling alleen maar binnen komen als je bent uitgenodigd, want een tuin is geen publieke plaats waar iedereen zomaar toegang heeft en achteloos zijn rommel kan laten rondslingeren. Daarom zijn tuinen doorgaans netjes afgeschermd met een muur, een heg of een stevig hekwerk. Een tuin is tenslotte voor veel mensen de plaats waar ze een stukje hemel op aarde proberen te kweken, en dat is bij Jezus niet anders.

De tuin die Jezus voor ogen heeft straalt en geurt en staat in directe verbinding met de hemel. Dus bouwde Jezus ook een afscherming rondom de tuin van ons hart die de wereld buiten moet sluiten. Niet om andere mensen buiten te sluiten, maar wel de wereldse en goddeloze principes van het kwaad. Die horen niet thuis in Zijn tuin. De tuin van Jezus zou juist de mooiste en meest kleurrijke bloemen en struiken moeten huisvesten zodat ze een ware getuigenis zijn van de waarachtigheid van God. Maar daar heeft Jezus onze hulp bij

nodig. Hij wil dat wij zelf meewerken en zelf de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de tuin van ons hart dragen.

Dat begon al in het paradijs toen Hij tegen Adam zei dat hij voor het paradijs moest zorgen. Zo zegt Jezus ook tegen ons: “Ik wil graag dat jij de tuin zelf onderhoudt en voor me cultiveert. Je kunt me daarbij altijd om raad vragen en Ik voorzie in al je noden om het werk te doen, maar Ik laat de uitvoering graag aan jou over.” En dat kan weleens voor problemen zorgen.

Zo kan het gebeuren dat wij enthousiast aan de slag gaan om onze tuin te snoeien en bij te houden volgens het plan van God, maar na verloop van tijd de visie toch verliezen waardoor ons enthousiasme een beetje verwatert. Dat is het probleem met onze menselijke natuur. “Het vlees,” noemt Paulus dat. Dat is onze luie, op eigen belang gerichte denkwereld. Als wij die te veel ruimte geven gooien wij het bijltje er snel bij neer. Lekker niets doen en uitrusten op ons gazonnetje klinkt dan veel beter dan al dat zware werk, zoals het omspitten van de harde grond, het snoeien van de takken en het verwijderen van die grote hoeveelheid onkruid die steeds weer opgroeit. En er komen ook nogal wat interessante geluiden over de muur onze tuin binnen waaien. Opzwepende muziek en luid feestende mensen die zich niet druk maken over het bijhouden van een onbenullig tuintje. Geluiden van mensen die het op het eerste gezicht veel makkelijker lijken te hebben dan wijzelf.

Maar vergis je niet. Die fontein die Jezus in onze tuin heeft aangelegd komt direct uit de eeuwigheid en het water is puur en geneeskrachtig. Als wij er trouw van drinken geeft het ons een hemelse visie, die ver boven die van de aarde uitstijgt. Het is meer dan de moeite waard om onze tuin goed te bewateren, te beveiligen en te onderhouden. God wil er een hemelse tuin van maken.

Alleen voor Hem? Nee, dat is het juist. Wat Jezus doet is nooit voor Hem alleen. Het gaat Hem om het geluk van anderen, zodat anderen mogen genieten van Zijn tuin in jouw hart. Op die manier dien je God en inspireer je ook anderen om hun hart voor Jezus te openen.

Download PDF

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier