Een brug juist op tijd
Ik leer je de weg van de wijsheid en zet zo je voeten op de rechte weg. Dan hoef je niet moeizaam je weg te zoeken en zul je niet struikelen.
-Spreuken 4:11,12
De Heer bouwt pas een brug onder de voeten van de geloofsreiziger op het moment dat hij die brug nodig heeft. Als Hij de brug lang van tevoren zou bouwen is er geen geloof nodig. Wat je kunt zien is niet op geloof.
Er bestaan van die hekken die soms op het platteland gebruikt werden. Dat zijn van die hekken die vanzelf open gaan. Als de reiziger aankomt staat het hek nog dicht en als hij dan stopt voordat hij het dicht genoeg genaderd is, gaat het niet open. Maar als hij tot vlak voor het hek rijdt worden de springveren onder de weg door zijn wielen ingedrukt en zwaait het hek opeens open, zodat hij er ongehinderd doorheen kan rijden. Hij moet echter helemaal tot aan het gesloten hek rijden, anders blijft het hek potdicht.
Dit is een goede illustratie voor andere barrières op de weg die we voor de Heer moeten gaan.
Wanneer een kind van God voor een rivier komt te staan, voor een poort, of onderaan een berg, moet hij er niet voor terugschrikken. God kan de rivier opdrogen als je er vlakbij bent, zoals hij dat deed toen de priesters met de Ark de Jordaan wilden oversteken. God kan de berg van moeilijkheden optillen en in zee gooien als je moedig doorzet en op geloof en vertrouwen doorloopt. Staat er een groot obstakel op je weg die je voor de Heer moet gaan? Heb moed en vertrouwen. Blijf doorgaan op geloof. Ga op je doel af in de Naam van de Heer; dan zal het obstakel er spoedig niet meer zijn.
Vaak gaan we bij de pakken neerzitten en treuren we voor niets. De stem van de Almachtige heeft gezegd: “Klim de steile klippen op en blijf doorgaan.” Laten we dus moedig verder gaan met flinke pas, al gaat de weg door het duister en kunnen we ons pad door de bossen en over bergpassen nauwelijks onderscheiden. Ga verder! Als het moet, komt er zelfs een zuil van vuur of een wolk om onze route door de wildernis aan te geven. Er zijn overal gidsen en er wordt onderweg voor onderdak gezorgd. Overal waar we komen vinden we voedsel, kleding en vrienden en zoals iemand eens heeft gezegd: “Hoe de reis ook zal verlopen, het ergste wat ons kan overkomen is dat we moe en afgemat worden.” Dat is alles, want we zullen veilig aankomen op de plaats waar we een vreugdevol welkom kunnen verwachten. Thuis, bij de Heer.