Grote droogte
Jezus zei dat zelfs het kleinste vogeltje een plaatsje heeft in het hart van God. Zal Hij ons dan vergeten? Daar gaat de Oppepper deze week over.
***
Het verhaal staat in 1 Koningen 17:9-16. Israël wordt geteisterd door een grote droogte en God stuurt Zijn profeet Elia naar een arme weduwe om daar onderdak te vinden.
De HERE zei tegen Elia: “Ga naar het dorp Sarfath, daar woont een weduwe die u zal verzorgen. Ik heb haar daarvoor opdracht gegeven.”
Dus ging Elia naar Sarfath en toen hij bij de poorten van de stad kwam, zag hij de weduwe. Hij vroeg haar een beker water. Terwijl zij wegliep om het te halen, riep hij haar achterna: “Neem ook wat brood mee, als u wilt.” Maar zij zei: “Ik zweer bij de HERE, uw God, dat ik geen kruimeltje brood in huis heb. Alles wat ik nog heb, is een handvol meel en een klein bodempje olie. Ik heb net wat hout gesprokkeld om voor de laatste keer een maaltijd te kunnen maken. Daarna zullen mijn zoon en ik sterven van de honger.”
Maar Elia stelde haar gerust en zei: “Wees maar niet bang. Maak die laatste maaltijd van u maar klaar, maar bak eerst wat brood voor mij. Daarna kunt u voor u en uw zoon wat klaarmaken. De HERE zegt namelijk dat altijd voldoende meel in de pot en olie in uw kruik zal zijn tot het moment dat de HERE weer regen laat vallen.”
***
Droogte? Dat hebben we hier niet vaak. Tenminste, niet zoals in de tijd van het Oude Testament of zoals soms in Afrika. Maar toch wordt ook dit land geteisterd door droogte.
Er bestaan allerlei soorten droogte. Zo is er een droogte door een gebrek aan liefde.
Of een droogte aan geloof! En nu komt de droogte van een economische crisis daar nog eens bovenop.
Nee, er is hier wel een droogte. Ook hier is van alles mis. Maar ook nu, net als in de bijbel, staat de Heer stevig naast Zijn kinderen. Overal in Zijn woord staan verhalen over Zijn bescherming, Zijn steun en Zijn aanwezigheid. Zal Hij Zijn kinderen vandaag dan laten vallen?
Maar net als in het verhaal van de weduwe vraagt Hij ons om standvastig te zijn. Om Hem te vertrouwen in plaats van de paniekerige stemmen van de wereld.
Hij vraagt ons om Hem telkens weer voorop te stellen. Elke opoffering voor Hem, elke daad van onzelfzuchtigheid, alles wordt door Hem gezien. Zelfs al geven we ons laatste brood weg om een ander te helpen, dan zal God ons niet laten zitten. Als je overweldigd dreigt te worden door de problemen om je heen, je persoonlijke strijd of de situatie in de wereld, trek je dan terug in Gods Woord. Hou je vast aan Zijn eeuwige beloften en lees over al die mensen die in hun nood naar Hem uitschreeuwden. Ze vonden allemaal hulp. Ze kregen de antwoorden die ze zo wanhopig zochten en ze kwamen als overwinnaars uit de strijd tevoorschijn.
Hoe ze dat deden? Ze hielden vast aan God. Ze deden hun overtuiging geen geweld aan en geloofden dat God hen zou bijstaan door dik en dun.
Wat zou er gebeurd zijn als de weduwe waar Elia naar toe was gestuurd had gezegd: “Een brood? Ben je gek? Zoek het zelf maar uit. Je bent toch een profeet? Laat God dus maar voor je zorgen. Eerst mijn eigen schaapjes op het droge en dan zien we wel verder.” Dat is de weg van de wereld. De weg van het eigen belang. Maar God wil ons juist leren wandelen op de wegen van het wonder. Juist dan zien we Gods kracht en ervaren we Zijn aanwezigheid. Dan wordt het leven een geweldig avontuur waar je samen met Jezus van kunt genieten, zelfs in tijden van tegenslag en droogte. Hij zal voorzien. Hij doet het wonder, want hij is de Goede Herder die zelfs voor het kleinste en domste schaapje zorgt.