De strijdwagen
Christus, als Zoon van God, had in een vurige strijdwagen kunnen rondtrekken van Bethlehem naar Golgotha, maar Hij koos een wagen van barmhartigheid. Over de heuvels en vlakten van Palestina reden Zijn wielen, terwijl Hij overal de arme kinderen op Zijn arm nam en zegeningen uitdeelde als de stralen van het morgenlicht.
We zien Hem in Kana in Galilea, waar Hij water in wijn verandert, dan zien we Hem over de golven van de zee lopen, terwijl Hij het gebulder van de storm tot stilte maant.
We zien Hem een arme man bevrijden van een legioen demonen. Zijn wonderen zijn haast te talrijk om op te noemen: Hij genas de zoon van de hoveling in Kapernaüm, hielp de dochter van Jaïrus en bracht Lazarus terug uit de dood. Hij zei: “Ik ben de opstanding en het leven.” Zo zet Hij Zijn missie voort, om de werkelijkheid van Gods liefde te tonen aan ieder die wil luisteren.
Overal, tijdens al Zijn reizen, oefent Hij Zijn drie ambten uit: Geneesheer, Profeet en Heiland, terwijl Hij onverstoorbaar naar het kruis rijdt.
Nu zien we de strijdwagen omringd door vijanden. Ze zijn machtig en het zijn er velen: Herodes, Pilatus, Kajafas, de Romeinse soldaten, de menigte van Jeruzalem en duizenden Joden die gekomen zijn om het Pascha te vieren, aangevoerd door Judas en de duivel.
Zie hoe zij razen en vloeken, terwijl ze Hem uit Zijn strijdwagen van barmhartigheid willen rukken! Maar Jezus blijft zitten, houdt de teugels stevig vast en rijdt regelrecht door de woedende menigte heen, zonder een pijl af te schieten of een speer op te heffen tegen Zijn vijanden. Want in die strijdwagen moet de Koning naar Golgotha rijden. Dat is het grote doel.
Hij weet dat de lijdensweg naar het kruis eraan komt, maar Hij aarzelt niet. Integendeel, Hij haast zich om het kruis te omarmen. Niemand anders zou die dag door Gods oordeel getroffen worden, alleen Hij. Voor iedereen die Hem pijn deed, bad Hij: “Vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen.” Hij nam alle pijlen van het kwaad op Zich, en Zijn bloed vormde een spoor van liefde achter Hem.
Nog steeds raast de strijdwagen voort. Aan de stervende misdadiger schonk Hij genade en beloofde hem het paradijs. Hij raakte de poort van de dood aan en vele gevangenen vonden die dag vrijheid. Hij overwon de machten van het duister, ontwapende Zijn vijanden en zelfs de dood ontkwam niet aan Zijn macht. Nu staat Zijn overwinning voor altijd gegrift op Golgotha. De tiran zal nooit meer zijn heerschappij over de mens terugkrijgen.
Door de hele Schrift heen wordt Christus beschreven als een bron van zegen. Alles wat Hij doet brengt overvloed, leven en heling; Zijn komst, Zijn wonderen, Zijn lijden en Zijn opstanding. Alles fluistert liefde. Waar Hij maar gaat, bloeit de woestijn op en wordt zelfs de eenzaamste plek een plaats van vreugde.
Jezus, de vriend van de mensen en de Zoon van God.
Uit een preek van Christmas Evans (1766-1838)