De grootste dwaas
Een ongelovig mens zei eens verlangend: “Als ik de dood toch eens zou kunnen overleven, dan zou ik waarschijnlijk alles aan kunnen.” Nou, dat kan. Wij kunnen de dood overleven. Daar draait nou net de hele Bijbel om. En daar gaat de Oppepper deze week over.
***
Er was eens een koning die een favoriete hofnar had. Een nar was vroeger een grappenmaker die dwaze dingen deed om de koning aan het lachen te maken, en zo de spanning van het drukke leven van een koning wat te verlichten.
Omdat hij de koning al jarenlang blij had gemaakt met zijn grappen en grollen en nu wat ouder werd, besloot de koning om hem met pensioen te sturen. Hij gaf hem een stuk land, een goed inkomen en liet hem op reis gaan om nog wat van de wereld te zien. Tenslotte gaf de koning de nar ook zijn favoriete wandelstok cadeau, om die mee te nemen op reis.
Het was een prachtige wandelstok; gemaakt van het beste hout en ingelegd met goud.
“Deze geef ik je,” zei hij, “als een speciaal cadeau omdat je al die jaren zo grappig bent geweest en zo’n aanmoediging voor me was. Je was echt fijn gezelschap.” Toen ging hij verder: “Je gaat nu weg omdat ik je van je verplichtingen ontslagen heb. Deze stok is een speciaal geschenk voor jou omdat jij de grootste dwaas bent die ik ooit gekend heb!”
Een paar jaar later hoorde de nar dat de koning, die inmiddels ook behoorlijk oud was geworden, op sterven lag.
De dwaas ging direct naar het hof om de koning te zien en om zijn medeleven te tonen.
Toen hij aan het bed van de koning zat vroeg hij hem:
“Bent u klaar om deze aarde te verlaten?”
“Wat bedoel je?” antwoordde de koning verbaasd.
“Dat zal ik u zeggen,” legde de nar uit. “Sinds ik u voor de laatste keer gezien heb, heb ik Christus leren kennen en Hem ontvangen als mijn Heiland. Ik ben nu klaar om te sterven omdat ik weet dat ik naar Jezus in de hemel zal gaan.”
Toen vroeg hij: “En u? Heeft u zich al voorbereid op deze laatste reis naar de dood? Heeft u Jezus als uw Heiland aangenomen? Bent u klaar om te sterven?”
“Voorbereidingen? Wat voor voorbereidingen zou ik nou nodig hebben?” riep de koning uit. “Ik geloof niet in al dat geklets over ‘Jezus’ en ‘de hemel’. Mijn koninkrijk is hier! Ik weet dat het bestaat. Dat is het enige wat me interesseert!”
“Wat vind ik het naar om dat te horen,” zei de hofnar stilletjes, “want u heeft niet in de gaten wat een grote fout u nu begaat en wat u afslaat; vergeving van uw zonden en een eeuwig leven samen met de Koning der koningen.”
Maar de koning riep boos uit dat hij niet langer naar zulke onzin wilde luisteren.
Toen sprak de dwaas bedroefd: “Weet u nog dat u me op reis gestuurd hebt en me deze wandelstok cadeau gaf omdat ik de grootste dwaas was die u ooit gekend had? Nu ben ik terug van die reis en heb ik mijn voorbereidingen getroffen voor de volgende; een reis die we allemaal moeten maken. Het is onze langste reis; een waarvan we nooit meer terug zullen komen. Maar u hebt er niet eens voorbereidingen voor getroffen. Dus hier is uw stok weer terug. Ik wil dat u hem houdt want u bent een grotere dwaas dan ik!”
* * *
Zoveel mensen proberen zich voor de dood te verstoppen. Ze willen er maar liever niet aan denken. Maar vroeg of laat komen we er allemaal voor te staan. Niemand ontkomt eraan. Het is een reis die wij eens allemaal moeten maken.
Toch zijn de meeste mensen er niet klaar voor en treffen ze geen enkele voorbereiding.
Maar er is helemaal geen reden waarom we onze ogen er voor zouden moeten sluiten. Voor degenen die de Heer kennen zal de dood juist een aangename verlossing zijn van dit leven naar een beter leven en een nieuwe wereld! Je zult overgegaan zijn van deze aardse leerschool naar een veel fijner en beter oord. Dan is de dood geen verlies, maar slechts een verlossing. Een machtige poort naar een nieuw leven en het eeuwige licht. Nu kennen we nog pijn en de moeilijkheden van een aards leven, maar dan zijn we waarlijk vrij, want op het moment dat je lichaam sterft word je geestelijk bevrijd. Daarom zei de apostel Paulus: “De dood is opgeslokt in Gods grote overwinning. Dood, je kunt de overwinning wel vergeten. Dood, wat voor kwaad zul je nu nog doen?” (1 Korinthiërs 15:55). Het is de dag waarop je gekroond wordt.
Maar je moet je er dus wel op voorbereiden. En dat doe je door Jezus als je Heiland aan te nemen. Dan zul je er klaar voor zijn wanneer Hij je op komt halen en tot die tijd kun je ten volle van het leven genieten, in de wetenschap dat je veilig bent en op weg bent naar de Hemel! Ontvang Jezus dus vandaag als je dat nog niet gedaan hebt.
