Maandag 9 september 2024
Gebed
Leert U mij Heer, wat het betekent om tot rust te komen in Uw aanwezigheid en stil te worden onder Uw vleugelen, zodat Uw Geest mij kan aanraken. Leert U mij hoe ik Uw woorden moet overdenken, zodat ik er kracht uit kan putten en er daadwerkelijk door gesterkt word. Als ik lang genoeg bij U blijf zitten, kan Uw Geest mij geweldige dingen leren, mij genezen en vernieuwen.
Laat U mij zien waarom ik die stilte en rust zo hard nodig heb. Wilt U mij helpen begrijpen dat het beter is om aan Uw voeten te zitten dan die grote werken te doen; dat het beter is om Uw hand vast te houden en te luisteren naar Uw woorden, dan te denken dat ik de wereld kan veranderen in mijn eigen kracht?
Ik vergeet het zo gemakkelijk, Heer. Ik wil aan U vastgeketend zijn, zodat ik nergens heen kan zonder Uw Geest en bereid ben de offers te maken die nodig zijn om U beter te leren kennen. In Uw aanwezigheid ben ik werkelijk gelukkig. Houdt U mij dus stevig vast in Uw hemelse rust.
Amen
Weggeroepen-
Uit het wild geraas van een druk leven.
Weg van zorgen en vermoeiend streven.
De stilte van de Heer is nu gekomen;
heel even ben je uit de strijd genomen.
Weggeroepen-
Misschien wel naar een verlaten donker oord,
een duister dal of zelfs de dodenpoort,
maar de Leidsman staat ook daar op wacht
en zegt: “Mijn lieve kind, Ik geef je kracht.”
Weggeroepen-
Op verborgen paden, de ruige velden van het land,
maar Christus Jezus neemt mijn hand
en ondanks smart mag ik bij Hem vertoeven
en kan ik van al Zijn schoonheid proeven.
Weggeroepen-
Wat een vreugde, o wat is het fijn
om voor even en alleen bij de Heer te mogen zijn,
aldus in de schaduw van Uw kruis verborgen
dank ik U, o Heer, dat U mij wegriep deze morgen.
Iemand die met een luchtballon in de lucht ging zweven vertelde over het prachtige landschap dat hij zag. Toen de luchtballon nog laag bij de grond was zag hij hoe lange hekken en sloten de landerijen en velden nauwkeurig verdeelden, maar toen de ballon hoger en hoger rees, vervaagden al die afscheidingen totdat hij al snel slechts één groot, weids, prachtig landschap zag, vol weiden, velden en bossen, met rivieren die glinsterden in rijke lieflijkheid onder de zuivere hemel.
Alle scheidingen waren verdwenen. Zo is het ook als we dichter bij God komen in liefde, geloof en christelijke ervaring. De hekken die Gods grote kerk verdelen in de velden en boerderijen van het geloof vervagen tot ze uiteindelijk niet zichtbaar meer zijn en we alleen nog maar één grote, heilige, christelijke kerk zien. In de hemel zijn we allemaal één en is er geen plaats meer voor hekwerken en afscheidingen. Daar is alleen maar plaats voor Gods grote liefde, het kruis en de eeuwigheid. Laten we ons dus openstellen voor de wonderlijke scholing van de Heilige Geest die ons wil leren om elkaar ongeveinsd lief te hebben.
Liefde verwijdert alle hekken van wantrouwen of trots en maakt dat wij Gods wereld leren zien zoals Hij wil dat we die zien.
Uit: Glimpses through the Window of Life
Deze week nieuw op de site
God waakt over mij en elke dag lopen er twee engelen met mij mee. Goedheid en Goedertierenheid zijn mij toebedeeld. Zij hebben van God de opdracht gekregen om geen dag op deze pelgrimstocht van mijn zijde te wijken.
Lees hier verder
Als God echt de baas is, dan maakt Hij er toch wel een potje van. Stel je eens voor: een gigantisch bedrijf en alles gaat er mis. Dieven lopen in en uit. Elke dag gebeuren er de meest vreselijke ongelukken. Het geld is op, de werknemers klagen en zelfs de koffieautomaat heeft er de brui aan gegeven. En dan wil jij dat ik in dat bedrijf geloof?
Lees hier verder
Ongeloof is een geestelijke ziekte. Als we geloven dat God onze Schepper is, dan wordt het duidelijk dat de mens die zich van God afkeert de meest fundamentele waarden voor het echte geluk mist. De Bijbel leert ons dat gezondheid van geest en lichaam alles heeft te maken met onze relatie tot onze Schepper.
Lees hier verder
Spreuk van de week
Toegeven aan trots is als het voeden van een slang in je eigen boezem. Het is de nachtuil van onwetendheid, die broedt en die uiteindelijk een pauw van trots voortbrengt.
William Secker (1660)
Trots is geen Bethel – dat is een huis waar God woont – maar een Babel – een stinkende kerker waarin Satan verblijft. Trots is niet alleen een hatelijk kwaad, maar ook een gevaarlijk kwaad. Alle andere begeerten houden zich er schuil en komen op onverwachte momenten naar buiten om ons weg te leiden van het ware geluk. Trots is een smerige melaatsheid in het gezicht van moraliteit; een kwaadaardige worm die aan de wortel van nederigheid knaagt.
Octavius Winslow
De totale hulpeloosheid van de wereld vandaag de dag is op zichzelf al voldoende bewijs dat die zelfverzekerde, ongelovige levensvisie; dat de mens Christus inmiddels is ontgroeid en wij God niet langer nodig zouden hebben, nergens op slaat. Christus geeft onze wereld nog steeds precies wat zij het meest nodig heeft – een standaard voor een juist leven, een zaak om voor te strijden en te verdedigen, een Leider om te volgen en een wet om te gehoorzamen.
Onbekend
Alleen als iemand niets meer geeft om zijn eigen status en reputatie kan hij oprecht wensen dat Gods koninkrijk en niet het zijne, gevestigd wordt.
C.S. Lewis
Houd de liefde levend.
Moeder Teresa
Om over na te denken
Maarten Luther was eens in gesprek met een edelman die zich boven alles bezighield met het vergaren van geld en zo diep in de duisternis verzonken was dat hij geen acht sloeg op het woord van God en smalend tegen Luther zei: “Wat heb ik aan het evangelie? Het zogenaamde Goede Nieuws geeft me geen rente. Nog geen cent.”
“Hebbie geen rotte schille?” onderbrak Luther hem.
Toen de man hem verdwaasd aanstaarde, vertelde Luther hem deze fabel: ”Er was eens een leeuw die een groot feest organiseerde en hij nodigde alle beesten uit de buurt uit. Onder hen waren ook enkele zwijnen. Toen de leeuw zijn gasten allerlei hemelse lekkernijen had voorgeschoteld en alle dieren likkebaardend aan het maal begonnen waren, vroegen de zwijnen geïrriteerd: ‘Wat moeten we met die troep? Hebbie geen rotte schille?’
“Zo is het ook”, vervolgde Luther, “met de ongelovige mens. Wij kunnen hen de beste, gezondste en lekkerste gerechten voorzetten, zoals eeuwige verlossing, vergeving van alle zonden en Gods genade.
Maar zij, als zwijnen, draaien hun snuit omhoog en vragen geïrriteerd om geld. Zo’n mens was Esau, die voor een kop soep zijn geboorterecht verkwanselde.”
Wie in Christus woont, wie daar een thuis heeft, verblijft in de schaduw van de Almachtige. Je zou de mensen wellicht kunnen onderverdelen in degenen die hun thuis in de wereld hebben en Christus zo nu en dan bezoeken en degenen die hun thuis in Christus hebben en de wereld zo nu en dan bezoeken.
Een thuis in Christus… Wat een wonderlijke gedachte! De psalmist spreekt over God als een toevluchtsoord, een thuis, een verblijfplaats. Johannes zegt: Wij wonen in Hem en Hij woont in ons. Hij is in alles wat we hebben aanwezig, bij ons in alles wat we zijn en is alles waarop we hopen.
De heerlijkheid van deze gedachte valt maar moeilijk te beschrijven aan iemand die er niet in gelooft. Je zou net zo goed kunnen proberen een zonsondergang te beschrijven aan een blinde of een prachtig muziekstuk voor te dragen aan een dove. Iemand die de genade van Christus niet geproefd heeft, snapt er niets van en haalt er zijn schouders voor op.
J.A.M. Chapman
Daily Light
Maar als de Geest van de waarheid gekomen is, zal Hij jullie de hele waarheid laten zien. Want Hij zal niet Zelf bedenken wat Hij zal zeggen. Hij zal zeggen wat Hij van God moet zeggen. En Hij zal jullie vertellen wat er in de toekomst gaat gebeuren. -Johannes 14:26
Goddelijke waarheid is het instrument in de hand van de Geest waar Hij ons mee troost. Als we getroost willen worden, moeten we dat doen door de waarheid te zoeken. De Trooster is de Geest van de waarheid en die vinden we in het Woord van God. De kostbare doctrines over God, Christus, verlossing en de hemel zijn de belangrijkste middelen die de Heilige Geest gebruikt om de menselijke ziel te steunen, te leiden en te troosten tijdens zware verdrukkingen.
De Heilige Geest onderwijst alles wat Christus onderwees. Hij neemt de dingen van Christus en openbaart ze opnieuw aan ons. Het is nauwelijks een verandering van leraar. De Geest leert ons precies dezelfde lessen die Jezus onderwees. Hij brengt de waarheden die zo snel lijken te vervagen opnieuw bij ons naar voren. Hij wekt ons soms zo trage hart op, zodat we de woorden van Jezus in een nieuw licht gaan zien en begrijpen. Door de Geest wordt het verstand geopend en stroomt het licht binnen. Om de waarheid effectief te laten zijn, moet hij krachtig tot onze geest en ons hart doordringen en dit is het werk van de Heilige Geest. Het lezen van de Schrift zal maar weinig effect hebben als we de Heilige Geest niet om hulp vragen en ons niet in eerbied en stilte onderwerpen aan de stem van de Geest en Hem niet de vrije hand geven. Vervuld en bezield en tot rust gebracht door deze gezegende waarheden, vergeten wij onze persoonlijke smarten en hebben we moed, hoop en licht. Zo vervult de Trooster Zijn ambt door middel van de waarheid. “De dingen van Christus”, die de Geest ons leert, leiden ons weg van aardse pijnen en geven ons tot op zekere hoogte een voorproefje van de hemelse vreugde.
Door James W. Alexander, Uit “Consolation” 1852
Klik hier vooreen korte Bijbelstudie uit de Daily Light
Uit het archief van Spurgeon
God brengt door Zijn Geest de eeuwenoude waarheid van Gods liefde naar ons hart, geeft nieuw licht aan ons begrip en zorgt ervoor dat het Woord frisse kracht over ons uitstort. Wat de Geest echter niet doet is het openbaren van nieuwe feiten en waarheden die eerder nog door niemand waren begrepen. Dit is de valkuil waar zo veel valse religies in vallen en waaruit dwaalleren ontstaan. God heeft alles wat Hij wilde zeggen al in het Woord gezegd en we moeten tevreden zijn met deze openbaring en waarheid. Als wij beweren een nieuwe waarheid van God te hebben ontvangen begeven we ons op flinterdun ijs, want dat zou betekenen dat de Schrift onvolledig is en God het nu nodig vindt om nog wat aanvullend nieuws toe te voegen.
Uit het archief van het verleden
Op een zondagavond in april, 1912 kon een Amerikaanse vrouw de slaap niet vatten. Ze was moe genoeg na een lange dag, maar een knagende angst had haar hart in zijn greep. Ze begreep er niets van want er was geen enkele reden tot angst. Ze voelde de diepe noodzaak om voor haar man, die op dat moment aan boord van de Titanic zat, te bidden. Ze klom uit bed en begon oprecht voor hem te bidden. De uren gingen voorbij en ze kon maar geen zekerheid krijgen dat alles in orde was. Ze bleef maar doorbidden totdat er om vijf uur in de ochtend opeens grote rust over haar kwam. Eindelijk kon ze gaan slapen. In de uren dat ze gebeden had was haar man een van de honderden mensen die wanhopig probeerden om de reddingsboten van het reusachtige schip neer te laten nadat het schip in tweeën was gescheurd door een ijsberg. Hijzelf had alle hoop op zijn eigen redding al opgegeven en deed zijn best om de vrouwen en kinderen te helpen. Hij wenste dat hij nog een laatste boodschap door kon geven aan zijn vrouw en riep uit met zijn hele hart: “Vaarwel, mijn liefste.”
Toen, terwijl het schip in de diepte wegzonk, werd hij omlaag getrokken door de enorme waterkolk. Instinctief begon hij in het ijskoude water weg te zwemmen terwijl het beeld van zijn vrouw zich aan hem opdrong.
“Vaarwel mijn liefste, tot weerziens.”
Plotseling was hij boven water. Voor hem dreef een omgeslagen reddingsboot. Samen met wat anderen klom hij aan boord en werd hij opgevist door een andere reddingsboot. Later werd bevestigd dat dit gebeurde rond vijf uur in de ochtend, op hetzelfde moment dat zijn vrouw vrede vond in haar gebeden!
Tijdens de tweede wereldoorlog werd een piloot midden in de nacht neergeschoten boven de Stille Oceaan. Zijn vliegtuig kwam in het ijskoude water terecht en zonk snel de diepte in. De piloot kon zich met veel moeite nog bevrijden, waarna hij hopeloos verloren rondzwom door het water van de oceaan in het aardedonker. Veel hoop op redding was er niet. Wie zou hem hier nog kunnen vinden? Het was slechts een kwestie van tijd voordat de kou hem zou overmeesteren. Of was er toch hoop? Hij moest opeens denken aan zijn kinderjaren toen hij naar de zondagsschool was geweest. Wat was hem daar verteld? “Bij God is het nooit te laat. Zijn wegen zijn hoger dan die van ons en geen situatie is uitzichtloos voor God!” Kon hij nu, in deze erbarmelijke omstandigheden, toch nog vertrouwen op God? Erg godsdienstig was hij niet geweest de laatste tijd…
Ondanks de kou en de verlammende eenzaamheid besloot de piloot om zich vast te houden aan zijn geloof. “God, ik heb lang niet met U gepraat. Ik ken U nauwelijks. Toch keer ik mij tot U in mijn grote nood!”
Opeens hoorde hij het geluid van een helikopter. Het geluid werd sterker en sterker totdat hij zich realiseerde dat de helikopter boven hem rondcirkelde. Hij was gered. Al snel werd er een touw naar hem uitgegooid. Hij greep het met zijn laatste krachten vast en zo werd hij de kabine ingehesen. De piloot van de helikopter zei tegen de geredde man: “Wat een geluk dat je die lamp had. Zonder die lamp hadden we je nooit gezien!”
“Lamp?” vroeg de uitgeputte man. “Wat bedoel je? Ik had helemaal geen lamp!”
“Toch wel,” antwoordde de piloot. “Je was duidelijk zichtbaar.”
Hoe wonderen precies werken is ons onbekend. Maar dat er wonderen gebeuren staat buiten kijf. Zoals koning David eens zei: ‘Als ik naar de hemel ging, zag ik U daar. Als ik neerdaalde in het dodenrijk, zou ik U ook daar ontmoeten.’ God staat naast ons en daar kunnen wij op bouwen.
Een glimlach…
Olifanten waren altijd de grote favorieten van mijn dochtertje Andrea. Waar we op vakantie ook maar heen gingen, we probeerden altijd om het een of andere olifantje mee naar huis te nemen als souvenir. Dat werd dan netjes bij de verzameling gevoegd op de plank boven haar bed. Maar op zekere dag kreeg ze ook een grote voorliefde voor zonnebloemen en kwamen er tussen de olifanten allemaal afbeeldingen van zonnebloemen te staan. Eens vond ze ergens een prachtige plaat van een grote zonnebloem.
“Die moet boven je bed mamma,” zei ze enthousiast. “Deze is zo mooi. Ik hou echt van deze plaat. Die herinnert me aan de zon, zelfs als die niet schijnt.” Andrea betekende alles voor me. Zij was mijn zonnetje.
Helaas bleef de zon niet altijd schijnen. Ze overleed toen ze 19 was door een ongeval met een boot. Ze verdween opeens uit mijn leven en het voelde alsof alle warmte en alle hoop uit mijn leven werden gezogen. Een tijd later bezocht ik de plaats waar ze was gestorven. Ik keek uit over het water en voelde me zo eenzaam en bedroefd. “Heer,” bad ik, “laat mij haar warmte nog eens voelen…”
Na een tijdje slenterde ik weg van de rivier en liep ik naar het dorpje in de buurt. Daar keek ik wat rond. Toen ik langs een etalage van een oud winkeltje liep viel mijn oog opeens op een klein beeldje van een olifant. “Dat zou Andrea leuk gevonden hebben,” dacht ik bij mezelf.
En wat was dat? Wat zat daar in de slurf van de olifant? Een zonnebloem. Op de voet van het beeldje zat een metalen plaatje waarop stond gegraveerd: “Je bent mijn zonnetje”. Voor het eerst sinds Andrea’s dood voelde ik me helemaal warm worden. “Dank U Heer,” fluisterde ik geëmotioneerd.
Het beeldje staat nu op mijn nachtkastje. Dat herinnert me eraan dat de zon er altijd is, net als Andrea.
Door Elsa Goodman
Dat is grappig
Een vermoeide dominee was thuis aan het uitrusten. Door het raam zag hij een vrouw naar zijn deur toe lopen. Lieve Heer, niet mevrouw Van Dongelen. Mevrouw van Dongelen was een van die praatgrage, roddelende oude dametjes en hij stond niet te popelen om met haar te praten. Dus sprong hij op van de bank en zei hij gejaagd tegen zijn vrouw: “Lieverd, daar heb ik nu even geen zin in. Ik duik gewoon naar boven en wacht tot ze weggaat.” Zo gezegd, zo gedaan. Er ging een uur voorbij en toen liep hij op zijn tenen naar de overloop van de trap en luisterde… geen geluid. Ha, die ouwe heks was weg. Opgelucht kwam hij naar beneden en riep luid naar zijn vrouw: “Wel, liefste, ben je eindelijk van die ouwe zeur af?”
Maar het antwoord kwam niet van zijn vrouw, maar van mevrouw van Dongelen die hem toeriep: “Dominee, daar bent u dan eindelijk.” De dominee bevroor, maar kon niet anders dan de kamer binnengaan. Leiden was in last. De snel denkende vrouw van de dominee wist gelukkig wel raad en zei met een grote grijns: “Ja, lieverd, die oude zeur is al meer dan een uur geleden vertrokken. Maar mevrouw Van Dongelen is in de tussentijd langsgekomen voor een kopje thee en ik weet zeker dat je reuzeblij bent om haar te begroeten.”