De sluier even opgelicht

Eens zullen we alles begrijpen. Eens zullen we zien dat God een bedoeling had met alles waar we in dit leven mee geconfronteerd worden. Af en toe wordt de sluier even voor ons opgelicht en zien we iets van Gods grote plan, maar in veel gevallen blijft het doek gesloten en moeten we op geloof wandelen. Maar in de hemel wordt het duidelijk. Daar zullen we het ten volle gaan zien. Laat het daarom voor het heden genoeg zijn om te weten dat God er is en dat, zoals het bekende gezegde gaat, God ons geen gemakkelijke reis beloofd heeft, maar wel een behouden aankomst.

‘Want Ik weet welke plannen Ik voor u heb, zegt de HERE. Met deze plannen heb Ik voor u het goede op het oog en niet het kwade. Ik wil u weer een toekomst en nieuwe hoop geven.’ -Jeremias 29:11

***

Hoe ziet een geloof dat God behaagt er uit?

Zo’n geloof wacht geduldig op God. Het legt het hart in de handen van God en rust vol vertrouwen. Het kijkt God liefdevol in de ogen want het weet dat God alles aankan, dat Hij wonderen bouwt met de bouwstenen van een gebroken leven.

Het weet dat de toekomst goed is, ondanks de wolken en dat deze tijdelijke wereld vergaat. Het leeft voor de eeuwigheid.

Hebben we zo’n geloof? Niet altijd. Maar God is de schepper van ons geloof en Hij zal het vervolmaken. Leg alles daarom bij Hem neer en laat Hem Zijn gang gaan.

De wereld biedt maar weinig houvast als het er om gaat een rustpunt te vinden. Als wij ons verdriet proberen te ontvluchten door ons te sterken met de afleidingen en geneugten van deze wereld, zullen we net zoveel echte houvast vinden als een meeuw die uitgeput probeert te rusten op de schuimkoppen van de wilde golven in een donkere oceaan.

***

Jezus is een rots. ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.’-Mattheus 11:28

‘Hij zal de lammeren in Zijn armen dragen en de zogenden voorzichtig leiden.’ -Jesaja 40:11

***

De kinderen stonden in de tuin en plukten bloemen voor mamma. Hun hartjes wilden zo graag iets moois aan mamma geven en hun boeketje zag er al prachtig uit. Toen plukte een van hen een prachtige knop, met mooie sierlijke bladeren. Die bloem was nog lang niet rijp om geplukt te worden. Haar schoonheid was nog niet gekomen. Het was te vroeg. Maar het kleine kind wist niet beter. Ze had er de wijsheid niet voor en gaf de arme knop met een grote, liefdevolle glimlach aan mamma.

Mamma had er niets aan, maar zei er niets over en accepteerde de gehavende plant met een warme blik.

‘s-Middags lag er een kaart in de bus. Een rouwkaart. Een kindje van liefdevolle ouders was gestorven. Op de kaart stond geschreven: “Voor altijd bij God.”

Was het te vroeg, net zoals de knop die het dochtertje had geplukt voor haar mamma?

Nee. Duizend maal nee. Gods bloemen worden nooit ondoordacht geplukt. Die worden altijd geplukt met de grootste zorg en wijsheid en met een liefdevol plan, ook al is dat niet direct zichtbaar voor ons opstandige hart. God maakt nooit een vergissing.

Ook niet als een prachtige plant, die nog niet tot volle wasdom is gekomen, opeens wordt geplukt. Zo’n geknakte bloem wordt geplant in de hemelse tuinen en op de hemelse grond. Het leven op aarde was slechts voor een korte tijd, maar nu mogen ze opgroeien in het land van de zon en de eeuwige lente. Een bloem geplant in de tuinen van de Koning.

Ja, er lag die dag een rouwkaart in de bus, maar er zat een glinsterend randje aan. Dat was het licht van Gods belofte en Zijn eeuwige schoonheid. Het was goed.

Heb je pijn gekend? Heb je geleden in deze kille wereld?

Het zal veranderen. De toekomst straalt en het duister zal worden opgeslokt, vergeet het niet. In het volgende leven wordt het direct goedgemaakt. Zoals een droom vervliegt als de dag is begonnen, zo zal ook de aardse pijn vervagen.

Daar kom je de hemel binnen en dan zegt God vol enthousiasme tegen Zijn engelen:

“Daar is hij. Geef hem die villa met die bruggen van goud; die over de kristallen zee uitkijkt.”

En over een ander hoor ik God zeggen:

“Daar is ze dan! Geef haar dat paleis tussen de eeuwige bloesems. Het paleis dat Ik voor haar bouwde bij de fontein van het eeuwige zonlicht. Geef haar ook dat bankstel dat bekleed is met de regenboog, want zo wil Ik haar terugbetalen voor alles wat zij heeft gedaan om een goede moeder te zijn voor haar kinderen. Ik weet hoe haar aardse leven er uitzag. Ik weet hoe hard ze heeft gewerkt om het goede te doen en dat niemand haar er ooit voor bedankte. Ze deed het met vreugde en eerbied.

“Geef deze nieuwelingen die de aarde zojuist verlaten hebben de kostbaarste goederen die de hemel te bieden heeft. Breng hen naar de voordeur van hun eeuwige woning in het prachtigste rijtuig dat ik voor hen heb. Hang de harp van de hemelse muziek aan hun muur en vervul hun diepste verlangens. Want dit is de hemel. Dit is hun thuis.

Op aarde hadden ze het zwaar, maar ze verzuimden hun taken niet. En toen kwam de ouderdom. Ze werden kortademig, rheumatisch en stijf. Hun lichamen wilden niet meer. Ze konden niet goed meer zien en ook hun gehoor liet hen in de steek. Maar ophouden? Nee, ze gingen door. Ze hielden van Mij. Ze hadden respect voor het leven. En zo gingen ze door.”

Hoe wonderschoon om de Heer Zijn woorden te horen spreken. En het zijn de woorden die Hij ook voor jou zal uitspreken op de dag dat jij de poorten binnen gaat.

“Schatbewaarders van de hemel, beheerders van de rijkdommen van deze heerlijke gewesten, betaal het hen honderdvoudig terug, nee duizendvoudig. Laat alle mensenkinderen die eens door hen zijn geholpen, of het nu was in de duistere vallei van het lijden of op tronen van het aards geluk, opstaan en met hun scepters zwaaien in eerbied en dank. Mijn kind is thuisgekomen.”

En toen zag ik de hemel zoals hij werkelijk is. Toen begreep ik dat het de plaats is waar Gods kinderen werkelijk thuis zullen zijn. Toen begreep ik dat het aardse lijden nooit ofte nimmer opweegt tegen de glorie die zal worden geopenbaard voor Gods geliefde kinderen.

Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. (1 Korinthe 2:9)

Toen begreep ik dat het goed was.

Naar een artikel van T. De Witt Talmage

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier