Vergiffenis
Hoe een moeder haar verloren zoon heeft vergeven.
Door Dwight L. Moody
Zonde? Dat is een beladen woord, maar het is juist de zonde die ons bij God weghoudt. Alleen nederige bekentenis kan de relatie tussen God en de mens herstellen. Mijn moeder heeft me er over geleerd.
Ik herinner me nog hoe het was na de dood van mijn vader, ik was nog maar net een jaar of tien. Mijn vader was ongelukkig in zaken en mislukt. Kort na zijn dood kwamen de schuldeisers ons huis binnen en namen werkelijk alles mee. Mijn moeder bleef alleen met ons grote gezin achter. De ene ramp na de andere trof het huishouden en tot overmaat van ramp werd mijn moeder ziek.
Mijn oudste broer was vijftien jaar. Hij zag mijn moeder als de bron en oorzaak van al zijn rampspoed, en besloot om er maar tussenuit te knijpen. Hij werd zwaar beïnvloed door slechte rommel die hij las en verhalen die hij hoorde in de kroeg en hij dacht dat hij makkelijk een beter leven kon opbouwen met rijkdom en weelde. Maar dat zat hem niet glad en hij werd niets meer dan een verlopen zwerver.
Ik kan me herinneren hoe moeder er onder leed. Ze was voortdurend op zoek naar nieuws van haar jongen en stuurde ons vaak naar het postkantoor om te zien of er wellicht een brief van hem zou liggen.
Maar telkens weer kwamen wij terug met het trieste nieuws: ‘Geen brief’. Ik herinner me hoe we ’s avonds naast haar in ons huis zaten en over vader praatten; maar op het moment dat de naam van die jongen werd genoemd kwamen er tranen in haar ogen en wilde ze er niet meer over horen.
Soms hoorde ik mijn moeder bidden achter haar gesloten deur. Dan bracht ze haar pijn met bevende stem bij Jezus en dankte ze God voor Zijn liefde en weigerde ze zich over te geven aan gevoelens van bitterheid. Ik dacht eigenlijk altijd dat ze meer van hem hield dan van ons allemaal samen, en misschien was dat ook wel zo. Op speciale feestdagen zoals kerstmis zette ze speciaal een stoel voor hem neer, hopende dat hij misschien naar huis zou terugkeren.
Maar dat deed hij niet en tenslotte groeiden we allemaal op en gingen ook wij het huis uit, natuurlijk niet op de manier waarop mijn broer dat had gedaan. Toen ik uiteindelijk leerde schrijven (dat kon ik pas op latere leeftijd) besloot ik naar hem op zoek te gaan en schreef ik brieven die ik het hele land doorstuurde in de hoop een spoor van hem te ontdekken, maar ik kreeg geen antwoord.
En toen, op zekere dag, bereikte mij het nieuws dat hij toch was teruggekeerd en dat na zoveel jaren. Hij klopte op moeders deur als een vreemdeling. Moeder herkende hem eerst niet. Hij had een litteken op zijn gezicht en een woeste baard die bijna tot op zijn buik hing. Hij stond daar met de armen over elkaar voor mijn moeder en kon niets uitbrengen en de tranen sprongen hem in de ogen. Toen mijn moeder die tranen zag herkende ze hem en riep ze: “O, het is mijn verloren zoon”, en smeekte ze hem om binnen te komen. Maar dat wilde hij eerst niet. “Nee moeder,” zei hij, “ik kan niet binnenkomen voordat je me hebt vergeven.”
En wat denk je? Dat mijn moeder daar over na moest denken? Dat ze eerst naar de dominee moest gaan om hem om raad te vragen? Natuurlijk niet. Ze rende naar hem toe en sloeg haar armen om hem heen en was een en al vergeving.
En dat is het verhaal van ons allemaal.
Ach zondaar, als u God vraagt om genadig voor u te zijn, vraag Hem dan om vergeving. Het geeft niet hoe slecht uw leven geweest is – vraag Hem om genade en Hij rent op u af en slaat Zijn armen om u heen.