Wat is jouw wereldvisie?
Op een muur stond eens gekladderd: “God is dood” ; Nietzsche.
De volgende dag stond er onder: “Nietzsche is dood” ; God.
Iemand schreef laatst: Ik geloof niet in God. De psychologie van Sigmund Freud spreekt me heel wat meer aan. Die man heeft gestudeerd en is een echte wetenschapper met goede argumenten.
Het klopt dat er veel mensen zijn die niets met het geloof op hebben. En daar hoort Sigmund Freud ook bij. Die gaat zelfs zover om te stellen dat een atheïstische levenshouding onontbeerlijk is voor een gezonde en normaal ontwikkelde geest.
Wat kun je daar als gelovig mens op zeggen?
De wereld wordt tegenwoordig overspoeld met ongelovige ideeën en filosofieën en mensen zoals Freud hebben daar zeker hun steentje toe bijgedragen en hun ideeën hebben ook vandaag nog hun invloed op het denken in onze wereld.
Zo zei Freud bijvoorbeeld: “Als een kind er achter komt dat hij altijd kwetsbaar zal blijven en bescherming nodig heeft tegen onbekende en machtige krachten die veel groter zijn dan hijzelf, zoekt hij zijn steun in de aanwezigheid van een zelfbedachte vaderfiguur, een god. Eigenlijk is hij doodsbang voor zo’n machtige figuur die hem moet beschermen. Hier komt het idee van God de vader uit voort, maar het is dus een illusie.”
Het feit dat iemand gestudeerd heeft en als wetenschapper te boek staat zegt op zichzelf natuurlijk niets. In de Bijbel kunnen we daar in 1 Timotheüs 6:20 iets over lezen: “Heb een afkeer van het ongoddelijke gebeuzel, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap.”
In dit licht gezien is het belangrijk te begrijpen dat ieder mens, wie en waar dan ook, er een eigen wereldvisie op nahoudt en dat alles in het leven wordt geïnterpreteerd en wordt gezien door de lenzen van die wereldvisie. Eigenlijk zijn er in feite maar twee manieren om de wereld om je heen te beschouwen. Ofwel zijn we er van overtuigd dat alles in deze wereld het gevolg is van een toevallige samenloop van omstandigheden, zonder God en zonder directe reden, of we geloven dat er een intelligent ontwerp is dat ver boven de mens staat en dat orde en regelmaat in het leven brengt. Iemand, zoals bijvoorbeeld Freud, wiens wereldvisie er op gebaseerd is dat er geen God bestaat, zal dus altijd nieuwe argumenten aandragen die precies passen in zijn visie en zal er altijd van alles aan doen om die visie zo goed mogelijk aan de wereld te verkopen.
Natuurlijk geldt dat ook voor een gelovig mens. Uiteindelijk komt het er dus op aan wat jouw wereldvisie is. En ofschoon een ongelovig mens het niet graag zou willen toegeven is het dus andermaal een kwestie van: “Waar geloof je in!”
Met wat voor bewijzen je ook aankomt; geschiedkundige, filosofische, wetenschappelijke of persoonlijke ervaringen, uiteindelijk zal elke mens persoonlijk op geloof moeten kiezen waar hij zich in dit leven aan vast wil houden.
In een studie genaamd “The Psychology of Religion” schrijven twee professoren, Mortimer Ostow en Ben-Ami Scharfstein over de psychologische noodzaak voor de mens om te geloven: “Geloven is net zo belangrijk als eten. Niet alles wat er wordt geloofd is goed en waardevol, net zoals niet alles wat een mens eet goed en waardevol voor zijn gezondheid is. Desalniettemin is “geloof” een noodzakelijke functie in een gebalanceerd mensenleven”.
Het is duidelijk dat niet alles wat een mens gelooft ook goede vruchten zal voortbrengen en daar zit hem nu net de kneep. Een ongelovige levensvisie heeft tot direct gevolg dat ook de normen en waarden in dit leven erg subjectief worden en er in veel gevallen nauwelijks nog toe doen.
Zo zei de bekende atheïst Aldous Huxley: “Als er een God is moet ik verantwoording aan Hem afleggen. Dat wil ik niet, want ik wil op seksueel gebied alle vrijheid hebben om te doen wat ik zelf wil, zonder dat God me de wet voorschrijft!”
Dat klinkt op zijn zachtst gezegd opstandig. Ook de beroemde filosoof Frederic Nietzsche, die op het eind van zijn leven zijn verstand verloor, deed een duit in het zakje toen hij zei: “Als er echt een God was zou ik het niet kunnen uitstaan dat ik die God niet was!”
En wat zijn de vruchten van een wereld zonder God en Zijn waarden?
Als je dat wilt zien hoef je alleen de krant maar open te slaan. Interessant genoeg is er recentelijk onderzoek verricht naar het verband tussen mentale ziekten en de afwezigheid van morele waarden. De doktoren J.A. Mendelson an Wayne Oates deden uitgebreid onderzoek naar het belang van een religieuze overtuiging. Ze bestudeerden het leven van 68 psychiatrische patiënten en kwamen tot de conclusie dat er een direct verband bestaat tussen de afwezigheid van religieuze invloeden, normen en waarden en de psychiatrische problemen.
Dokter Oates schreef: Veel van wat men vandaag “geestesziek” noemt staat in direct verband met het gebrek aan een met normen en waarden opgebouwde levensvisie.”
Jezus vraagt aan Zijn volgelingen om te leven voor een ander. Om jezelf te verloochenen. Ongeloof in God stelt dat je koste wat kost voor jezelf moet opkomen en de harde wet van de natuur maar beter kunt volgen. Zo rebelleert ze tegen het idee van een God die groter, sterker en wijzer is dan de mens en het dus ook voor het zeggen heeft. Natuurlijk moet iedereen zijn eigen keuze maken, maar uiteindelijk komt de dag waarvan Jezus zei dat: “Alle mensen hun knieën voor Hem zullen buigen; en iedereen openlijk zal erkennen dat Hij God is.” (Romeinen 14:11)