Een reden om niet te geloven

Vertaald uit het boek: . Reflections On The Existence Of God: A Series Of Essays door Richard Simmons III

 Als wij in iets geloven zou dat moeten zijn omdat wij er volkomen van overtuigd zijn dat wat we geloven en waar we ons vertrouwen in stellen, ook werkelijk waar is. De waarheid staat altijd voorop. Waarheid is duidelijk en is definitief en absoluut echt. Waarheid is “zoals het is” en is daarom volkomen betrouwbaar.

In 2004 schreef ik een artikel voor een wedstrijd van de John Templeton Foundation. Omdat er duizenden deelnemers waren, was het geen verrassing dat mijn essay geen prijs won. Ik had echter wel de gelegenheid om het winnende essay van August Turak te lezen. Het ging er over hoe een ontmoeting met een trappistenmonnik zijn leven veranderde.

Vader Christian en zijn vriend Bob
Turak beschrijft een spirituele retraite die hij hield in een afgelegen klooster waar hij veel tijd in eenzame stilte doorbracht maar waar hij ook veel gesprekken voerde met een man die daar bekend stond als “Vader Christian.” De man was 88 jaar oud, sprak verschillende talen en had drie doctoraten. Op een middag, tijdens een persoonlijk gesprek met Vader Christian, raakten ze verwikkeld in een discussie over geloof. Vader Christian vertelde hem een verhaal over een dominee die in een geloofscrisis terecht was gekomen en op het punt stond het ambt te verlaten. De man was een vriend van Vader Christian, die de crisis van zijn vriend zo serieus nam dat hij een lange reis ondernam om met hem te spreken in de hoop dat hij iets kon doen om te helpen.

De twee mannen brachten talloze uren door in een vruchteloos theologisch debat. Uiteindelijk vroeg Vader Christian zijn vriend ietwat gefrustreerd: ‘Bob, gaat alles wel goed in je leven?’ De dominee lachte wat en zei dat alles helemaal in orde was. Maar de vrouw van de dominee belde Vader Christian een paar dagen later op. Ze had de conversatie stilletjes gevolgd en vertelde de monnik dat het helemaal niet goed ging in het leven van de dominee. “Hij heeft een stiekeme relatie met een jongere vrouw en heeft me verteld dat hij van me wil scheiden en dat hij niet meer in God gelooft.”

Wat een teleurstelling voor Vader Christian. Hij verspilde zijn tijd. Het probleem van zijn vriend had geen theologische oorsprong, maar lag heel ergens anders: ‘Zijn vriend kon niet verdragen dat wat hij predikte en geloofde als het Woord van God in strijd was met wat hij zelf het liefst wilde doen.’

De oplossing, zoals zo vaak bij veel mensen, was dus eenvoudig. In dit geval moest God dan maar wijken en werd het geloof bij het grofvuil gezet.

Ik geloof daarom dat zoveel van die zogenaamde geloofsproblemen in wezen morele problemen zijn. Het komt er allemaal neer op hoe iemand zijn leven wil leiden en of hij of zij bereid is het hoofd te buigen voor een hogere autoriteit die zegt dat bepaalde dingen ‘goed’ zijn en andere ‘fout.’

De filosoof Adler die toch Christen werd
Een van de grote filosofische denkers van de 20e eeuw was een man genaamd Mortimer Adler. Hij doceerde filosofie aan de Universiteit van Chicago en was een welbekende en veel geroemde schrijver. Bovenal was hij, zoals hij zelf trots zei, een heiden. Tot grote schrik van zijn collega’s bekeerde hij zich echter op 82-jarige leeftijd en werd hij een volgeling van Jezus. Adler werd 98 jaar en toen hij terugkeek op zijn leven, gaf hij toe dat hij in zijn ongelovige jaren soms erg geïntrigeerd was geweest door het christelijke geloof, maar de sprong nooit had durven maken. Maar toen hij ouder werd en zijn hart eerlijk begon te onderzoeken kwam hij tot het besef dat zijn ongeloof eigenlijk voortkwam uit het feit dat hij heel tevreden was met zijn leven en zijn levensstijl niet wilde veranderen. Hij wilde vrij zijn om te leven zoals hij zelf wilde, zonder gebonden te zijn aan de Christelijke moraal. Hij zei: “De beslissing om christen te worden heeft te maken met iemands hart (wil).” Het drong pas laat in zijn leven door dat zijn atheïsme helemaal niet intellectueel gedreven was, maar alles te maken had met zijn eigen wil.

Als puntje bij paaltje komt, blijkt dat veel mensen niet op zoek zijn naar waarheid en wijsheid, maar naar plezier en geluk. Het is heel natuurlijk om ons te laten leiden door onze gevoelens en emoties en niet door rede en het verlangen om te leven in harmonie met wat waar is. Met andere woorden, onze zoektocht naar plezier en geluk krijgt snel de voorrang boven rede en gezonde besluitvorming die leidt tot ons persoonlijk welzijn.

Het geloof van Aldous Huxley
Ik herinner me hoe geschokt ik enkele jaren geleden was toen ik las dat de bekende atheïst Aldous Huxley zijn reden gaf om atheïst te zijn. In zijn boek Ends and Means zegt hij: “Ik wilde het Darwinistische idee geloven. Ik koos ervoor om het te geloven, niet omdat ik denk dat er nu zo enorm veel bewijs voor was, noch omdat het de volledige autoriteit had om mijn oorsprong te interpreteren, maar ik koos ervoor om het te geloven omdat het me verloste van mijn nood om betekenis in het leven te vinden en me zodoende de vrijheid gaf om mijn eigen erotische passies naar hartenlust te kunnen volgen.”

Denk eens na over wat hij zegt. Hier sprak een uiterst intelligente man die zegt dat hij in evolutie gelooft, niet omdat er zoveel bewijs voor is, maar omdat het hem de mogelijkheid gaf om te doen en te laten wat hij zelf wilde. Hij wilde in het bijzonder niets te maken hebben met de seksuele beperkingen die God ons oplegt.

Augustinus
Ook de bekende Christen Augustinus gaf toe dat hij zich lange tijd tegen God verzette vanwege zijn verlangen naar seksueel genot. In zijn autobiografie geeft hij toe dat de intellectuele argumenten die hij gebruikte om niet in God te geloven eigenlijk niet meer dan een rookgordijn waren. Hij zegt heel eerlijk: “Het simpele feit was dat ik dacht een ellendig mens te worden zonder de omhelzingen van een minnares.”

Mensen verzetten zich tegen God omdat God de dingen anders ziet dan de mens. We verzinnen allerlei redenen om niet in God te geloven, maar kunnen niet toegeven dat ons echte probleem niet een kwestie van ons intellect is, maar een kwestie van ons hart en onze wil.

Het verhaal van Charlene
Dr. Scott Peck deelt een waargebeurd verhaal dat de weerstand van het hart krachtig aantoont. Het is het verhaal van een van zijn patiënten, Charlene, die worstelde met depressies en een gevoel van zinloosheid in haar leven. Toen Peck vragen stelde en doorvroeg, ontdekte hij dat ze in de kerk was opgegroeid en in God geloofde. Ze was volgens Peck een vrouw met een “goed ontwikkeld, religieus wereldbeeld”. Hij vroeg haar waarom het geloof geen verschil maakte in haar leven en haar niet hielp met haar gevoel van zinloosheid. Er viel een stilte en toen explodeerde ze met deze ongelooflijke bekentenis: “Ik kan het niet en ik wil het niet. In het geloof is geen ruimte voor mijzelf. Dat zou mijn dood zijn. Ik wil niet voor God leven. Ik wil voor mezelf leven. Voor mezelf.”

Wat een ongelooflijk eerlijke, doch schokkende uitspraak. Het antwoord van deze vrouw is een beeld van het menselijke hart dat zich tegen God verzet, dat weigert om zich aan God over te geven. En ze geeft de reden: “Ik wil voor mezelf leven.”

Verzet tegen God
Als God echt is en het Christelijke wereldbeeld waar, dan is het logisch dat we onder Zijn autoriteit leven en het Christelijke wereldbeeld overnemen. Toch verzetten zovelen zich tegen de autoriteit van God. Ze verlangen ernaar om autonoom te zijn; een wet voor zichzelf. Ze willen de controle over hun leven niet opgeven. Ik ben veel mensen tegengekomen die het veel gemakkelijker vinden om te verkondigen dat God niet bestaat dan om Zijn bestaan te erkennen. Ze kiezen er opzettelijk voor om Hem af te wijzen.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier